Wil je als trainer een wedstrijdechte partijvorm spelen, maar heb je geen 22 spelers tot je beschikking? Dan moet je concessies doen in de aantallen spelers per team, evenals in de afmetingen van het veld. Welke keuzes kun je daarin maken? We bespreken een aantal opties.

Het veld verkorten

De eerste optie die je hebt, is het verkorten van het veld in de lengte en het weghalen van een linie bij beide teams. Heb je bijvoorbeeld dertien veldspelers en een keeper tot je beschikking, dan kun je 8:6 spelen zoals in deze video te zien is. Eén keeper, vier verdedigers en drie middenvelders spelen de opbouw en kunnen scoren door over de middenlijn te dribbelen. De tegenstander kan na balverovering tot scoren komen in het grote doel.

Het voordeel hiervan is dat de eerste fase van de opbouw (achttal) en het drukzetten hoog op de helft van de tegenstander (zestal) continu aan bod komen in een situatie die lijkt op die in de wedstrijd. De spelers maken veel herhalingen en de link naar de wedstrijd is voor de spelers gemakkelijk te leggen.

Een nadeel is wel dat er voor het opbouwende achttal geen realistische verplaatsing naar voren mogelijk is. Ligt in de wedstrijd de passlijn naar de vrijstaande spits open, dan speel je hem in. Die optie ligt er niet in dit partijspel. De enige optie is dribbelen over de middenlijn en dat levert af en toe onrealistische situaties op.

Heb je elf veldspelers tot je beschikking, dan kun je bij beide teams een middenvelder weghalen en het veld iets inkorten. Heb je twee keepers, dan is het logisch om ervoor te kiezen op twee grote doelen te spelen. Zijn er vijftien veldspelers en twee keepers aanwezig, dan kun je het veld vergroten en 9:8 spelen. Het team dat opbouwt speelt dan 1:4:3:1, het defensieve team 1:1:3:3. Is er één speler meer, dan is het logisch een verdediger toe te voegen aan het team dat in ondertal speelt.

Het veld versmallen

Een andere optie is om de lengte intact houden en het veld in de breedte te verkleinen. Een groot voordeel daarvan is dat er diepte in het spel blijft, zoals in de wedstrijd gebruikelijk is. Er ligt ruimte achter de defensie van de tegenstander en daarop dienen beide teams in te spelen: het verdedigende team door die ruimte zoveel mogelijk af te dekken, het aanvallende team door ervan te profiteren.

Het nadeel is wel dat er minder in de breedte kan worden gespeeld. Is de as overbevolkt, dan zijn de vleugels een goede manier om door te dringen tot de helft van de tegenstander. Die optie ligt er minder als je als trainer het veld versmalt. Zie je je team graag veel voorzetten geven, dan haal je daarmee een angel uit je aanvalsspel.

Stel dat je veertien veldspelers en twee keepers tot je beschikking hebt en het liefst diepte in het spel wilt zien. Dan kun je ervoor kiezen het veld aan beide zijkanten tot de zestienmeterlijn of nog vijf meter verder in te korten. Zo ontstaat er een veldoppervlakte die de helft tot tweederde van totale veld bedraagt. Daarbij komt dat de buitenspelregel het speelveld kleiner maakt. Daardoor is dit partijspel doorgaans goed te belopen voor de spelers, mits ze voldoende rust krijgen tussen de series door.

Speel je doorgaans 1:4:3:3, dan laat je in dit partijspel de backs en buitenspelers weg. Beide teams spelen 1:2:3:1 en hebben achterin een overtal (zie afbeelding rechts). Stapt de nummer 10 door op een centrumverdediger, dan komt er een middenvelder vrij. Stapt ook een centrumverdediger door, dan staat de spits één tegen één. Deze situatie komt ook vaak terug in wedstrijden.

Met zestien veldspelers en twee keepers kun je ervoor kiezen slechts één zijde van het veld af te halen. Bij het ene team ontbreken de rechtsback en rechtsvoor, bij het andere team de linksback en linksvoor (zie afbeelding links). Spelen beide teams doorgaans 1:4:4:2 in een kom, dan zijn dit aan een back en een buitenste middenvelder.

Context

Voor welke versimpeling je als trainer kiest als je het partijspel wedstrijdecht wilt inrichten maar geen 22 spelers tot je beschikking hebt, hangt af van de specifieke context van jouw team. Welke speelwijze streef je na? Heb je een heel veld tot je beschikking of slechts een deel? Waarop ligt de focus richting de eerstvolgende competitiewedstrijd?

Zet je doorgaans druk op de tegenstander door met de drie voorhoedespelers te kantelen, dan kun je er wellicht beter voor kiezen het veld in de lengte in te korten. Stap je door de as door, dan is het versmallen van het veld misschien een betere optie. Kies dus op basis van de situatie van je team voor de meest ideale versimpeling van de 11:11.

Wil je meer weten over het versimpelen van partijvormen en het leggen van tactische accenten in de training? Abonneer je dan op ons vakblad. Daarin staan elke editie interviews met trainers van alle niveaus en allerlei tips over het inrichten van je trainingen. In onze TrainingsPlanner vind je bovendien ruim 800 trainingsvormen die je kunt gebruiken. Ook de e-books in onze webshop kunnen uitkomst bieden.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.