Hij noemt zichzelf een vliegende keep. Jan Willem van Ede (45) traint niet alleen doelmannen bij de KNVB. Ook als veldtrainer timmert hij aan de weg. Een gesprek over zijn huidige werkzaamheden, het vermeende keepersprobleem in Nederland en de perikelen bij ‘zijn’ FC Utrecht.
Van Ede werkt sinds 2002 voor de KNVB en heeft zich in de loop der jaren fors ontwikkeld. ,,Ik startte als keeperstrainer bij Onder 19, maar daar is het gelukkig niet bij gebleven. Met Jong Oranje Europees kampioen geworden en ook het WK Onder 20 en de Olympische Spelen waren onvergetelijk. En nu gaan we met het vrouwenteam naar het EK. Bovendien ben ik sinds dit seizoen assistent van Onder 17. Ik werk op basis van een 0-uren contract; toch is het bijna een fulltime baan. De mix tussen keeperstrainer en veldtrainer bevalt uitstekend.”
Van Ede beschikt over het trainersdiploma TC I en debuteerde afgelopen zomer als coach, bij het nationale elftal voor speelsters onder 16 jaar. In IJsland werd deelgenomen aan het Nordic Tournament. ,,Voor mezelf een absoluut hoogtepunt. Ik had de meiden slechts drie keer getraind, voordat we vertrokken, maar het ging boven verwachting. Ik sluit niet uit dat ik op termijn misschien wel ergens als hoofdcoach aan de slag ga.”
Géén keepersprobleem
Desondanks wordt Van Ede toch vooral gezien als die keeper. Diverse prominenten, zoals Joop Hiele, constateerden onlangs dat er in Nederland een keepersprobleem is. Van Ede bestrijdt dat. ,,Ik hoor dat al tien jaar, maar er is absoluut géén keepersprobleem. Het is gecreëerd. Doelmannen krijgen simpelweg te weinig ruimte om zich te ontwikkelen. Er moet een lange termijntraject worden uitgestippeld voor talentvolle jongens. Veel clubs, maar ook keepers, hebben dat geduld niet. Er wordt teveel naar de korte termijn gekeken.”
Van Ede vervolgt: ,,Ik was 19 jaar toen ik bij FC Utrecht voor de leeuwen werd gegooid. Ook Ruud Hesp en Ed de Goey kregen een kans op jonge leeftijd. Ik snap niet waarom dat nu bijna niet meer gebeurt. Jeugdige keepers moeten gewoon wedstrijden spelen, op een niveau dat op dat moment bij hen past. En een mindere fase moet je als club incalculeren. Daar moet je niet moeilijk over doen. Ik vind eigenlijk dat iemand van 23 jaar minstens 100 duels achter zijn naam moet hebben staan. Dat zie ik nog zelden.”
Vorm bewandelt juiste weg
Huidig Utrecht-doelman Michel Vorm bewandelt volgens Van Ede de juiste weg. ,,Hij is pas echt gaan keepen toen hij een uitstapje maakte naar FC Den Bosch. Daar kreeg hij te maken met zaken als druk en spanning, in tegenstelling tot wedstrijdjes bij de beloften. Hij is door zijn periode bij Den Bosch duidelijk beter geworden. Erwin Mulder van Feyenoord is ook een goed voorbeeld. Hij maakt minuten bij Excelsior. Een logische stap.”
De buitenbeentjes van weleer worden tegenwoordig steeds serieuzer genomen. ,,En terecht”, aldus Van Ede. ,,Keepen en keepers trainen is een vak apart. Ik vind dat je niet zonder diploma’s keepers mag trainen. Verder zie ik nog teveel dat er voetballers met handschoenen worden opgeleid. Je moet eerst tweebenig zijn, dan ballen over 50 meter op de stropdas kunnen leggen en als laatste wordt gevraagd of je ook ballen kunt tegenhouden. We moeten terug naar de basis.”
Heel vervelend
Bij FC Utrecht werden onlangs assistent-trainers John van Loen, David Nascimento, Maarten Arts en Rob Druppers op straat gezet. Van Ede, die liefst 409 competitiewedstrijden voor de Domstedelingen keepte en enkele jaren geleden kortstondig als technisch manager fungeerde, volgt de ontwikkelingen van een afstandje. ,,Utrecht zit in m’n hart. Die liefde verdwijnt nooit. Het bericht verbaasde me. Ik ken die jongens. Voor hen is het heel vervelend.”
Tegelijkertijd weet Van Ede dat er bij FC Utrecht altijd wel wat aan de hand is. ,,Het is een club van uitersten. Er sluimert altijd iets. Een jaar geleden kreeg voorzitter Jan Willem van Dop zijn baan terug via de rechter. Nu worden er vier assistenten ontslagen. Zoiets kan alleen maar in Utrecht. Maar als de resultaten de komende tijd top zijn, dan zijn de mensen alle perikelen zo weer vergeten. Dat is óók de voetballerij.” (Bron: onsoranje.nl)