‘Briljante uitvoering van simpel voetbal’. Na een afwezigheid van zes seizoenen keert Sparta Rotterdam na de zomer weer terug op het hoogste voetbalniveau van Nederland. De in 1888 opgerichte en daarmee oudste betaald-voetbalclub kroonde zich dit seizoen tot de terechte kampioen van de Jupiler League. Een titel die, volgens trainer Alex Pastoor, niet tot stand is gekomen door vooral nieuwe dingen te doen. Integendeel, de simpele dingen zijn gewoonweg briljant uitgevoerd. Op het Trainerscongres in Zwolle gaf Pastoor de aanwezigen een kijkje in het dagboek van Sparta Rotterdam. Een fragment uit het artikel:
Instappen
Alex Pastoor: “Bij Sparta Rotterdam zijn we dit seizoen uitgegaan van zoneverdediging. Een voordeel daarvan is dat we, ongeacht hoe een tegenstander aanvalt, grotendeels uit kunnen blijven gaan van onze eigen principes. Binnen die zoneverdediging willen we dat onze verdedigers min of meer op dezelfde afstand van elkaar blijven spelen. Dat is iets wat duidelijk terugkomt in de vorm met de elastieken, maar ook in het partijspel 7:8. Wat we bij die zoneverdediging niet willen, is dat verdedigers zomaar instappen op een diepe middenvelder. De afspraak is dat je er pas heen gaat, op het moment dat de bal onderweg is. Dat instappen is namelijk gevaarlijk, want je geeft de tegenstander daardoor betere mogelijkheden om een steekbal te geven. Want als je instapt, moeten de overige drie verdedigers de hele breedte van het veld verdedigen. Door dit principe van het uitstappen veelvuldig terug te laten komen merken we dat er steeds minder fouten in worden gemaakt. In eerste instantie proberen we tegenstander ver van het doel te houden. Maar rond of in het strafschopgebied gaat zonedekking over in mandekking. Er wordt dan niet meer aan elkaar overgegeven, tenzij er duidelijk gecoacht wordt.”
Alex Pastoor: “Bij Sparta Rotterdam zijn we dit seizoen uitgegaan van zoneverdediging. Een voordeel daarvan is dat we, ongeacht hoe een tegenstander aanvalt, grotendeels uit kunnen blijven gaan van onze eigen principes. Binnen die zoneverdediging willen we dat onze verdedigers min of meer op dezelfde afstand van elkaar blijven spelen. Dat is iets wat duidelijk terugkomt in de vorm met de elastieken, maar ook in het partijspel 7:8. Wat we bij die zoneverdediging niet willen, is dat verdedigers zomaar instappen op een diepe middenvelder. De afspraak is dat je er pas heen gaat, op het moment dat de bal onderweg is. Dat instappen is namelijk gevaarlijk, want je geeft de tegenstander daardoor betere mogelijkheden om een steekbal te geven. Want als je instapt, moeten de overige drie verdedigers de hele breedte van het veld verdedigen. Door dit principe van het uitstappen veelvuldig terug te laten komen merken we dat er steeds minder fouten in worden gemaakt. In eerste instantie proberen we tegenstander ver van het doel te houden. Maar rond of in het strafschopgebied gaat zonedekking over in mandekking. Er wordt dan niet meer aan elkaar overgegeven, tenzij er duidelijk gecoacht wordt.”
Lees het complete artikel VT218.