Op de gloednieuwe blauwe atletiekbaan van Papendal draait een eenzame atlete haar rondjes. Ze draagt een klein rugzakje vol apparatuur, waaruit een dunne antenne steekt. Over haar mond zit een kapje dat de uitgeademde lucht opvangt. Alles bij elkaar weegt de uitrusting een pond.
Nee, dit is geen robot en al helemaal geen terroriste. Hier experimenteert een CIOS-studente met de nieuwste technieken op het gebied van de looptraining. Langs de binnenbaan geven opflikkerende lampjes het tempo aan. Langzaam voert deze elektronische haas de snelheid op: van tien tot veertien kilometer per uur.
De antenne stuurt een ononderbroken reeks gegevens naar kleine kastjes, die aan de lichtmasten rond de baan zijn opgehangen. In een zaaltje boven de kleedkamers zien bewegingswetenschapper Gerard Rietjens en trainer Honoré Hoedt die informatie op de beeldschermen van hun computers verschijnen. Hartslag, zuurstofopname, verbruik van koolhydraten en vetten: alles is meteen zichtbaar.
,,Toch moet je nooit met je rug naar de baan blijven staan’’, beklemtoont Hoedt. ,,Dit soort technieken zijn een aanvulling op wat je als trainer met eigen ogen ziet. Maar het biedt wel veel objectieve informatie, waarmee je je voordeel kunt doen als je trainingsschema’s moet maken.’’
Rietjens plakt het lichaam van twee andere atleten vol sensoren. Een speciale camera volgt de een bij het passeren van de horde, de ander wordt gemonitord tijdens het kogelstoten. Het computerprogramma reduceert het lijf tot een geraamte, waardoor de bewegingen exact zijn te analyseren.
De snelheid tijdens de hordepassage, de lengte én hoogte van de sprong, de hoeken van de gewrichten tijdens de vaak complexe beweging: het is allemaal te meten. Daardoor kan de trainer exact bepalen met welke techniek deze specifieke sporter het beste resultaat bereikt.
TNO ontwikkelde het LPM-systeem (Local Position Measurement) bij PSV. Op het trainingscomplex De Herdgang gebruiken vooral de jeugdcoaches het om samen met de spelers de trainingen te analyseren.
Camera’s registreren alle bewegingen op het veld en met videogame-achtige bewerkingen kan de speler achteraf zijn eigen looplijnen en de reacties van de tegenstanders tijdens het spel bekijken. Guus Hiddink verwacht veel winst te boeken als voetballers op jonge leeftijd beter leren kijken naar wat er op het veld gebeurt.
De techniek is inmiddels ook beproefd door de schaatsploeg van Jac Orie. Zo slaagden Marianne Timmer en Erben Wennemars er bijvoorbeeld in om het aansnijden van de bochten te perfectioneren.
In het nieuwe trainingsbad van de Eindhovense Tongelreep komt een vergelijkbaar systeem, al is het uiteraard lastiger om zwemmers uit te rusten met apparatuur. In de toekomst wil TNO de techniek gaan toepassen in de paardensport en op de nieuwe overdekte wielerbaan die in Apeldoorn wordt gebouwd.
,,Natuurlijk lopen sporters niet dagelijks met die apparatuur’’, zegt Hoedt. ,,Maar als je dit een paar keer per jaar doet, kun je goed vaststellen hoe ze zich ontwikkelen.’’ En Rietjens: ,,Vroeger moest een sporter naar een laboratorium komen om in een kunstmatige omgeving allerlei testen te ondergaan. Nu zijn we steeds meer in staat dat werk tijdens hun gewone trainingen te doen.’’ (Bron: ad.nl)