Italië imponeerde gisteravond met een gesloten ploegprestatie en, aldus de Belgische doelman Thibaut Courtois, overklaste met zijn aanpak de Rode Duivels. Naast de ijzeren mentaliteit van de ploeg van Antonio Conte viel de succesvolle tactiek op. De Italianen baseerden hun aanpak op een beproefd concept 1:5:3:2, vaak toegepast door Juventus maar in het verleden (onder meer tijdens de openingswedstrijd van het EK 2012 tegen Spanje!) door de Squadra Azzurri.
Ook tegen België was dit de uitgangspositie van de Italianen, waarbij de Belgen meer dan Spanje destijds met drie aanvallers speelden. Dit maakte echter voor de intenties van Italië nauwelijks uit. Opvallend was dat Italië de linies zeer kort op elkaar hield, waarbij de voorste en de achterste man niet zelden maximaal twintig meter van elkaar vandaan stonden.
Echter, Italië bewees zich zeer flexibel in de wijze van drukzetten. Waar van tijd tot tijd werd gekozen voor blokvorming achterin en extreem kleine ruimtes gecombineerd met overgave in de duels, wist de ploeg ook de opbouw van België soms een in vroegtijdig stadium moeilijk te maken. Hiertoe speelden de beide vleugelbacks Candreva (rechts) en Darmian (links) op die momenten hoogop, waarbij niet werd geschroomd om ‘de eigen man’ (en het geval Darmian, zie foto, De Bruyne) los te laten. Het aanspelen van de Belgische back werd daardoor bemoeilijkt, en zodra Courtois voor de lange trap koos – zoals in dit voorbeeld – nam Darmian snel zijn positie in de vijfmansverdediging weer in.
In Nederland weten we sinds het WK 2014 maar al te goed dat je met een kwalitatief niet superieure ploeg door middel van het gedisciplineerd uitvoeren van een speelwijze toch succesvol kunt zijn. Hoewel de Belgen enkele kansen kregen, hadden zij het toch heel moeilijk tegen het Italiaanse 1:5:3:2, dat bovendien tactisch zeer flexibel werd toegepast.