In de volgende De Voetbaltrainer vertelt Raymond Verheijen over de periodisering en alles wat daarmee te maken heeft binnen de jeugdopleiding van Feyenoord. In de Telegraaf gaat hij in algemene zin op de verantwoordelijkheid van de voetbaltrainer als het gaat om blessures. Ook bij zijn club is dit thema nu actueel.
Een belangrijke achterliggende oorzaak van de huidige onrust en de sportieve malaise bij Feyenoord is de nu al maanden durende blessuregolf waarmee de club heeft te kampen. Feyenoord-trainer Gertjan Verbeek belde al met zijn Ajax-collega Marco van Basten en laat een onderzoek door het Erasmus Medisch Centrum uitvoeren over het oplopende aantal hamstringblessures, maar op korte termijn blijft het aantal blessuregevallen alleen maar oplopen.
Ironisch genoeg bevindt zich op de loonlijst van Feyenoord in de persoon van Raymond Verheijen een specialist in trainingsopbouw en periodisering, wiens kennis alleen wordt gebruikt voor de jeugdopleiding van Feyenoord. Verheijen werkte samen met de bondscoaches Frank Rijkaard, Louis van Gaal, Guus Hiddink en Dick Advocaat, maakte vijf grote landentoernooien mee met Nederland, Zuid-Korea en Rusland en presenteerde onlangs het boek ‘Het periodiseren van voetballen’.
Verheijen verbaast zich over de blessuregolf waar de diverse clubs mee te maken hebben. “Ik wil en kan niet inhoudelijk ingaan op wat er bij andere clubs of bij het eerste van Feyenoord gebeurt. Om daar specifiek iets over te zeggen, moet je er direct bij zijn betrokken. In algemene zin kan ik wel zeggen dat een blessuregolf eenvoudig is te voorkomen door uitgebalanceerd te trainen.”
“In de tien jaar dat ik dit werk doe, heb ik nog nooit een blessuregolf meegemaakt in de elftallen waarmee ik werk. Natuurlijk zijn blessures in het voetbal niet te voorkomen. Dat is inherent aan de sport. Het is normaal dat je op een groep van twintig spelers één of twee blessures hebt. Maar als je er tien of twaalf hebt, is er iets mis met de trainingsopbouw.”
“Het gaat vaak al verkeerd in de voorbereiding op het seizoen. Daarin wordt de conditie te belangrijk gemaakt door trainers. Wat is belangrijk in een voorbereiding? Dat je automatismen inbouwt en dat kan alleen door zo veel mogelijk met een vast elftal op het trainingsveld te staan. Maar omdat er direct na de vakantie veel te zwaar conditioneel wordt gewerkt, komen er blessures en kun je niet meer met je beoogde basis trainen. Conditie wordt veel te belangrijk gemaakt door trainers, terwijl je met voetbaltrainingen volgens een goede trainingsopbouw ruim voldoende conditie opdoet.”
“Ik geloof niet in heel vaak trainen. Bij voetbal is het belangrijk dat iedere training een hoge intensiviteit heeft. Als je heel veel traint, ontstaat chronische vermoeidheid en gaat de kwaliteit omlaag. Bovendien is vermoeidheid de grootste vijand van voetballers. Als je moe bent en je moet toch weer een inspanning leveren, is je coördinatie minder en raak je veel sneller geblesseerd.”
In de voetbalwereld is om dat te controleren de Omega Wave in opkomst, een apparaat dat pretendeert de belastbaarheid van spelers te meten. “In de wetenschappelijke literatuur wordt dit apparaat met de grond gelijkgemaakt. De meetfout is te groot. Je kunt het goed gebruiken om bij een groep van honderd personen de gemiddelde belastbaarheid te berekenen, maar het geeft geen betrouwbare informatie over individuen. Bovendien is het in de wandelgangen bekend dat spelers inmiddels precies weten hoe ze het apparaat moeten manipuleren. De Omega Wave wordt naar buiten toe vaak gebruikt om te laten zien hoe professioneel een club bezig is, maar het gebruik van dat onbetrouwbare apparaat getuigt wat mij betreft juist van amateurisme.”
“Met de oproep tot een onderzoek en andere ingewikkelde maatregelen wekken clubs de indruk, dat het probleem van de vele blessures heel moeilijk is op te lossen. Terwijl het in werkelijkheid heel simpel is. Door de verschillende trainingsprikkels goed op elkaar af te stellen bereik je direct resultaat. Vaak wordt bij een blessuregolf ten onrechte naar de medische staf gewezen. Er is er maar één die een blessuregolf kan voorkomen en dat is de trainer. Die moet zorgen voor een goede trainingsopbouw, waardoor spelers niet vermoeid aan zware inspanningen beginnen. Trainers moeten een blessuregolf niet langer beschouwen als iets dat hen overkomt door pech of externe factoren, maar als iets waarvoor zij zelf verantwoordelijk zijn. Zonder die cultuuromslag verandert er niets, welke onderzoeken je ook laat uitvoeren.” (Bron: telegraaf.nl)