Daar sta je dan. Op het voetbalveld. Met schreeuwende kinderen om je heen en trotse ouders langs de kant. Aan jou de taak om het een beetje in goede banen te leiden. De vraag is: hoe doe je dat? In dit artikel gaan we dieper in op de rol van de ouders. Er blijken verschillende ‘soorten’ te zijn. Hein Voorwinde is ervaringsdeskundige en schreef er het boek ‘Niet op een kluitje!’ over. Je bent trainer-coach van de spelers. De ouders krijg je erbij en dat vraagt (in sommige gevallen) om het zoeken naar balans. Aan de ene kant moet je ze betrokken houden bij het team. Je hebt ze nodig bij het vervoer naar uitwedstrijden, om de shirtjes te wassen, te helpen bij het omkleden en om het team aan te moedigen. Aan de andere kant mogen ze ook niet té betrokken zijn. Zo mogen ze zich niet met de wedstrijdbespreking bemoeien en nog belangrijker, geen aanwijzingen geven tijdens de wedstrijd. Maak dit aan het begin van het seizoen direct duidelijk. Dat is echt belangrijk. Als je dit namelijk niet doet, staat straks de helft van de ouders als een soort van reservecoach aanwijzingen te geven tijdens een wedstrijd. Dit kan tot grote verwarring bij de spelers leiden. Helemaal als de ouders ook nog eens tegengestelde instructies geven. Dan kan het zomaar gebeuren dat de ene ouder roept dat een speler de bal moet overspelen terwijl een andere ouder tegelijkertijd de aanwijzing geeft dat hij (de speler) een actie moet maken. Dat is echt geen doen voor de mannen. Neem ze dus in bescherming en zorg ervoor dat de ouders zich niet als een extra coach gaan gedragen. Wat ook kan gebeuren, is dat een van spelers zich misdraagt of niet luistert en dat jij hem tot de orde moet roepen, terwijl zijn vader of moeder naast je staat. Dat voelt misschien een beetje raar. Toch moet je het doen. Ga niet staan wachten totdat de ouders ingrijpen. Jij bent de coach en jij bepaalt de regels. Als een speler dus in het net van een doel gaat hangen terwijl jij wilt dat hij luistert, dan moet jij daar gewoon wat van zeggen. Ook al staat zijn vader ernaast, die geen probleem heeft met wat zijn zoon doet. Wees er wel op voorbereid dat niet alle ouders staan te juichen als je hun prins corrigeert. Dat weet ik uit ervaring. Aan het einde van een training moesten de mannen hun hesje bij mij inleveren. Een speler vond het niet nodig om naar mij toe te komen. Hij gooide het hesje in mijn richting, maar ik stond te ver van hem vandaan, dus landde het ergens tussen ons in. Ik vroeg hem om het hesje aan mij te geven. Dat deed hij mokkend. Op een meter of vijf van ons vandaan stond zijn moeder. Ze was ‘not amused’, zacht uitgedrukt. We kunnen in ieder geval de volgende soorten ouders onderscheiden: ….lees verder in VT211. Wilt u het complete artikel lezen of abonnee worden op De Voetbaltrainer? Klik hier voor meer informatie.
Ouders langs de kant: wat moet je er mee?
