Scenario: Vasthouden van een voorsprong

| Paul Geerars | Trainersnieuws

De slotfase is doorgaans niet te vergelijken met het eerste deel van de wedstrijd. Zeker bij een achterstand zal de tegenstander op zoek gaan naar de gelijkmaker en risico’s nemen. Jan Zoutman,
trainer van Quick Boys, dacht tot in detail uit wat zijn team doet om een voorsprong vast te houden en maakt met zijn spelers specifieke afspraken over onder meer het verwerken van de lange bal, het drukzetten, de counter en het behouden van de bal. ‘Op twee gedachten hinken is funest, we moeten gezamenlijk druk blijven zetten.’

Drukzetten
Jan Zoutman: “Een van de grootste gevaren bij het vasthouden van een voorsprong, is dat het elftal op twee gedachten gaat hinken; de verdedigers lopen liever iets verder achteruit, terwijl de aanvallers hoog druk blijven zetten. De onderlinge afstanden worden dan veel te groot. Met Quick Boys hebben wij de afspraak dat de afstand tussen verdediging en middenveld en tussen middenveld en aanval maximaal 15 meter bedraagt. We blijven waar mogelijk hoog drukzetten. Soms komt het voor dat we van dat plan afstappen. Dat gebeurde bijvoorbeeld in de uitwedstrijd tegen ASWH. Wij leidden met 0-1 en zij kozen ervoor om continu de lange bal te spelen vanaf hun keeper. Doorjagen op de keeper tot in het zestienmetergebied was geen optie, omdat we daarmee de opbouw weg zouden geven aan ASWH. Hun keeper had een erg verre trap, dus was het te riskant voor onze verdedigers om rond de middenlijn te verdedigen. Daarom kozen we ervoor ze iets verder terug te halen. Dat had consequenties voor de rest van het elftal, want de middenvelders en aanvallers moesten daardoor ook iets verder inzakken. De centrumverdedigers zijn erg belangrijk in het drukzetten; zij zorgen er met hun positionering en coaching voor dat het elftal in de lengte van het veld compact blijft spelen. Het is fijn als er spelers in het veld staan die dit regelen. Dat hoeven er geen elf te zijn, vaak is één of twee al genoeg. Dat zijn ook de spelers die je als trainer gebruikt om veranderingen aan door te geven in een chaotische slotfase. Er is dan vaak te veel rumoer om alle spelers te kunnen bereiken.”

Lees het complete artikel in VT216.

Gerelateerd
Trainersnieuws

Andries Jonker: ‘In 1:3:5:2 de meeste creativiteit op het veld’

Trainersnieuws

Marijn Beuker: Creëren en implementeren van een visie

Trainersnieuws

Thomas Ruesink: Opleiden in de Onderbouw