In de eerste helft van de wedstrijd AZ-Fenerbahce speelde de thuisploeg zoals het in de uitwedstrijd ook had gevoetbald: Koevermans diep in de spits en twee schaduwspitsen daarachter (in dit geval Dembele en Arveladze). In Turkije had Fenerbahce daar problemen mee gehad, maar dat gebeurde niet in Alkmaar. Vier verdedigers speelden in de zone en daarvóór maakte Deniz Baris vele meters in dekking van diverse AZ-spelers. De ruimte leek vooral te liggen aan de flank waar de bal níet was, omdat Fenerbahce goed dóórkneep richting het centrum, naar de kant van de bal. Na de wedstrijd vertelde Louis van Gaal dat hij al in de loop van de eerste helft een tactische ingreep had kunnen doen. Zijn spelers waren niet zelf bij machte om in te grijpen in de eerste helft, aldus Van Gaal. “Ik heb niet een speler zoals Danny Blind zoals destijds bij Ajax. Een speler die tactische zaken herkent en dat was vervolgens weet te vertalen naar maatregelen bij zijn medespelers.” Louis van Gaal wachtte heel bewust met de tactische ingreep tot in de rust om Zigo, de coach van de Turken, niet te veel gelegenheid te geven om tegenmaatregelen te kunnen nemen. Arveladze ging nu naast Koevermans in de spits spelen, met Dembele daarachter. Een driehoek met de punt naar achter in plaats van naar voren. Aan de zijkanten verschenen nu Martens (voor Boukhari) en Jenner (voor Molhoek). Fenerbahce handhaafde de verdediging met dienverstande dat Appiah meer kwam meeverdedigen wanneer AZ in balbezit was. Net zoals het AZ in Turkije overkwam, lukte het Fenerbahce nu ook niet om een voorsprong van twee doelpunten vast te houden.