In De Voetbaltrainer 223 kwam Stefan Madsen van FC Kopenhagen Onder 13 aan het woord over zijn manier van werken: ‘De tactische trainingselementen splitsen we op in acht performancefactoren’. We noemen er hieronder eentje, zoals Madsen die beschreef.
Het vermogen om de eerste en tweede verdediger te zijn
Stefan Madsen: “Een goede eerste ‘verdediger’ is een speler die onmiddellijk pressing uitvoert en de tegenstander in balbezit onder controle houdt en de bal probeert te veroveren. We trainen vooral de technieken om dat uit te voeren. De tweede ‘verdediger’ probeert de situatie in te schatten en te anticiperen om een pass te onderscheppen. Met de tweede ‘verdediger’ bedoelen we alle spelers die direct achter de eerste ‘verdediger’ gepositioneerd zijn en dus rechtstreeks in de defensieve actie betrokken worden. We trainen bij deze spelsituaties in de middenbouw nog niet de positionering ten opzichte van elkaar, maar wel de individuele positie ten opzichte van de tegenstander. Als we 1:1 trainen in aanvallend opzicht, trainen we evenzeer het technische aspect van het verdedigen. Je hoeft dus niet voor alles aparte oefenvormen te hebben, je kunt ook verschillende elementen integreren in een oefenvorm. In die methodologie geloven we heel sterk. Bij die 1:1 bijvoorbeeld werkt het in twee richtingen. Hoe beter de aanvaller zijn actie uitvoert, hoe sterker de verdediger moet zijn. En hoe sterker de verdediger, hoe beter de aanvaller uit de hoek moet komen om zijn actie te doen slagen.”
Stefan Madsen: “Een goede eerste ‘verdediger’ is een speler die onmiddellijk pressing uitvoert en de tegenstander in balbezit onder controle houdt en de bal probeert te veroveren. We trainen vooral de technieken om dat uit te voeren. De tweede ‘verdediger’ probeert de situatie in te schatten en te anticiperen om een pass te onderscheppen. Met de tweede ‘verdediger’ bedoelen we alle spelers die direct achter de eerste ‘verdediger’ gepositioneerd zijn en dus rechtstreeks in de defensieve actie betrokken worden. We trainen bij deze spelsituaties in de middenbouw nog niet de positionering ten opzichte van elkaar, maar wel de individuele positie ten opzichte van de tegenstander. Als we 1:1 trainen in aanvallend opzicht, trainen we evenzeer het technische aspect van het verdedigen. Je hoeft dus niet voor alles aparte oefenvormen te hebben, je kunt ook verschillende elementen integreren in een oefenvorm. In die methodologie geloven we heel sterk. Bij die 1:1 bijvoorbeeld werkt het in twee richtingen. Hoe beter de aanvaller zijn actie uitvoert, hoe sterker de verdediger moet zijn. En hoe sterker de verdediger, hoe beter de aanvaller uit de hoek moet komen om zijn actie te doen slagen.”
Lees het complete artikel in De Voetbaltrainer 223 (print), te verkrijgen in de webshop.