Men kan spreken van vrijwilligerswerk als het werk niet bij wijze van beroep wordt verricht. Er is geen sprake van vrijwilligerswerk als de vergoeding voor de verrichte werkzaamheden als een marktconforme beloning kan worden aangemerkt. De belastingdienst heeft daaraan een praktische invulling gegeven door er vanuit te gaan dat bij een vergoeding van € 4,50 per uur en € 2,50 voor een vrijwilliger jonger dan 23 jaar geen sprake is van een marktconforme beloning.
Deze praktische invulling van de belastingdienst heeft kennelijk tot de conclusie geleid dat vrijwilligersorganisaties een urenadministratie zouden moeten bijhouden. Staatssecretaris de Jager heeft met zijn antwoord op een aantal Kamervragen aangegeven dat die conclusie onjuist is. Ten eerste zegt hij dat de meeste vrijwilligers in het geheel geen vergoeding krijgen en ten tweede bij hen die wel een vergoeding krijgen, is vrijwel altijd direct duidelijk dat die niet marktconform is, omdat zij in verhouding veel tijd aan het vrijwilligerswerk besteden.
De Jager zegt ook nog dat de belastingdienst in veel gevallen geen urenadministratie zal vragen ter onderbouwing van de vrijwilligersvergoeding. Als de organisatie er zelf voor kiest om een vrijwilliger te vergoeden op basis van gewerkte uren, dan vormt het uurtarief wel een logisch aanknopingspunt voor de belastingdienst. De informatie over deze uurvergoeding is dan beschikbaar en vormt geen aanvullende administratieve last. In die gevallen van € 4,50 als ‘safe harbour’ worden beschouwd. In andere gevallen zal het uitgangspunt zijn dat de belastingdienst geen urenadministratie vraagt ter onderbouwing van de vrijwilligersvergoeding. In het eerste kwartaal van 2008 worden de vrijwilligersorganisaties ingelicht over de praktische invulling voor deze werkwijze. (Bron: nks.nl)