Feyenoord vreest leegloop jeugdopleiding

| nldevoet-dehdari | Trainersnieuws

Feyenoord probeert koortsachtig de veelbelovende jeugdinternationals Karim Rekik, Anass Achabar, Tony Trindade de Vilhena en Joey Sleegers vast te leggen. De club vreest dat met name verdediger Rekik (16) zijn handtekening niet meer onder de aanbieding zal zetten. Het talent staat in de belangstelling van Manchester City, terwijl ook Juventus en Inter hem in het vizier hebben. Eén club meldde zich al officieel bij Feyenoord om over een overgang te praten. ,,Maar die naam geven wij niet prijs”, reageert een woordvoerder van Feyenoord. Ook de andere drie toptalenten uit de B1 hebben nog niet getekend in De Kuip, maar algemeen directeur Eric Gudde heeft goede hoop dat ze vastgelegd kunnen worden. Jean Paul Boëtius, eveneens jeugdinternational uit de B1, tekende deze week wél zijn eerste contract in De Kuip, voor drie jaar. Slechts opleidingsvergoeding Feyenoord vreest dat Rekik wordt weggekaapt door een buitenlandse grootmacht. Manchester City is zeer geïnteresseerd in de verdediger. Rekik zou na Jefffey Bruma (Chelsea), Rajiv van la Parra (Caen), Kyle Ebecilio (Arsenal) en Nathan Aké (Chelsea) de vijfde Feyenoorder worden die, voordat hij kon worden vastgelegd, verkast naar het buitenland. De club krijgt dan slechts een opleidingsvergoeding. Avontuur loopt vaak uit op teleurstelling Gudde weet dat jongeren de lokroep van een buitenlandse club niet altijd kunnen weerstaan. ,,Het is jammer dat een enkeling van onze talenten soms vertrekt nog voordat hij in De Kuip te zien is geweest. In de meeste gevallen blijkt het achteraf vooral betreurenswaardig voor de speler zelf. Kijk de statistieken er maar op na: in het overgrote deel van de gevallen lopen die vroege buitenlandse avonturen uit op een enorme teleurstelling. Dan haalt zo’n jongen nooit het eerste elftal, wordt verhuurd en keert later gefrustreerd terug naar Nederland.” Gudde blijft hopen op de handtekeningen van de vier grote talenten uit de B1, waarin ook de naar Chelsea vertrekkende Aké speelt. ,,In gesprekken met de ouders wijzen we er altijd op dat dergelijke clubs jaarlijks één of wel twee handen vol ontluikende talenten halen, hopen dat een van hen doorbreekt en de anderen laat vallen. De meeste spelers en hun ouders realiseren zich dat ook. Zij beseffen dat, als hun zoon echt zo goed is, hij via een gestage doorgroei in de Kuip ook een paar jaar later nog naar het buitenland kan en dan met aanzienlijk meer kans van slagen.” (Bron: ad.nl)