De Voetbaltrainer en het WK 2014: Aflevering 6, Provocerende pressie tegen betere tegenstandersnldevoet-dehdari2016-07-14T13:50:17+02:00
Tegen Wales speelde Oranje vanuit een 1:4:4:2 formatie. Bondscoach Louis van Gaal gaf achteraf aan de accenten in dit systeem te willen testen bij zijn team. Het ging daarbij vooral om het spelen met twee spitsen, aangezien dat ook wel eens het plan kan zijn in de WK-wedstrijden tegen Spanje en Chili. Wesley Sneyder zakte bewust verder terug om als passgever te kunnen fungeren. Beide doelpunten kwamen na een dieptebal van de middenvelder, dus het rendement was daar. Opvallend was dat Wales geregeld onder de druk van Oranje kon uitvoetballen. Over het drukzetten van het Nederlands team kan de technische staf nog niet tevreden zijn. Van Gaal ga na afloop van de wedstrijd tegen Wales aan dat hij met Oranje in een proces zit. Tegen betere tegenstanders komt goed uitgevoerde provocerende pressing van pas. Spanje en Chili willen altijd aanvallen en dan werkt dit systeem heel goed. In De Voetbaltrainer 190 (2012) vertelde de bondscoach voor het eerst over het thema provocerende pressie: SpeelwijzeSef Vergoossen: “Ik wil graag nog iets meer over de speelwijze weten en de keuzes die je daarin maakt. Klopt het als ik constateer dat je bij balbezit van de tegenstander het blok wat verder laat terugzakken dan Van Marwijk?” Louis van Gaal: “Ja en dat doe ik omdat die keuze het beste past bij de kwaliteiten van deze spelersgroep. We creëren eerst ruimte om daarmee optimaal de snelheid van spelers als Lens, Robben, Narsingh, Schaken en Van Persie te benutten. Het bewijs werd, hoe gek dat ook mag klinken, juist tegen Andorra geleverd. Toen voerden we overal op het veld pressie uit, omdat we wisten dat we dan snel weer in balbezit zouden komen. Maar uiteindelijk leverde het niet zoveel op. Tegen het sterkere Roemenië creëerden we eerst de ruimte en benutten daarna die snelheid van onze aanvallers. Dat bleek heel wat effectiever. Ik noem dat provocerende pressie. Dat heb ik met AZ ook vier jaar gespeeld, maar dat werd nauwelijks herkend. Iedereen zei dat we louter aanvallend speelden, maar dat was niet zo. We speelden bij balbezit aantrekkelijk door snelle acties in de diepte, maar daarvoor schiepen we bij balbezit van de tegenstander ook met AZ eerst de voorwaarden om dat mogelijk te maken. Dat is ook de nuancering die ik met het Nederlands elftal op de Barcelona-stijl wil aanbrengen. De balcirculatie bij Barcelona wordt technisch perfect uitgevoerd, maar het is te veel breed. De bal wordt hooguit tien meter diagonaal naar voren gespeeld en dan vaak weer terug of breed richting de andere zijde van het veld. Ik vind dat je meer stations moet overslaan en dat het veel meer direct richting het doel van de tegenstander moet gaan. Dat kan alleen als je eerst die ruimte ‘provoceert’ en vervolgens benut voor die snelle acties in de diepte.”