Peter Bosz (Vitesse): Masterclass drukzettennldevoet-dehdari2015-10-24T00:00:00+02:00
Lang hield Peter Bosz een hernieuwd gesprek met De Voetbaltrainer af. In zijn eerste twee seizoenen bij Vitesse wenste hij zich nog niet in de kaarten te laten kijken, wetende dat hij zich ten opzichte van ons vakblad niet uitsluitend aan de oppervlakte kon begeven. Nu wil hij wel, omdat Bosz beseft dat in de voetbalwereld uiteindelijk niets geheim blijft. Een gesprek dat zich afspeelt met de hand aan het tactiekbord: ‘Vitesse wil op iedere variant die een tegenstander ons mogelijk voorschotelt, een passend antwoord hebben.’ Een fragment uit het artikel: Het juiste momentIs er een specifieke aanjager in het veld die het sein geeft?Peter Bosz: “Nee. Het is de speler die door zijn handeling aangeeft dat er drukgezet moet worden. Ik had daarover een discussie met onze speler Qazaisjvili. Die beklaagde zich erover dat niemand een teken gaf: ‘Nobody talks!’ Ik heb hem uitgelegd dat juist hij, vanaf zijn 10-positie, vaak degene is die door het initiatief te nemen om druk te zetten, de anderen laat zien dat ook zij moeten handelen: jij bent het sein. Als jij sprint, gaat de rest. De aanvallende middenvelder heeft dan twee taken: hij moet de inspeelpass naar het middenveld eruit halen, maar zeker ook de diagonale bal naar de kant waarvandaan wij juist gekanteld zijn. Dan komt de volgende vraag: wanneer moet hij nu gaan? Dat is dus niet wanneer de bal gespeeld is, maar nét het moment daarvoor. De keeper gaat de bal inspelen, draait in en op het moment dat hij gaat trappen, zal hij met zijn hoofd iets naar beneden gaan om de bal goed te raken. Dát is het moment om te gaan. Ga je later, dan heeft de tegenstander voldoende tijd om uit te draaien en het spel te verleggen. Je hoort heel vaak zeggen: ‘Je moet op het juiste moment gaan.’ Maar wat ís dat juiste moment? Dat proberen we hier te definiëren. Daar gaat het om. Dan geldt: bal beweegt, 10 beweegt. De positie van onze aanvallende middenvelder is cruciaal. Het gaat allemaal om afstanden. Staat hij niet hoog genoeg, dan zul je zien dat de centrale verdediger die wordt aangespeeld de tijd heeft om open te draaien en het spel te starten. Dan kom je overal een stap te laat. Maar staat onze middenvelder te hoog, dan wordt die centrale verdediger helemaal niet aangespeeld. Ook dát willen we niet, dus het luistert heel nauw. Wat daarin ook een grote rol speelt, zijn de kwaliteiten en keuzes van de keeper van de tegenstander. Het ver schilt nogal per keeper of hij de verdediger wél of níet durft in te spelen. Ook speelt een rol of de keeper linksof rechtsbenig is. Speelt een rechtsbenige keeper zijn linker centrale verdediger aan, krijgt hij hem vaak op zijn linkerbeen terug. Dat is voordelig voor ons. Laat hij hem voor zich langs lopen naar zijn rechterbeen, neemt hij een groot risico. Met dat soort details houden wij rekening als we bepalen over welke kant we druk gaan zetten.” Het gehele artikel is te lezen in de VoetbalTrainer nummer 213. Bent u nog geen abonnee? Klik hier om u aan te melden. Abonnees op de mediatheek van De Voetbaltrainer vinden daar nu de beelden die horen bij het artikel met Peter Bosz.