Rol buitenspeler evolueert verder

| Paul Geerars | De Voetbaltrainer en het EK 2016

Waar veel buitenspelers in Nederland nog ‘met het krijt aan de schoenen’ spelen, is dat op het EK bij nagenoeg alle teams anders. Veel landen spelen op papier 1:4:2:3:1, waarbij de buitenste middenvelders in de linie achter de diepe spits zelden opduiken in de buitenste strook van het veld.

Zoals bij de drie topfavorieten voor de EK-titel: Frankrijk, Duitsland en Spanje. Waarschijnlijk zullen Dimitri Payet en Antoine Griezmann starten in de achtste finale tegen Ierland. Thomas Müller en Julian Draxler zijn de verwachte buitenspeler van Duitsland. Bij Spanje kiest Vicente del Bosque vermoedelijk voor Nolito en David Silva.

Schermafbeelding 2016-06-23 om 15.30.08Van dat zestal is Müller de enige die als rechtsbenige speler aan de rechterkant speelt. De overige vijf spelen met hun favoriete linkerbeen op rechts (Griezmann en Silva) of met hun rechterbeen vanaf de linkervleugel. Die trend is inmiddels ook in Nederland opgepikt: Ajax, Feyenoord en PSV spelen allemaal met een rechtsbenige speler op de linkervleugel, terwijl de linksbenige Gastón Pereiro doorgaans vanaf rechts komt.

Opvallender dan het favoriete been van de buitenspelers is dan ook hunSchermafbeelding 2016-06-23 om 15.30.21 positie in het veld. Veel teams in de Eredivisie posteren twee spelers in de buitenste strook van het veld (afbeelding 1), terwijl bijna alle topteams op het EK te met twee spelers aan de zijkant spelen en met de andere acht veldspelers in de as en de half-spaces (afbeelding 2).

Dat is goed te zien in het passnetwerk in afbeelding 3, van @11tegen11. (Op zijn Twitter-pagina zijn veel meer van zulke passnetwerken te vinden.) De positie van een speler wordt bepaald op basis van de gemiddelde locatie vanwaar hij zijn passes verstuurde. Het is goed te zien Spanje 3dat Silva als extra middenvelder speelde, terwijl Nolito gemiddeld ‘hoger’ op het veld in balbezit kwam dan Álvaro Morata.

Bij de genoemde toplanden is er nog een opvallende gelijkenis zichtbaar: een van de twee buitenspelers (Draxler, Silva, Payet) is van nature meer een middenvelder, die de bal het liefst in de voeten ontvangt en een overtal kan creëren op het middenveld. De andere buitenspeler (Müller, Nolito, Griezmann) is een aanvaller met scorend vermogen (zie tabel 1: aantal competitiegoals 2015/2016), die ongeveer op dezelfde hoogte speelt als de diepe spits.

Zowel de ‘voetballende’ als de ‘scorende’ vleugelspeler) komt graag naar de as toe. Dat heeft een aantal voordelen. Het doel van de tegenstander staat in het midden, dus vroeg of laat zal er een pass, schot of dribbel naar het midden moeten volgen om tot scoren te komen. Als het een team lukt om spelers vrij te spelen in de as of half-spaces, is de afstand tot de goal relatief klein.

 

‘Voetballende’ buitenspelergoals‘Scorende buitenspeler’goals
Dimitri Payet9Antoine Griezmann22
Julian Draxler5Thomas Müller20
David Silva2Nolito12
Totaal16Totaal54

Twee spelers op één vleugel is niet ideaal: een verticale pass van de back op de buitenspeler is heel moeilijk te verwerken. Geen enkele speler aan de zijkant is ook niet wenselijk: dat biedt de tegenstander de kans om in de breedte van het veld extreem compact te staan. Eén speler per buitenste strook is de ideale middenweg.

Een voordeel van veel spelers in de as van het veld is dat het kort combinatiespel bevordert. Roeland ten Berge, trainer van Topklasser DVS ’33, zei daarover het volgende in De Voetbaltrainer 212: “Om kort combinatievoetbal te spelen, zie ik mijn spelers graag dicht bij elkaar spelen. Dat is een uitgangspunt dat indruist tegen de traditionele opvatting ‘het veld groot maken in balbezit’. In mijn optiek wordt het veel moeilijker om kort combinatiespel te spelen als de onderlinge afstanden groot zijn.”

De genoemde veldbezetting biedt daarnaast nog een groot pluspunt. Ten Berge: “Kleine onderlinge afstanden bieden grote voordelen in de omschakeling na balverlies. Omdat mijn spelers al dicht bij elkaar staan, is het veel gemakkelijker om druk te zetten de bal snel terug te veroveren.” Dat lieten Duitsland en Spanje tijdens het EK al geregeld zien, door via agressieve counterpressing de bal binnen vijf seconden te heroveren.

Veel landen kiezen er niet alleen voor een rechtspoot op links te posteren, en andersom, maar laten ze ook vaak ver aan de binnenkant spelen. Wie daar aanspeelbaar wordt, is relatief dicht bij de goal en kan direct voor gevaar zorgen. De combinatie van een ‘voetballende’ en een ‘scorende’ buitenspeler zorgt voor de ideale balans tussen extra spelers om het spel te maken en meer steun voor de spits in het omzetten van het veldoverwicht in doelpunten.

Gerelateerd
De Voetbaltrainer en het EK 2016

‘Bij Porto moet je ook op je twaalfde al onoverwinnelijkheid uitstralen’

De Voetbaltrainer en het EK 2016

De keuzes van Frankrijk en Portugal als Frankrijk opbouwt

De Voetbaltrainer en het EK 2016

Het Plan A en Plan B van Frankrijk