Balancerend op een evenwichtsbalk en springend op een trampoline bereidde Jong Oranje zich gisteren voor op de halve finale tegen Engeland van morgen Foppe de Haan nam zijn ploeg mee naar de sporthal in Heerenveen, voor een gastcollege van turndocent Tjalling van den Berg. De bondscoach noemde het ‘een eenmalig grapje’, maar liet niet na zijn voorliefde uit te spreken voor de bewegingsleer. In de visie van De Haan ligt het voetbal nog ver achterop als het gaat om oefeningen die coördinatie, stabiliteit en fysieke ontwikkeling bevorderen.
,,Dit soort oefeningen zouden de basis moeten zijn voor iedere sporter,’’ zegt De Haan. ,,Het zijn de pijlers waarop je presteert. Wie op dit soort vlakken optimaal is onderlegd, kan een heel jaar doorspelen. Dan zeurt niemand over teveel wedstrijden in een seizoen. Kijk eens naar de Amerikaanse basketballers, of de tennissers. Die zijn continu onderweg en spelen tientallen wedstrijden per jaar. Moeiteloos, bij wijze van spreken. Omdat hun fysieke fundament top is.’’
De Haan was al in zijn tijd bij SC Heerenveen een voorloper als het ging om lichamelijke en coördinatieve training. Uit die tijd kent hij ook turncoach Van den Berg, die op regelmatige basis aan de slag gaat met (jeugd)spelers van Heerenveen. ,,Een voetballer kan twintig procent meer uit zijn lichaam halen als hij dit soort oefeningen regelmatig doet,’’ zegt Van den Berg, die toegaf weinig spelers van Jong Oranje bij naam te kennen. ,,Die donkere, kleine jongen (Royston Drenthe, red.) was wel erg goed.’’
Onlangs luisterde De Haan nog aandachtig naar Marc Verstegen, de Amerikaanse fitnesscoach die tijdens het WK de Duitse nationale ploeg bijstond. Met een speciaal programma stoomde hij de Mannschaft van Jürgen Klinsmann klaar voor het eindtoernooi. ,,Prachtige oefenstof had die man,’’ aldus De Haan. ,,En het werkt. In het moderne voetbal is je fysieke staat zó belangrijk geworden, daar kun je niet meer omheen. AC Milan zette jaren geleden al de toon met individuele programma’s voor spelers, vraag maar aan Ruud Gullit.’’
De Haan is met 63 jaar op een respectabele leeftijd, maar de coach is niet bang oude muren te doorbreken. Met Jong Oranje speelt hij al een toernooi lang 4-4-2, omdat hij het klassieke 4-3-3 systeem in de regel te statisch vindt. ,,Iedere tegenstander speelt tegenwoordig met vier verdedigers op lijn,’’ zegt De Haan. ,,Dat betekent dat de spits altijd tussen twee centrumverdedigers staat. Omdat de buitenste middenvelders van de tegenstander vaak ver terugzakken, staan de buitenspelers vaak óók tussen twee man. Dat maakt het heel lastig om ruimte en verrassing te creëren.’’
Met zijn logische aanpassing kwalificeerde De Haan zich veel sneller dan verwacht voor de Olympische Spelen in Peking. Een jaar geleden werd hij met Jong Oranje ook al Europees kampioen met twee spitsen en de enige hoofdprijs ooit van het ‘grote’ Nederlands elftal – in 1988 – werd óók gewonnen met 4-4-2. Toch kropen een paar belegen denkers deze week driftig in hun pen om de vinger te heffen. De Haan zou de Hollandse school in gevaar brengen met zijn voetbalvisie.
,,Het is allemaal zo heerlijk voorspelbaar,’’ lacht de bondstrainer. ,,Die columns heb ik nog niet gelezen, maar ik kan ze nu al uitschrijven. Ik vind het prima om erover te discussiëren hoor. En 4-3-3 moet je in de jeugd zeker blijven spelen. Het lijkt me goed om daar na dit toernooi eens rustig over te discussiëren met zn allen.’’ (Bron: ad.nl)