Vooral wanneer ze spelen op kunstgras hebben veel voetballers nog vrees voor lelijke blessures na een sliding. Onderzoeker Piet van Erp van het UMC Radboud in Nijmegen doet onderzoek naar die blessures. Zijn gegevens en conclusies stellen sportveldenbouwers en onderhoudsmedewerkers in staat hun velden te verbeteren en assisteren coaches bij het wegnemen van vooroordelen. Bij de jeugdopleiding van Willem II/ RKC bestaan de trainingen uit een combinatie van elementen voor zowel de groep als voor individuele spelers. Remco Oversier: “Ons trainingsprogramma is een combinatie van teamtactische trainingen, techniektrainingen en diverse fysieke trainingsvormen. Maar eens per week hebben we ook thematrainingen waarbij we een aantal spelers bij elkaar zetten die elk een element hebben waarvan we denken dat we dat kunnen verbeteren. Dit is gebaseerd op het Persoonlijk Ontwikkelings Plan van iedere speler, in combinatie met het beeld van de trainer-coach. In het geval van slidings kan het bijvoorbeeld zijn dat we een verdediger de opdracht geven een bal af te pakken middels een sliding van een speler die juist moet trainen om in een kleine ruimte te bewegen. Ik denk het de beste methode zal zijn om de sliding van een speler te verbeteren in een spelsituatie. Niet door hem deze eindeloos te laten herhalen en perfectioneren. Het moet zoveel mogelijk plaatsvinden in de context van de wedstrijd. Iedere sliding is anders, zowel in positie, als op het moment, de richting en de uitvoering.” Lees het complete artikel in de printuitgave van De Voetbaltrainer 193.