De clash tussen Liverpool en Real Madrid had vanavond een confrontatie kunnen worden tussen Klaas-Jan Huntelaar en Royston Drenthe aan Spaanse zijde tegen ’Liverpudlian’ Ryan Babel. Spelers die in het recente verleden met Jong Oranje Europees kampioen werden. De eerste zit echter thuis omdat zijn trainer liever een middenvelder inschreef voor de Champions League, de andere twee zitten vaak op de bank (Babel) of de tribune (Drenthe) en mogen de keuze die ze na hun doorbraak maakten inmiddels in twijfel trekken. Ze zijn echter niet de enigen en daarom maakt Johan Cruijff zich terecht zorgen.
In zijn wekelijkse column voor Telesport gaf Cruijff de talenten van Nederland gisteren een waarschuwing. De zomerse transferwindow nadert en daarmee de tijd voor het maken van keuzes. Volgens de beste Nederlandse voetballer ooit een precair proces, waarin vaak foute beslissingen worden genomen. Cruijff refereerde terecht aan het Jong Oranje dat in 2007 Europees kampioen werd. Van de 23 spelers die destijds in Groningen glorieerden, verkasten er nadien twintig van club. Slechts Gianni Zuiverloon, Arnold Kruiswijk en Roy Beerens mogen zich ook na hun transfer basisspeler noemen. De overigen hebben moeite om op een hoger niveau aan te pikken of zagen hun keuze op sportief vlak faliekant mislukken. Een treurige constatering. „De keuze voor de club die het beste bij je past, is essentieel. En dan pas het geld”, zei Cruijff gisteren niet voor niets.
Triest verhaal
De speler die zich de woorden van de legendarische nummer 14 het meest mag aantrekken, is Maceo Rigters (25). De Amsterdammer werd topscorer van het jeugd-EK in 2007 en koos daarna bewust voor een vierjarig, zeer lucratief contract bij Blackburn Rovers in Engeland. Inmiddels is hij bankzitter bij Barnsley, de nummer 21 van het Championship, de eerste divisie van Engeland.
Het trieste verhaal van Rigters staat niet op zich. Ook Luigi Bruins, Otman Bakkal, Haris Medunjanin en de eerder gememoreerde Drenthe en Babel mogen concluderen dat hun keuze op sportief vlak (nog?) niet de juiste is gebleken. Allen zijn als voetballer zichtbaar gegroeid, maar zijn bij hun prachtige clubs meestal niet meer dan bankzitters. Als dit zo blijft, zal hun ontwikkeling stagneren. „Deze feiten bewijzen dat het voetbal gebaat zou zijn bij de 6+5-regeling waar Johan Cruijff zo’n voorstander van is”, zegt bondscoach Bert van Marwijk. „Als je clubs verplicht zelfopgeleide spelers te gebruiken, blijven die talenten vanzelf langer bij een club en maken ze de stap pas als ze wat rijper zijn. Dan is de kans op speeltijd bij de nieuwe club ook groter en dat is uiteindelijk weer goed voor de nationale ploeg. Je moet wel overwegen die spelers ook in Nederland beter te belonen, want ik snap dat ze een kans om zich enorm te verbeteren niet zomaar laten lopen.” De Nederlandse keuzeheer ziet ook een rol voor de omgeving van een speler weggelegd. „Wat de familie en zaakwaarnemer zo’n speler influisteren, is natuurlijk ook heel belangrijk.”
Goede keuze
De vergelijking met de onder-21lichting die een jaar eerder in Portugal ook al met Oranje Europees kampioen werd, leert dat het ook anders kan. Voor Stijn Schaars, Demy de Zeeuw (beiden AZ), Urby Emanuelson (Ajax), Michel Vorm (FC Utrecht) en Paul Verhaegh (Vitesse) was er sinds die mooie zomer van 2006 ook belangstelling, maar zij vonden het nog niet nodig een transfer te forceren. Degenen die wel verhuisden, Klaas-Jan Huntelaar (van Ajax naar Real Madrid), Edson Braafheid (FC Utrecht naar FC Twente) en Romeo Castelen (van Feyenoord naar HSV) maakten logische keuzes. De eerste was uitgeleerd in Nederland, Braafheid was toe aan een hoger niveau en Castelen kon ook wel wat meer weerstand gebruiken.
Gezien zijn selectiebeleid is bondscoach Van Marwijk duidelijk meer te spreken over de lichting die in 2006 Europa veroverde. Vijf spelers (Huntelaar, De Zeeuw, Schaars, Braafheid en Vorm) van die groep behoorden tot zijn laatste selectie, in tegenstelling tot eentje (Babel) van de groep van 2007. „Als je het zo stelt, kun je inderdaad concluderen dat die jongste lichting niet gelukkig is geweest met het maken van hun keuzes”, vervolgt Van Marwijk. „Maar ieder geval staat op zich. Robin van Persie ging ook jong weg en groeide uit tot een fantastische speler.” (Bron: telegraaf.nl)