Herman Hobert over Jeugdvoetbalstad Apeldoorn

| nldevoet-dehdari | Trainersnieuws

Onlangs verscheen in Apeldoorn Sportmagazine een artikel over Herman Hobert die in De Voetbaltrainer 149 al enthousiast vertelde over zijn initiatieven op het gebied van jeugdvoetbaltraining. Een van de initiatieven betreft de oprichting van ‘Jeugdvoetbalstad Apeldoorn’. (JEUGD)VOETBALSTAD APELDOORN Maandagavond 8 oktober j.l. vond in de najaarsvergadering van de Federatie van Amateurvoetbalverenigingen Apeldoorn & Omstreken de presentatie plaats van (Jeugd)Voetbalstad Apeldoorn. Het plan werd gepresenteerd in het bijzijn van een panel bestaande uit: Wiel Coerver en Joep Haan (respectievelijk naamverlener en ambassadeur van de Wiel Coerver Foundation), Toon Gerbrands (Algemeen directeur AZ Alkmaar) John van de Brom (Trainer coach BVO AGOVV) en Victor Doorn (Voorzitter Raad van Bestuur BVO AGOVV). Wij gingen in gesprek met de bedenker, initiatiefnemer en coördinator van het plan, Herman Hobert o.a. voormalig voorzitter van Victoria Boys. Waarom dit plan? “Eigenlijk is het een aaneenschakeling van ervaringen die mij over vele paden in de sportwereld en in het bijzonder in het voetbal voerde. Je blikt op een bepaald moment terug, relativeert, trekt conclusies, ontwikkelt en kijkt vooruit. Onder andere door mijn werk als sportverslaggever kom ik met veel sporten, trainers, -coaches, -sporters, begeleiders vanuit diverse kennisgebieden en bestuurders in contact. Velen stonden mij toe en daar prijs ik mij gelukkig mee, dat ik met hen over sport en wat ermee samenhangt heb kunnen filosoferen. Inzichten van anderen interesseren mij in het bijzonder. Voordat ik mij verzelfstandigde (red. Hobert geeft adviezen en training aan personen en organisaties op het gebied van: media, communicatie, sport en presentatie/MCSP) was ik werkzaam bij de politie, waarvan de laatste achttien jaar als docent/trainer aan de politieacademie met name op het gebied van het aanleren van specifieke vaardigheden aan politiemensen. Voetbal is ook een vaardigheid. Dat is ook een schakel in het verhaal.” Voetbaltrainer en docent. Hobert, nu 53 jaar en naar hij zelf zegt midden 30 van binnen, is trainer-coach, in het bezit van het TCII diploma, en heeft ervaring met het trainen en coachen binnen het senioren-, vrouwen-, jeugd- (junioren en pupillen) en Gvoetbal. Het is hem opgevallen dat hij er, weliswaar met redelijk succes, in geslaagd was de ploegen beter te maken in het voetballen als team. Uitgaande van posities,  samenhang en tactische invalshoeken en systemen. Maar hij was er maar weinig in geslaagd de individuele kwaliteiten van spelers/speelsters te verbeteren, terwijl dat toch een zeer belangrijke, teamverrijkende kwaliteit is. Hij moest concluderen dat hij daarin binnen de diverse trainer-coach opleidingen en -applicaties niet was geschoold. “Hierin zit voor mij ook de tegenstrijdigheid. In mijn opleiding als docent/trainer was juist het aanleren van specifieke vaardigheden (techniek) de eerste vereiste en het belangrijkste aandachtspunt in mijn individuele ontwikkeling, vorming en zelfvertrouwen als docent. Daarna werd deze ontwikkeling in verband gebracht met de specifieke taak (positie) en vervolgens in relatie gebracht tot samenwerking met collega’s (team) en hoe gaan we het samenwerkend uitvoeren (systeem en tactiek). Mijn conclusie: Het kan en moet het in het voetbalspel niet anders werken.” Klankborden. “Door mijn lidmaatschap van de VVON (red. Vereniging Voetbal Oefenmeesters Nederland) en NLCoach (red. Organisatie voor elke coach ongeacht de tak van sport) kon ik de afgelopen jaren, bij uiteenlopende seminars en congressen ook met veel (top-)trainers en (top-)coaches in gesprek komen vanuit allerlei sportrichtingen. Dit leverde zeer verhelderende inzichten op en gaf mij ook de gelegenheid om uiteindelijk mijn plan bij hen te toetsen.” Ontmoetingen heb je met een reden. “Een jaar of vier geleden kwam ik op het Trainerscongres van de VVON en de CBV (red. Coaches Betaald Voetbal) in