Iedereen bij Excelsior verklaarde Aad Putters voor gek toen hij 25 jaar geleden voor het eerst vertelde over Robin van Persie. Een jongen van 5 met de traptechniek van een volwassen profvoetballer; dat bestond niet. Nu krijgt hij wekelijks telefoontjes uit de hele wereld over hoe hij de spits van Oranje heeft leren koppen. Een gesprek (gedeeld door Van.zelf.nl/jijleeft, het inspiratieplatform van verzekeraar Zelf) over de tranen van een straatjongen en over de bescheidenheid van een wereldster. Wat is uw eerste herinnering aan Robin van Persie? “Dat is meteen één van de meest bijzondere momenten geweest uit mijn leven. Ik gaf training aan de F’jes van Excelsior en een vader kwam met zijn 5-jarige zoontje aan de hand naar me toe. Of hij mee mocht trainen, want hij voetbalde zo graag. Van de KNVB moest je minimaal 6 jaar zijn om te mogen voetballen, dus ik stuurde hen zonder na te denken weg. Toch bleven ze de rest van de training langs de lijn staan kijken. Elke keer als er een bal langs het doel vloog, schopte de jonge Robin van Persie die vanaf 20 meter recht in mijn voeten terug. Stuk voor stuk met een perfecte wreeftrap. Ik wist niet hoe snel ik naar zijn vader toe moest sprinten om te vragen of Robin de week erop toch mee wilde trainen.” Hoe was Van Persie als pupil? “Robin was een goedlachse, bescheiden jongen voor wie alles in het teken stond van voetbal. Hij kwam altijd hooghoudend met een oude versleten bal naar de training. En hij bleef altijd als enige een uur langer om met mij de paar zwakke punten te trainen die hij had, zoals zijn rechterbeen en het koppen. En zodra hij dan eindelijk weg was van het sportpark, rende hij naar een pleintje in Kralingen om daar de rest van de dag op straat te voetballen.” Maar hij was toch juist altijd zo’n moeilijke jongen vroeger? Johan Derksen noemde hem zelfs ooit een zelfingenomen blaag. Klopt er dan niets van dat beeld? “Ik heb Robin natuurlijk alleen getraind toen hij een kind was. Later, in zijn pubertijd heeft hij andere trainers gehad. Die zullen ongetwijfeld het nodige met hem te stellen hebben gehad. Maar ik blijf bij wat ik al zei: Robin was een bescheiden jongen die alles over had voor het voetbal. Dat ouders van andere spelers jaloers waren en dat Derksen altijd iedereen moet afzeiken, doet niets af aan het goede karakter en de topsportmentaliteit van Robin.” Inmiddels is het wel duidelijk dat hij de beste voetballer is die u ooit heeft getraind, maar was dat toen ook al zo? “Ik heb in 50 jaar tijd zo’n 1500 jonge talenten getraind. Tientallen van hen zijn later uitgegroeid tot bekende profvoetballers, maar geen van hen zal ooit in de buurt komen van Van Persie. Dat besef had ik al vrij snel en daar handelde ik ook naar. Ik deed, meer nog dan bij andere jonge voetballers, alles om hem het beste uit zichzelf te laten halen. Bij Robin was dat een ontzettend dankbare taak, want hij was heel leergierig. Als ik hem vroeg om elke dag na de training tien minuten lang met zijn rechterbeen de bal om een paar palen of poppen heen te krullen, dan deed hij dat elke dag een uur lang. Bij Robin zit de kwaliteit niet alleen in zijn talent, maar vooral ook in zijn liefde voor de bal.” Heeft u ooit een speciale band gehad met Robin van Persie? “Sterker nog, die band is er nog steeds. Als hij geblesseerd is, komt hij altijd revalideren in Nederland. Hij traint dan met een hersteltrainer op een bijveldje van Excelsior. Eén van de eerste dingen die hij dan doet, is bij mij in het washok binnen lopen. Dan gaat hij in een hoekje op een stoel zitten, zodat niemand hem ziet. Meestal praten we dan vooral over vroeger. We kunnen nog altijd hard lachen om dingen die we meer dan 20 jaar geleden samen hebben meegemaakt. En ondanks zijn status als wereldster is hij ook nog altijd benieuwd hoe het met mij gaat.” Weet u het moment nog dat hij als 18-jarig talentje in een tjokvolle Kuip een vrije trap opeiste die routinier en vrije trappenspecialist Pierre van Hooijdonk eigenlijk moest