Medio 2010 zat de Belgische eersteklasser Sporting Lokeren op sportief vlak in een benarde situatie. De club gooide het over een andere boeg en stelde met Sportief Directeur Willy Reynders en hoofdtrainer Peter Maes een competitief duo aan. Beide heren werken heel nauw samen. Reynders merkt op dat dit bij veel clubs beter kan: ‘De samenwerking van een Sportief Directeur met zijn hoofdtrainer is belangrijker dan die met de bestuurstop.’ Een fragment uit het artikel: Jeugd De jeugdopleiding ligt Reynders na aan het hart. Willy Reynders: “Ik was in het verleden actief bij Lokeren als hoofdtrainer, maar ook als assistent. Het jaar voor ik Sportief Directeur werd, hield ik me bezig met het opnieuw uittekenen van de jeugdopleiding. Als Sportief Directeur moet je zorgen dat je daar op de belangrijke posities mensen hebt die op dezelfde golflengte zitten. We hebben een heel jonge beloftegroep gevormd en betrekken hen nu heel erg bij de Akern. Zij krijgen dezelfde faciliteiten om te werken en de sportieve staf van de A-kern, inclusief hoofdtrainer Peter Maes, geeft hun extra trainingen om zo de stap naar die A-kern te verkleinen. Dat vertaalt zich al meteen naar resultaten, want onze ploeg staat los bovenaan. Maar veel belangrijker: die spelers voelen vertrouwen. Ze weten dat we erg met hen begaan zijn en willen dat ze doorbreken in het eerste elftal. Daarom blijven onze beste jongeren ook veel langer, hoewel Belgische topclubs geregeld aan hun mouw trekken. Het helpt dat er recent een aantal jongeren doorbrak en vervolgens meewerkte aan een transfer naar een topclub, zoals Tshimanga (naar Racing Genk, red.) en De Bock (naar Club Brugge, red.). Het is belangrijk voor een club als de onze dat regelmatig spelers doorstromen naar de A-kern.” Wilt u het complete artikel lezen? Word abonnee! Kijk hier voor de mogelijkheden.