persoonlijk contact met Wiel Coerver en Ricardo Moniz (toen verantwoordelijk voor de jeugdopleiding van PSV). Er had een demonstratie plaats gevonden met jeugdvoetballers die vanuit Coervers inzichten, door Ricardo Moniz waren getraind. Ik was verbijsterd over het hoge vaardigheidsniveau, de persoonlijke uitstraling, het zelfvertrouwen, de creativiteit waarmee deze jeugdspelers voetbalden, maar vooral het plezier waarmee ze het deden. Gelukkig stond ik daarin niet alleen, want het gros van de ruim 1500 aanwezige trainers was verbijsterd en verrukt. Maar ook vertwijfeld, wetende dat je die vaardigheid zelf ook moet bezitten om het ervaringsdeskundig te kunnen overbrengen en coachen. In mijn docentenopleiding noemden we dat: Praatje, plaatje, daadje! (Uitleg over de bedoeling, voordoen, uit laten voeren en feedback geven.) Na de demonstratie liep ik Coerver en Moniz persoonlijk tegen het lijf en bedankte ze voor wat ze hadden laten zien. Het werd een gesprek over liefde voor voetbal en gevoel voor jeugd. Alles viel op zijn plek. Voor mij was het voor eens en voor altijd duidelijk. De parallel met het opleiden van mensen in politievaardigheden ten behoeve van hun politievak, verschilt in wezen niet van het opleiden van mensen voor of in hun voetbalvaardigheid of voetbalvak. Het lijkt appels met peren vergelijken maar alle taakvervullingen zijn in het vaardigheidsaspect vergelijkbaar in:…… Hoe leer je het aan? Elke lichamelijke (sport)vaardigheid met één van de ledematen: handen, voeten, armen en benen vereist coördinatie in de motoriek. Deze motorische vaardigheid verbeter je alleen maar door consequente, veelvuldige herhalingen en positieve correcties. Het slijpt erin en beklijft. Wie is er kruipend, staand, lopend of fietsend geboren?” Het gemiste, ervaren. Voor Hobert was het duidelijk, “de missing link”, als trainer-coach was ervaren. Hij wist nu zeker dat de individuele kwaliteit van een beginnende of oudere speler  altijd te verbeteren is. Het best en met het meeste rendement als je zelf de vaardigheid hebt en het ook ervaringsdeskundig kunt aangeven, sturen en corrigeren. Hoe ver het zal doorontwikkelen is afhankelijk van hoelang je de spelers ermee blijft voeden en laat onderhouden, maar verbetering is er altijd. Die vaardigheden had hij niet en waren hem ook nooit aangeleerd. De KNVB (red. Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond) neemt hij niets kwalijk. “De Zeister visie is een goede visie en er wordt kwalitatief goed opgeleid, maar wel in zeer belangrijke mate gericht op positie, samenhang in posities, systemen en teamtactisch elementen. Veelal gericht op getalenteerde, dus geselecteerde spelers. En daar heb je niet direct trainers voor nodig die het zelf ook kunnen en de filosofie en methodiek van Coerver hebben doorleeft. Hoewel ik er inmiddels ook van overtuigd ben dat het ook bij die geselecteerde spelers, nog verrassend veel rendement oplevert, al was het alleen al in het meer kunnen gebruiken dan één been en bijvoorbeeld de aanname van de bal. Voorbeelden? Kijk wat er voortgekomen is uit de jeugdopleiding van PSV. Het is ook volkomen logisch dat dit jaar de Rinus Michels Award, voor de beste jeugdopleiding van Nederland, werd toegekend aan PSV. Spelers als Aisatti, Affelay, Bakkal, Beerens etc. zijn de voorbeelden daaruit. Tijdens het trainerscongres, waarbij deze uitreiking plaats vond, werd ook een demonstratietraining gegeven door Pepijn Lijnders en Jefta Bresser met de PSV-jeugd. We zullen er nog veel terug gaan zien in het Nederlandse betaalde voetbal. Wiel Coerver was ook aanwezig en werd door veel aanwezige trainers gefeliciteerd, omdat het trainen vanuit zijn inzichten en filosofie was. Tot twee seizoenen geleden stond Ricardo Moniz vele jaren aan het roer in de PSV-jeugdopleiding en  hij bracht de inzichten van Coerver in Eindhoven binnen. Vervolgens werd zijn assistent Pepijn Lijnders verantwoordelijk maar die is nu, heel slim, door FC Porto (red. Portugal) aangetrokken om daar de jeugdopleiding op poten te