Bij de oudere jeugd en senioren kunnen spelers in principe elk positiespel uitvoeren, maar de allerjongste jeugd heeft daar nog moeite mee. Zij moeten eerst leren de bal onder controle te krijgen. Vanaf welke leeftijd heeft het zin een positiespel te spelen? Welke vormen zijn daarvoor met name geschikt? En hoe kun je deze vormen geleidelijk iets moeilijker maken? Mauro van de Looij, trainer van PSV FUNdament en coach bij Bauer & van de Looij, laat hierop zijn licht schijnen.
Positiespel introduceren
Mauro van de Looij: ‘Wanneer je begint met positiespel, hangt uiteraard af van de spelers die je traint. In het FUNdament van PSV is het niveau relatief hoog, dus kunnen we hier al in de Onder 9 mee starten. Op amateurniveau is dat wellicht nog te vroeg. Kan een speler goed passen, aannemen en dribbelen, dan vind ik dat je een positiespel kunt proberen. Blijkt dat dit nog erg veel problemen oplevert, dan is dat ook niet erg. Dit vergroot zelfs de motivatie: je doet vervolgens eerst een stapje terug, maar de spelers hebben wel een nieuw leerdoel gekregen. Als ze hun vaardigheden verder verbeteren, weten ze dat ze die later zullen gaan toepassen in een positiespel. Daar passen ze dezelfde vaardigheden toe, maar dan onder druk.’
Wedstrijdecht
‘Wat ik zoveel mogelijk probeer te doen, is positiespel spelen met richting. Dit maakt de vorm automatisch een stuk wedstrijdechter. In de wedstrijd wil je ook van de ene naar de andere kant spelen en probeert de tegenstander dit te verhinderen. Daarnaast voeg ik vaak doeltjes toe waarop het verdedigende team kan scoren als ze de bal veroveren. Dit vinden kinderen van die leeftijd erg leuk en bovendien voegt het een element van omschakeling toe: het verdedigende team kan scoren, het team dat balverlies lijdt, moet zo snel mogelijk omschakelen naar verdedigen.’In het artikel in ons vakblad De Voetbaltrainer VT gaat Van de Looij verder in op :
Het geven van huiswerk aan spelers om ze laten meedenken,
Het aanpassen van je vormen op de speelwijze van het team,
Het vergroten van de creativiteit van de spelers
Het stellen van vragen om ze te laten meedenken.
Hij bespreekt vier trainingsvormen met drie variaties, waarvan we hieronder een uitgelicht hebben.
Trainingsvorm 4: passlijnen blokkeren
‘Er wordt twee kanten op gewerkt en beide teams kunnen scoren en doelpunten voorkomen (afbeelding 4a). Iedere speler blijft in zijn eigen vak. Heeft het blauwe team de bal, dan proberen ze de blauwe ‘spits’ aan te spelen. Die kan opendraaien en de bal in het doeltje schieten. Wordt de bal langs de rode spelers naar de blauwe spits gespeeld, dan mogen zij uit hun vak komen om hem onder druk te zetten en de bal af te pakken.
In eerste instantie moet de spits over de grond worden aangespeeld, maar een vervolgstap kan zijn dat dit ook door de lucht mag. Om het tempo van het drietal dat de bal rondspeelt te verhogen, zijn een aantal regels mogelijk, zoals het instellen van een maximaal aantal passes of een tijdslimiet waarbinnen zij de spits moeten inspelen. Een andere optie is dat de spits van de tegenstander na een bepaald aantal passes of seconden vanuit de rug van het drietal dat opbouwt mag drukzetten.
Op deze vorm kunnen veel variaties worden toegepast. De meest simpele vorm is 2+1 : 2+1, waarvoor maar zes spelers nodig zijn (tekening 4b). Juist een extra aanvaller toevoegen in plaats van weghalen is ook mogelijk, mede afhankelijk van het aantal beschikbare spelers en de doelstelling van de vorm. Train je de Onder 13 of hoger en speel je in verdedigend opzicht 1:4:1:4:1, dan kan het bijvoorbeeld ook een optie zijn om in twee linies te verdedigen (tekening 4c). De controleur stuurt, net als in de wedstrijd, continu de vier spelers voor zich aan. Hoe beter hij coacht, hoe minder hij zelf corrigerend hoeft op te treden.’
Leerlijn ‘Onder 10’
Verschillende input van Mauro van de Looij is verwerkt in een leerlijn in onze TrainingsPlanner voor de leeftijdsgroep Onder 10. Wie een abonnement heeft op onze TrainingsPlanner kan deze leerlijn selecteren en in de eigen agenda inplannen. De leerlijn bestaat uit een mix van spelvormen, positiespelen, aanvalsvormen en partijspelen, afwisselend van klein naar groot. Ook iedere andere leeftijdsgroep kent zijn eigen leerlijn met bijbehorende jaarplanning. Abonneren op de TrainingsPlanner kan hier. Dan is het ook mogelijk de andere basisvormen voor positiespel te zien van Van de Looij.