In De Voetbaltrainer 210 vestigen we de aandacht op Twin Games, waarmee zowel de KNVB als diverse clubs een pilot hebben gedraaid in het seizoen 2014/2015. De Voetbaltrainer laat twee trainers van BVO’s aan het woord die vertellen over de plek die deze spelvorm heeft binnen hun opleiding: Tim Wolf (PSV) en Marco van Lochem (Excelsior).
Twin Games
Twin Games zijn wedstrijden waarbij beide teams in tweeën worden opgesplitst en tegelijkertijd, op twee veldjes naast elkaar, wedstrijden tegen elkaar spelen. Het grote voordeel daarvan is a) dat er niet of nauwelijks wisselspelers zijn en spelers dus meer speelminuten maken en b) dat ze op kleinere veldjes spelen en dus meer voetbalacties maken.
Maatwerk
Tim Wolf: ‘De kracht van de nieuwe competitieopzet is dat de regels gemakkelijk aan te passen zijn aan de behoeften van de spelers. Zo wordt er in de competitieopzet met dezelfde leeftijden tegen elkaar gespeeld. Maar hierin zou door onderling contact tussen trainers een teamindeling gemaakt kunnen worden op basis van geboortemaand. Dan laat je de vroegrijpers tegen elkaar laat spelen op het ene kwart van het veld en de laatbloeiers tegen elkaar op het andere kwart.
Zo vond er afgelopen december een Twin Games-toernooi plaats bij ons op De Herdgang, waarbij alle deelnemende clubs twee teams hadden geformeerd: één team met spelers geboren van januari tot juni en een team met spelers die geboren zijn van juli tot december.’
Aantallen
Marco van Lochem: ‘In Nederland wordt er steeds meer nagedacht over wat nu precies de beste manier van opleiden is. En ook in welke aantallen dat dan zou moeten. Wat Twin Games betreft spelen we 6:6 bij de Onder 9 en Onder 10. Bij de Onder 11 en Onder 12 spelen we 8:8 en daarná gaan we pas over naar het reguliere 11:11. Clubs die geen Twin Games spelen, hanteren meestal 7:7 in de Onder 9/10, gaan naar 9:9 in Onder 11/12 en uiteindelijk naar 11:11.
Ik denk dat dat niet te verkopen is. Met name in de Onder 9 en Onder 10 (E-pupillen) zijn de ruimtes in 7:7 op een half veld gewoon veel te groot. Om over 11:11 op een heel veld nog maar te zwijgen. Ooit is dat waarschijnlijk bedacht zodat spelers ruimtelijk inzicht konden ontwikkelen. Maar ik vind het, zeker gelet op het opleiden volgens een doorlopende leerlijn, bij de Onder 9 veel belangrijker dat een speler in de kleine ruimte bijvoorbeeld een schijnbeweging aanleert. Dat hij op een later moment leert om te spelen in grotere ruimtes past dan veel beter.’
Al 40 jaar is De Voetbaltrainer hét vakblad voor de toegewijde trainer/coach. Het magazine komt acht keer per jaar uit en bevat 80 pagina’s vol interviews met toptrainers, voetbal oefenstof en analyses.