zetten. Bij PSV is nu, Pepijns assistent, Jefta Bresser (red. ex Go Ahead Eagles) bezig deze trainingen voort te zetten. Met onze Apeldoornse Edward Sturing, nu hoofd opleidingen bij PSV, was voor mij dan ook een heerlijk klankbord in het brainstormen over (Jeugd)Voetbalstad Apeldoorn.” Ieder kind is een talent. Hobert is ervan overtuigd dat er nog zoveel meer talent naar boven is te halen, maar dan moet het aangeboord en gestimuleerd worden. En dat kan met trainers  in de geest van Coerver, die zelf altijd zegt: “Kinderen zijn puur goud. Ieder kind heeft talent, als je het maar positief stimuleert. Een kind mag honderd keer falen, maar complimenteer hem of haar vanwege het proberen. Uiteindelijk lukt het beter, bij de een meer dan bij de ander maar dat geeft niet. Je ziet het kind er meer plezier door krijgen, wat goed is voor het zelfvertrouwen en de karakterontwikkeling.” En daar, vindt Hobert, ligt ook de uitdaging. “Eigenlijk een sportieve en sociale verplichting voor iedere vereniging. De ouders van het ventje of meisje in de F6, E5, D4 etc. betalen toch net zoveel contributie als van de F1, E1, D1 etc.? Mogen zij ook verwachten dat hun kind voetballen wordt geleerd? Volgens mij staat dat ook bij de meeste verenigingen in de statuten en dat is toch niet een vrijblijvende zaak, lijkt mij. Naast de sociale (vereniging), een morele verplichting om de elementaire voetbalvaardigheid aan te leren. De aannames worden beter, het trappen, het passen, het passeren van een tegenstander etc etc. Uiteindelijk zal het renderen in een bredere, rustigere, sportievere en beter voetballende basis bij elke club, ongeacht het niveau. Dus uiteindelijk ook in een beter rendement aan de bovenkant van de jeugdopleiding.” Hobert schiet in de lach, omdat hij zich een momenten herinnert wat hijzelf allemaal coachend heeft geroepen. “Ik riep wel vaker, positief stimulerend, naar een balbezittende speler die op zijn tegenstander af ging: Kom op… Durven… Maken, die actie…! Nu bedenk ik me en wellicht realiseren meer collega’s dat nu ook. Welke actie had hij dan moeten maken, hij had helemaal geen kwaliteiten voor een (passeer)actie en ik had het hem ook niet geleerd. Het is maar een voorbeeld, maar toch…” De missie. Vandaar dat Hobert zijn missie is begonnen met het zoeken naar een trainer die met toptalenten kan werken maar met dezelfde passie ook met de allerjongste en minder getalenteerde jeugd. En die zijn kennis en kunde wil delen. Door de terugkerende en regelmatige contacten met Wiel Coerver en Ricardo Moniz kwam hij uit bij de Voetbalacademie in Delft waar Ton Jenner (red. vader van Julian Jenner/AZ en Jong Oranje) leiding aan geeft. In Delft wordt vanuit de inzichten van Wiel Coerver getraind in vermenging met de KNVB-inzichten. Ton Jenner is, evenals al zijn trainers, ook gediplomeerd Trainer-coach. Met hem heeft Hobert al meerdere projecten gedaan, veel gesprekken gehad en gezamenlijke ontmoetingen met Wiel Coerver belegd. “In Apeldoorn zal de opleiding 18 wekelijkse sessies van 2 uur beslaan, waarin ook een “Sportkanjertraining” wordt opgenomen. Deze training laat sportbegeleiders  meer inzicht verkrijgen en vaardigheden verwerven in het omgaan met de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen, ook van zogenaamde lastige kinderen, die ik liever “bijzondere” kinderen noem. Er wordt naar aanleiding van de Federatievergadering een werkgroep geformeerd die zich gaat buigen over de financiering van het meerjarenplan en we koersen erop om na de winterstop, in januari 2008, te starten met 16 tot 24 deelnemers. Het uitgangspunt is dat elke vereniging één trainer levert en deze opleiding 5 tot 6 maal te houden, zodat er op termijn in elke vereniging, met meerdere eigen verenigingsmensen, duurzaam gewerkt kan worden in een verbeterde voetbalomgeving. We willen in deze opleiding ook graag buurtsport- en onderwijsmedewerkers laten deelnemen, zodat die aan de slag kunnen in de wijken en op scholen om kinderen bij het voetbalverenigingsleven te betrekken. Train de