Oefenvorm van Benno Nihom
Benno Nihom is dit seizoen voor het eerst hoofdverantwoordelijk voor de vrouwen van Ajax. De jonge oefenmeester (30) was vijf jaar assistent van Ed Engelkes en drukt nu zijn eigen stempel op de ploeg. De tegenstanders van landskampioen Ajax proberen veelal het team te kloppen in de omschakeling en spelen gegroepeerd en compact. ‘Daarom trainen we veel op het snel verplaatsen van de bal van de ene naar de andere kant, maar belangrijker vind ik nog dat we veel loopacties maken zonder bal. Zodat tegenstanders constant keuzes moeten maken.’ Onderstaande oefeningen ‘de piramide’ sluit hierbij aan.
Doelgroep
Deze oefening is geschikt voor Junioren, van O13 t/m O18 en senioren
Doel
• verbeteren van het uitspelen van een overtalsituatie naar het doel van de tegenstander met als doel het maken van de juiste keuzes in het aanvalsspel en het maken van doelpunten
Organisatie
• veld van 32 meter lang (dubbel zestienmetergebied) en 25 meter breed
• 2 grote doelen (vast en verplaatsbaar)
• 10 veldspelers + 2 keepers (2 teams van 5 + 1)
• voldoende pylonen om het veld af te bakenen
• 20 ballen verdeeld over de beide doelen
• 2 trainers per organisatie
• de lijn van het zestienmetergebied geldt als buitenspellijn
Inhoud
• team (A) dat vanaf het verplaatsbare doel speelt, start met de bal
• 1 speler (A) dribbelt met de bal richting de keeper van de tegenstander (B) en moet voor de zestienmeterlijn afronden (1 tegen 0 noemen we dit)
• zodra deze bal uit het spel is, in het doel gaat of in de handen van de keeper komen er zo snel mogelijk 2 spelers van dit team (B) met 1 bal het veld in om zodoende 2:1 te spelen
• wederom, als de bal uit het spel is, in het doel gaat of in de handen van de keeper is, komen er 2 nieuwe spelers van het andere team (A) het veld in om zodoende 3:2 te spelen
• dit gaat zo door tot en met de situatie waarin er 5:4 gespeeld wordt door team A
• na deze 5:4-situatie komt de laatste speler van team B het veld in en wordt er 5:5 gespeeld totdat er een doelpunt valt
• hierna begint de hele vorm opnieuw, alleen nu is het team B dat begint
• het totaal aantal doelpunten wordt geteld om het winnende team te bepalen
Coaching
• het gaat om het maken van de juiste keuzes om goals te maken. Deze keuzes zijn in elke situatie anders en dus vraagt elk overtal om specifieke coaching
• 1:0 – een vrij schot vanaf de ‘16’ moet altijd tussen de palen zijn
• 2:1 – geduld aan de bal, aanspeelbaar zijn voor de teamgenoot en zodoende vrij voor de keeper komen
• 3:2 – geduld aan de bal, veldbezetting (groot en breed). 1:1 betekent 2:1 aan de andere kant. Loopactie zonder bal om tegenstander tot keuzes te dwingen
• 4:3 – geduld aan de bal, veldbezetting (groot en breed). Hoog baltempo, spelverplaatsingen en meerdere loopacties zonder bal. 2:1 creëren of 1:1 uitspelen om tot een kans te komen
• 5:4 – de lastigste vorm en dus belangrijk om alles wat hierboven staat toe te passen
• 5:5 – kleine partij, gelijke aantallen. Geeft de spelers na elke vorm een lekker gevoel en is belangrijk om het geleerde in de praktijk te brengen in een gelijke aantallen situatie (wedstrijdecht)
Naast dit alles algemene coaching om het overtal überhaupt uit te kunnen spelen: balsnelheid, handelingssnelheid, aanname/passing en beweging zonder bal om de juiste opties te creëren.
Coaching voor de verdedigers: Laag zitten, dwingen naar een kant en druk geven / het 1:1 duel spelen zodra het kan.
Methodiek/variatie
• spelen met de ruimte (groter/kleiner) indien nodig
• spelen met of zonder buitenspel (met is de voorkeur uiteraard = echter)
• per situatie spelen tot een doelpunt als er te weinig gescoord wordt
• opdrachten koppelen aan het winnen/verliezen om het maken van doelpunten verder te stimuleren
• wanneer je een kleinere/grotere groep hebt kan deze vorm ook gespeeld worden tot 4:4 of bijvoorbeeld 6:6.