Scenario: Spelen in ondertal

| Paul Geerars | Trainersnieuws

De scheidsrechter trekt een rode kaart. Je team moet de rest van de wedstrijd gedwongen in ondertal spelen. Wat is dan een goed tactisch scenario? Voor het antwoord zochten Sef Vergoossen en Tjeu Seeverens voor deze special Mitchell (VT216) van der Gaag (44) op. De trainer van FC Eindhoven blijkt vooral in zijn Portugese periode heel wat ervaring met dit scenario te hebben opgedaan. Op zijn verzoek schuiven ook de assistenten Pascal Maas (53) en Maurice Verberne (44) aan.

Kwaliteiten
Maurice Verberne: “Welke oplossing je bij ondertal kiest, is natuurlijk ook afhankelijk van de kwaliteiten van je spelers. Als je twee snelle spitsen hebt, kies je bij een ondertalsituatie eerder voor 1:4:3:2, waarbij die twee spitsen tussen de centrale verdedigers en de backs gaan spelen. Heb je maar één echt snelle spits, dan is – zeker bij een voorsprong – 1:4:4:1 een logische keuze. Die optie hebben wij nu na de komst van de supersnelle vleugelspeler Jinty Caenepeel van AA Gent. Zelfs uit stand kan hij enorm versnellen en hij is doelgericht. Dus we kunnen hem ook bij ondertal in de spits zetten en hem via de bal tussendoor of in de diepte in stelling brengen. Hij heeft al heel wat doelpunten achter zijn naam staan. Is je team gewend en in staat om via goed positiespel van achteruit op te bouwen en heb je weinig lengte en kopsterke spelers in je selectie, dan heeft het weinig zin om heel opportunistisch te gaan spelen.”

Mitchell van der Gaag: “Ik wil graag een belangrijk detail aankaarten. Een ondertalsituatie kan ook relatief kort duren. Bijvoorbeeld bij een blessure of als je niet meer mag wisselen. Vooraf maak je daar afspraken over. Elke trainer zal dat doen. Wat gebeurt in de praktijk? Spelers die dan op een andere positie moeten gaan spelen, steken keurig hun hand op. Zo van: ‘Trainer, ik weet al op welke positie ik moet gaan spelen.’ Maar vervolgens denken en handelen ze niet zoals dat op die nieuwe positie van hen wordt gevraagd. Mentaal hebben blijkbaar veel spelers daar even tijd voor nodig en dat kost nogal eens tegendoelpunten. Ook ons is dat dit seizoen overkomen: de middenvelder die een linie moest zakken en centrale verdediger werd, maar bleef verdedigen als een
middenvelder.”

Lees het complete artikel in VT216.

Gerelateerd
Trainersnieuws

Andries Jonker: ‘In 1:3:5:2 de meeste creativiteit op het veld’

Trainersnieuws

Marijn Beuker: Creëren en implementeren van een visie

Trainersnieuws

Thomas Ruesink: Opleiden in de Onderbouw