trainer. De trainers zullen zelf de oefenstof ondergaan, die zij gaan overdragen. Daarom is er gekozen voor een praktische aanpak. De trainers ervaren zelf wat de oefenstof met hun doet en hoe je de coaching aanpakt. Leren door doen, is het uitgangspunt. Er zal gestimuleerd worden eigen creativiteit te benutten in de toepassing en afstemming op de te trainen groep. Trainen vanuit het goede voetbalgevoel aan de ontwikkeling van spelers en team. Geen dikke boeken en lappen tekst, maar vooral veel oefenen en doen. Het ligt in de bedoeling van Wiel Coerver om Ricardo Moniz (red. Bij Tottenham Hotspur, werkend met de jongste jeugd tot en met de hoofdselectie van Martin Jol) een aantal malen, naar Nederland te laten komen. Hij zal dan demonstraties verzorgen voor de trainers en uitleg te geven over de nieuwste oefenstof, die publiekelijk gemaakt zal worden op de komende en laatste DVD van Coerver. Het vooruitzicht is  dat er ook opnames gemaakt worden in Apeldoorn. Een unieke kans om gebruik te kunnen maken van de ervaring van Ricardo Moniz en nu nog, van de inzichten van de bijna 83-jarige Wiel Coerver, die steeds nieuwe oefenstof blijft ontwikkelen. Na drie weinig gelukkige en gedeeltelijk mislukte hartoperaties na zijn veertigste, zegt hij voortdurend en is daar ook van overtuigd: “De jeugd heeft mijn leven verlengd. Daar ben ik dankbaar voor en daarom blijf ik ze geven wat ik nog kan, tot mijn laatste minuut.” Resultaat en rendement. Toon Gerbrands omschreef, tijdens zijn paneldeelname, het als een “bijzonder moment” te beschouwen dat hij de visionair Coerver ontmoette en voelde zich trots erbij te zijn geweest. Hij zag de kans voor een “mijlpaal” in het Apeldoornse voetbal, misschien wel in Nederland. Hij opperde zelfs: “Apeldoorn Coerverstad.” Hobert is zich zeer bewust van het feit dat er een unieke kans ligt voor het gehele Apeldoornse voetbal van de onderkant van het amateurvoetbal tot en met het betaalde voetbal. “Ik ben blij dat de Federatievergadering en de bestuurders openstaan voor de verwezenlijking. Ik ben blij dat Victor Doorn namens de BVO AGOVV heeft medegedeeld dat deze mee wil werken aan facilitering en zich mede wil inspannen voor de financiële realisering. Ik ben ervan overtuigd dat de gezamenlijke inspanningen bij zullen dragen aan een mooie Voetbalstad. Als elke vereniging dit soort trainers in huis heeft, zal over een aantal jaren het Apeldoornse voetbal daar de vruchten van plukken. In het verleden, kan ik mij herinneren, was hoofdklasse jeugdvoetbal bij veel verenigingen geen uitzondering. Was het zaterdagmiddag de ene jeugdderby na de andere en kon je zondags wekelijks een amateur topwedstrijd kijken. Met het verdwijnen van het betaalde voetbal is ook het amateurvoetbal afgegleden. De terugkeer ervan kan het amateurvoetbal voordeel opleveren. De ontwikkelingen op onderwijsgebied is gunstig met het vooruitzicht op meer Hbo-opleidingen. Meer jeugd kan straks in de eigen woonplaats een studierichting vinden. Dus is het nu ook de tijd om de sport- en voetbalverenigingen daar op voor te bereiden. Er liggen mooie kansen. Het zal leuker zijn om (jeugd-)voetbalwedstrijden te gaan kijken. Het zal rustiger zijn in en om de velden. De verhoudingen tussen de clubs zullen minder gespannen zijn en de samenwerking verbeterd. Er zal gemiddeld, over de gehele breedte, beter en hoger gespeeld gaan worden. De belangrijkste mensen in de voetbalopvoeding en -opleiding, “de jeugdtrainers en begeleiders”, gaan we gezamenlijk opleiden en vriendschappelijk met elkaar verbinden. Ik denk dat Apeldoorn een potentieel aan voetballers heeft, waar menige stad van droomt. Als iedereen de schouders eronder zet wordt: (Jeugd)Voetbalstad Apeldoorn: sportief, creatief, aanvallend, uitdagend!” Mochten er naar aanleiding van dit artikel ondernemers, bedrijven of organisaties geïnteresseerd zijn om dit plan te ondersteunen. Neemt u dan contact op met: dhr. L Hoogenberg (Voorz. Federatie) 0610 977201 Postbus 20384  7302 HJ  Apeldoorn. (Bron: Sportmagazine Apeldoorn)