De afdeling Voetbalontwikkeling van de KNVB richt zich op het ontwikkelen van voetbalverenigingen en de voetbaltechnische kaderleden. Het doel is ervoor te zorgen dat alle (jeugd)spelers bij de betreffende clubs met plezier en veilig (nog) beter leren voetballen. Lennard van Ruiven is coördinator van deze afdeling, die in september een groot onderzoek is gestart naar de optimale wedstrijdvormen voor pupillen in de leeftijd van mini F-pupil t/m D-pupil (6 t/m 12 jaar). Dit onderzoek is onderdeel van de elf speerpunten in het programma van De Hollandse voetbalschool 2.0, namelijk ‘Structureel meer weerstand creëren’. Een fragment uit het KNVB-katern in VT215: Veldtesten Jorg van der Breggen: “Inmiddels hebben we in de herfstvakantie een groep getalenteerde voetballers allerlei wedstrijdvormen laten spelen. Al die wedstrijdjes zijn opgenomen en geanalyseerd door een groep experts van de Rijksuniversiteit Groningen. We verwachten op korte termijn de uitkomsten hiervan, en die gaan richting geven aan de keuzes die we toekomstig zullen gaan maken. Validiteit van deze testen is uiteraard een essentieel onderdeel, daarom ook zullen we de verschillende wedstrijdvormen gedurende dit seizoen op verschillende momenten met verschillende groepen meermaals testen en analyseren.” Hoe gaat de KNVB straks afwegen welke argumenten vanuit al het onderzoek het zwaarst wegen? Jorg van der Breggen: “Ik denk dat je niet moeten denken in ‘we doen het één óf het ander’, maar we doen het allebei. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het verstandig is om niet te vroeg te specialiseren. Dat betreft niet alleen een specifieke functie als die van de keeper, maar ook andere posities. Maar het geldt ook voor de manier waarop het spel kan worden gespeeld. Wanneer je gaat zien dat je alleen nog maar ‘naar de bal toe’ kunt voetballen, omdat bij iedere dieptepass de bal over de achterlijn rolt – om maar bij een voorbeeld te geven – dan schiet je je doel voorbij. Maar je moet het ook leeftijdgerelateerd bekijken. Ziet een speler van zeven jaar al daadwerkelijk de ruimte voor de dieptepass, of kijkt hij alleen nog maar in zijn directe omgeving? Is hij dus voornamelijk balgericht. Wanneer zijn vaardigheden met en zonder bal bij een kind nu aanwezig, dan wel kunnen die door een dwingende wedstrijdvorm worden gestimuleerd? Voetbal is een spel met de bal, maar evengoed zonder bal. De vormen die we straks gaan aanbieden, zullen aan al die aspecten optimale ruimte moeten bieden.” Wilt u het complete artikel lezen en/of abonnee worden op vakblad De Voetbaltrainer, klik hier voor de mogelijkheden.