Hoe kun je ‘leren winnen’ vormgeven tijdens trainingen?

| Marco van der Heide | Trainersnieuws

Voetballers met een enorme winnaarsmentaliteit, daarover beschikt elke trainer graag. Maar voor ‘ten koste van alles willen winnen’ zijn nog nooit punten uitgedeeld, het gaat uiteindelijk altijd om het voetbalgedrag op het veld. Hoe kun je spelers ‘leren om te winnen’? En welke trainingsvormen en regels kun je daarvoor gebruiken?

De kans vergroten op het winnen van wedstrijden zit ‘m enerzijds in de uitvoering, zoals goede passes, de juiste onderlinge afstanden en goed getimede bloktackles. Daar gaan keuzes aan vooraf: Wat wordt er in deze specifieke situatie gevraagd? Hoe trekken we nu de zege over de streep of knokken we ons terug? Oftewel: wat is ons plan?

Scenario’s

Om spelers hierin te ontwikkelen, kun je trainen op mogelijke scenario’s. Bijvoorbeeld: een van onze spelers heeft een rode kaart gekregen en we staan met 1-0 voor, met nog vijftien minuten te gaan. Hoe gaan we de overwinning binnenhalen? Laat de spelers onderling bespreken hoe ze dit aanpakken en evalueer de uitkomst: wat werkte goed en wat zouden ze de volgende keer anders doen?

Dit kan ook door een echte situatie uit het topvoetbal na te spelen. Bijvoorbeeld: we zijn FC Barcelona en staan met 3-1 voor tegen Paris Saint-Germain, maar hebben nog drie goals nodig om door te gaan. Zeker bij jonge spelers wordt het zo beeldend gemaakt. Overigens bevat De Voetbaltrainer 216 een special over zulke scenario’s. Er stonden er vier centraal: terugkomen na een achterstand (Dennis Demmers), het vasthouden van een voorsprong (Jan Zoutman), spelen in overtal (Ernest Faber) en spelen in ondertal (Mitchell van der Gaag). Deze editie is na te bestellen via deze link.

Oplossingen verzinnen

De interviews hierover kunnen trainers helpen bij het maken van de juiste keuzes, om die op spelers over te brengen. Maar als trainer is je invloed, zeker tijdens de wedstrijd, beperkt. Het is dan ook effectiever om spelers te ontwikkelen in het maken van keuzes en het aandragen van oplossingen op basis van waar de wedstrijd om vraagt.

De tegenstander kan bijvoorbeeld over een sterspeler beschikken die telkens gevaarlijk wordt, of steeds kansen creëren vanuit een lange bal. Het is dan aan het team om dat te herkennen en er een antwoord op te vinden. Andersom liggen er aanvallend bepaalde kansen die moeten worden uitgebuit. Ligt er veel ruimte achter de defensie? Dan moet het hele elftal dat herkennen en samenwerken om daar optimaal van te profiteren.

Trainingsvormen

Om spelers hierin beter te maken, is het belangrijk dat zij in veel nieuwe situaties komen, die nog te overzien zijn als ze daar hun best voor doen. Maak je de scenario’s of trainingsvormen te moeilijk, dan worden spelers hierin niet beter. Maar is het te kiezen plan van aanpak te duidelijk en simpel, dan daag je ze niet echt uit.

Neem als voorbeeld de trainingsvorm die bovenin dit artikel staat afgebeeld: een positiespel 8:8+1 met richting. Rood speelt van boven naar onderen, blauw van onderen naar boven. Als rood de bal heeft, kan het scoren door tien achtereenvolgende passes in het middenvak. In het verste vak zijn slechts vijf passes nodig voor een punt. Spelen ze in het middenvak vijf keer rond en halen ze de bal vervolgens uit naar het ‘eigen’ vak, dan tellen ze door (vanaf zes) als de bal weer in het middelste vak belandt.

Je legt als trainer de regels uit en laat het spel even een aantal minuten lopen. Je stopt het spel, verduidelijkt de regels en geeft elk team even de tijd om gezamenlijk een plan te bedenken tijdens het verdedigen. Gaan we inzakken? Of hoog drukzetten? En vooral: waarom? Wat vergroot de kans op winnen in deze specifieke situatie?

Het accent is hier in eerste instantie niet het inslijpen van de speelwijze, maar de spelers laten nadenken over een plan van aanpak in een situatie die ze nog niet eerder hebben meegemaakt. Vinden ze dit erg lastig, bijvoorbeeld vanwege de leeftijd of het niveau, dan kun je ze ook opties geven. Overal op het veld druk of inzakken tot het middelste vak?

Het voordeel van hoog drukzetten is dat de tegenstander weinig tijd krijgt om rustig aan een aanval te bouwen. Bovendien kan de bal veroverd worden in het vak van de tegenstander en daar is het gemakkelijk om direct tot vijf passes te komen. Het nadeel is wel dat als de pressie mislukt, het veld openligt en de tegenstander gemakkelijk kan rondspelen in ‘jouw vak’.

Inzakken heeft als voordeel dat acht spelers slechts twee derde van het veld hoeven af te dekken om tegendoelpunten te voorkomen. Ze kunnen compacter spelen, elkaar beter helpen en geven minder snel ruimte weg in het achterste vak. Anderzijds krijgt de tegenstander wel meer tijd om de aanval rustig op te bouwen en op het juiste moment toe te slaan.

Meedenken

Dit is slechts een voorbeeld van een trainingsvorm waarin de spelers nieuwe regels ervaren en aan het denken worden gezet. Met welk plan kunnen we binnen deze specifieke situatie de kans op winst zo groot mogelijk maken? Het is de taak van de trainer om ze daarin te begeleiden. De ene groep zal daarin verder zijn dan de andere. Centraal staat in elk geval dat spelers hierover meedenken.

Uiteindelijk is winnen niet alleen iets wat spelers heel graag moeten willen, maar waarvoor ze ook de juiste keuzes moeten maken. Geef je veel trainingsvormen waarin spelers leren om oplossingen te verzinnen die effectief zijn, dan zullen ze dit in wedstrijden ook vaker doen en beter beheersen.

 

Gerelateerd
Trainersnieuws

Andries Jonker: ‘In 1:3:5:2 de meeste creativiteit op het veld’

Trainersnieuws

Marijn Beuker: Creëren en implementeren van een visie

Trainersnieuws

Thomas Ruesink: Opleiden in de Onderbouw