Ruim 270 jeugdcoaches kwamen woensdag 27 januari af op de Landelijke KNVB Coachdag in Zeist. Onder hen ook een aantal bekende namen als Dennis Bergkamp, Frank de Boer, Phillip Cocu, Jean-Paul van Gastel, Joop Hiele en Ernest Faber. Centraal stond de ‘lerende voetbalcoach’, een thema dat in acht workshops nader werd belicht. Maurits Hendriks, technisch directeur van sportkoepel NOC*NSF, opende de jaarlijkse studiedag voor coaches van teams die uitkomen in de hoogste klassen van het jeugdvoetbal. Hij werd door Piet Hubers, manager voetbaltechnische zaken van de KNVB, geïntroduceerd als de coach aller coaches. De voormalig trainer/coach die met zijn hockeyploeg in 2000 goud behaalde op de Olympische Spelen in Sydney, ging in zijn lezing in op het fenomeen topcoach. In de ogen van Hendriks is dat vooral een lerende coach en hij gaf zijn toehoorders dan ook mee zich vooral te blijven ontwikkelen.
,,Verbeter jezelf door met mensen te sparren over het vak”, zo sprak hij tegen de 272 coaches die, gestoken in sportief trainingspak aandachtig luisterden. ,,Enerzijds door je te laten ondersteunen in de staf met specialisten en anderzijds ook eens buiten je eigen sport te luisteren naar coaches uit andere disciplines.” Hendriks illustreerde zijn betoog met een oud interview waarin hij vertelde zich ook als succesvolle hockeycoach niet te min te voelen om zelfs naar ballettraining te kijken.
Acht workshops
Na de woorden van Hendriks startten de acht workshops, verdeeld over verschillende zalen. Diverse deskundigen uit de sportwereld spraken de coaches toe. Zo belichtte AZ-directeur Toon Gerbrands zijn boek ‘De lerende winnaar’ toe. Besprak Vera Pauw, bondscoach van het Nederlands vrouwenelftal, de leerzame aspecten van een eindtoernooi. En verzorgden ook Sef Vergoossen, Hans Westerhof, Bert Bouwer (directeur NL Coach), Marcel Lucassen (docent DFB en ÖFB) en de KNVB-docenten Ruud Dokter, Peter van Dort, Jan Reurings en Albert Stuivenberg een workshop.
Persoonlijk leiderschap
De middag werd afgesloten door Gertjan Verbeek. De huidige coach van Heracles dat momenteel een verrassende en knappe vijfde plek inneemt op de ranglijst motiveerde zijn keuze voor de club uit Almelo. ,,Voor mij is het belangrijkst dat een voetbalclub een missie heeft, zoals het creëren van een nieuw stadion. Maar ook een eigen identiteit die breed wordt gedragen. Dus zowel wordt ondersteund door supporters als sponsors, bestuur, het begeleidingsteam als spelers.”
Daarnaast vertelde Verbeek in het kort iets over zijn visie en werkwijze. ,,Bij elke nieuwe club begin ik bij het uiten van mijn visie. Maar dat doe ik niet te lang. Ik probeer eerst te begrijpen wat er leeft binnen een spelersgroep om dan zelf begrepen te worden. Uiteindelijk wil ik doorgroeien naar een positie van wederzijdse afhankelijkheid. Persoonlijk leiderschap is een spel van keuzes maken, dingen laten gebeuren en zorgen dat het écht iets uitmaakt wat je doet.”
Van een 7 naar een 8
Tot slot benadrukte Verbeek het belang van het mentale aspect bij spelers. ,,Je kunt alleen goed presteren als coach als de groep goed in zijn vel zit. Ik schat dat ik voor dertig à veertig procent stop in mentale training. Dat doe ik onder andere door een één op één gesprek aan te gaan. ‘Noem eens vijf kwaliteiten van jezelf’ is bijvoorbeeld iets wat ik vraag aan mijn spelers. We hebben in Nederland nogal eens de neiging ons alleen te focussen op het negatieve. Maar ik maak liever een 8 van een 7 dan een 6 van een 5.”
Op de vraag vanuit de zaal wat Verbeek als oplossing ziet om het aantal jeugdspelers wat elk jaar van de opleiding afkomt en naar het eerste elftal doorstroomt te kunnen verdubbelen, reageerde hij wat terughoudend. ,,Ik ben niet goed in statistieken. Maar ook hier geloof ik dat we wat kunnen betekenen bij de mentale begeleiding. Technisch, tactisch en fysiek staat het aardig op papier. Maar ik geloof dat in de meeste gevallen jeugdspelers afvallen wegens ‘onaangepast gedrag’. Als jullie coaches dat gedrag al vroeg kunnen herkennen en veranderen, verwacht ik een veel hoger rendement.” (Bron: knvb.nl)