nemen? “Haha, jazeker, als de dag van gisteren. Van Hooijdonk was laaiend, die was natuurlijk bang dat zijn onaantastbare positie als held van dat elftal in gevaar kwam. Maar net als een groot deel van de Feyenoord-fans vond ik het diep van binnen eigenlijk wel mooi, zeker omdat hij die vrije trap nog verdomd goed nam ook. Het paste ook wel bij het beeld van een echte Rotterdamse straatvoetballer. Inmiddels is hij zo wijs en rustig dat hij de confrontatie met een belangrijke medespeler nooit meer zo openlijk op zou zoeken.” Bent u later, toen hij al in Engeland voetbalde, ooit naar een wedstrijd van hem gaan kijken? “Nee, dat kon nooit in verband met mijn werk bij Excelsior. Maar ik heb hem natuurlijk wel altijd van een afstandje gevolgd. Ik heb laatst wel iets anders met hem samen gedaan, dat was minstens zo bijzonder als het bezoeken van een wedstrijd in Londen of Manchester. Hij werd gevraagd voor een spotje van Calvé en heeft toen tegen die marketing-jongens gezegd dat hij mij graag erbij wilde hebben. Dat vond ik erg tof van hem. We zijn een paar dagen bezig geweest met een heel grote filmploeg en ik heb er ook nog wat geld aan over gehouden. Zo attent is Robin nu, altijd aan anderen denken, ook al staat hij zelf elke dag in de spotlights. Daar kunnen heel wat andere grote voetballers een voorbeeld aan nemen.” Waar kon Van Persie als kleine jongen absoluut niet tegen? “Als iets hem niet lukte op het voetbalveld. Robins liefde voor de bal wilde er in de vroegste jeugd nog wel eens toe leiden dat hij in zijn eentje het complete elftal van de tegenstander wilde uitspelen. Ik heb hem wel eens zien huilen, als hij zes man passeerde en de bal verloor aan de zevende. Dan legde ik hem uit dat hij eerder moest overspelen en bij het volgende partijtje deed hij dat dan braaf. Maar een paar weken later probeerde hij het toch weer opnieuw. Ach, iedereen kon dat van hem ook hebben, omdat het de helft van de keren nog lukte ook.” Zo onomstreden als toen bij Excelsior of later bij Feyenoord, Arsenal en Manchester United, is hij bij Oranje niet altijd geweest. Bij vlagen speelde hij de sterren van de hemel en soms was hij wedstrijden lang onzichtbaar. Hoe kan dat? “Robin functioneert het best als tweede aanvaller in een systeem met twee spitsen. Dan heeft hij voldoende ruimte om in de bal te komen, een mannetje uit te spelen en met passes te strooien. Uiteindelijk scoort hij dan ook veel makkelijker en vaker dan wanneer hij in zijn eentje aanvalsleider moet zijn. Vergelijk hem maar met zijn voorbeeld bij Arsenal, Dennis Bergkamp. Dat was ook een geweldige voetballer, waar je als fan voor naar het stadion kwam. Maar ook hij kwam het beste tot zijn recht met een pure afmaker naast hem. Het probleem bij Oranje was, dat hij juist wel vaak als eenzame spits is gebruikt.” Wat verwacht u tijdens het WK 2014 van uw pupil van weleer? “Ik ga ervan uit dat hij geweldig gaat spelen. Waarschijnlijk voetballen we met twee spitsen en dat ligt hem dus wel. Bovendien is hij heel goed in vorm. Het enige probleem is dat het Nederlands Elftal als team niet van wereldklasse is. Ik hoop dat we de poule overleven, maar veel verder zal Oranje niet komen. Daarvoor is het met name achterin te zwak. In zo’n team is het voor een individuele speler, hoe goed ook, natuurlijk lastiger om je te laten zien dan wanneer je bij de wereldkampioen in de spits staat.” Heeft u nog een laatste gouden tip voor Van Persie, voor het komende WK? “Robin heeft van mij al lang geen tips meer nodig. Hij heeft zich ontwikkeld tot de perfecte voetballer. Dat klinkt misschien extreem, maar Robin is ook een extreem geval. Buiten Pelé en Zidane weet ik zo snel niemand anders over wie ik dit nog meer zou durven zeggen. Dat is toch het mooiste compliment dat een pupil je kan geven? Je zo geweldig ontwikkelen als Robin heeft gedaan, dat je op een dag van niemand meer tips nodig hebt? Nee, ik ga niets meer vertellen tegen Robin. Ik kijk naar hem en geniet. Net als de rest van de wereld.”