Op 23 december 2011 werd Diego Pablo ‘Cholo’ Simeone, 106-voudig Argentijns international, benoemd tot hoofdcoach van Atlético Madrid. De club leidde op dat moment een zieltogend bestaan in de middenmoot van de Spaanse Primera Division. Simeone hervormde het elftal en zorgde ervoor dat het succes terugkwam. Al hetzelfde seizoen werd de Europa League gewonnen, de start van de meest succesvolle periode in de clubgeschiedenis. Het geheim: een perfect functionerende verdediging.

Het verschil is immens en veel te groot om de hand van de trainer te ontkennen. In de drieënhalf seizoen vóórdat Diego Simeone bij ‘Atleti’ aantrad, incasseerde de ploeg gemiddeld 1,53 doelpunt per wedstrijd. In de nu zes volledige seizoenen dat hij trainer is aan de Manzanares (en sinds kort in het nieuwe onderkomen Metropolitano), werd dat cijfer ruim gehalveerd: 0,69.

Het is het verschil gebleken tussen een grauwe middenmoter en een team dat – de enorme achterstand in budget op Barcelona en Real Madrid ten spijt – elk jaar meedoet om de prijzen, al tweemaal de finale van de Champions League behaalde en telkenmale op de rand stond van het winnen van die ultieme prijs in het Europese voetbal. Bovendien won Simeone met zijn ‘Cholismo’ de Spaanse titel, de Copa del Rey, de Europa League en de Europese Supercup.

Balbezit geen doel

Onder Simeone hoeft Atlético Madrid niet per se de bal te hebben. Na de uitwedstrijd in december 2017 tegen Betis verliet het team juichend met een 0-1 overwinning het veld. Het balbezit was in dit duel slecht 29 procent geweest. De ploeg voelt zich uitermate comfortabel in verdedigende stellingen: domineren zonder bal. Het is dan ook een bewuste keuze om diverse delen van het veld niet te verdedigen.

Welbewust laat Atlético Madrid in situaties waarin het dat beter vindt de bal aan de tegenstander wanneer die ploeg de bal op eigen helft heeft. Hier wordt geen druk gezet. Door hier geen energie in te steken, krijgt Atlético tijd om zichzelf op eigen helft perfect te positioneren. Daarbij geldt dat de afstanden globaal gemaximeerd worden op tien meter tussen de spelers onderling (zie afbeelding bovenaan).

Niet zelden wordt pas vanaf de verdedigende middenvelder van de tegenpartij drukgezet. De centrale verdedigers van de opponent, die veelal niet inschuiven – want op de tegenaanval is Atlético Madrid doorgaans levensgevaarlijk – mogen de bal vrij rondspelen.

Hoge pressie

Het zou echter een misvatting zijn om te veronderstellen dat Atlético Madrid altijd maar achterover leunt. Indien het nodig is, kan Atlético wel degelijk een tegenstander zwaar onder druk zetten op diens eigen helft. Met name in Europese wedstrijden heeft de ploeg deze verrassingstactiek al menigmaal succesvol toegepast. Grootmachten als Barcelona, Real Madrid en Bayern München werden zo in delen van wedstrijden onder de voet gelopen (zie afbeelding 2).

De spelopvatting van Simeone was een stijlbreuk ten opzichte van het geroemde tiki-taka dat Barcelona onder Pep Guardiola zoveel lof bezorgde. Juist tegen dit Barcelona is Atlético Madrid er vaak in geslaagd de tegenstander al in een zeer vroegtijdig stadium onder grote druk te zetten. Laten we eens kijken wat de rol van de aanvallers en de middenvelders daarin was.

Atlético Madrid besloot in die gevallen met twee spitsen vol druk te zetten op de balbezittende centrale verdedigers van Barcelona. Zodra de bal naar de rechter centrale verdediger ging, werd deze direct gestoord. De andere aanvaller sloot dan bij naar het midden.

Op de inzakkende centrale middenvelder Busquets van Barcelona werd doorgedekt. Leek de rechtsback van Barcelona aanspeelbaar, dan zorgde Atlético ervoor dat de linkermiddenvelder direct kon doordekken. De resterende middenvelders kantelden sterk naar de linkerzijde.

Hetzelfde gold voor de verdedigers, waardoor bij balbezit van Barcelona aan de zijlijn het hele elftal van Atlético Madrid op één verticale helft van het veld stond: tegenover een agressieve tegenstander bijzonder moeilijk om onderuit te spelen, zelfs voor het grote Barcelona.

Zones

Atlético Madrid is er alles aan gelegen om de directe weg naar het doel af te sluiten. Om dit te bereiken, positioneert het alle spelers zo centraal mogelijk. De tegenstander wordt zodoende naar de buitenkant gedrongen, waar zij relatief veel vrijheid genieten. Dit heeft voor Atlético twee voordelen: in de eerste plaats is de tegenstander aan de zijkant minder gevaarlijk omdat de afstand naar het doel groter wordt. Ten tweede kan Atlético op die plaats, met de zijlijn als metgezel, goed drukzetten en vaak de bal veroveren om een snelle tegenaanval te starten.

Om compact te spelen, hanteert Atlético Madrid het principe van horizontale en verticale zones. Het veld is horizontaal in vier zones verdeeld. In horizontale zin moeten alle spelers zich in de zone bevinden waar de bal is, of de zone die daaraan grenst in de richting van het eigen doel (afbeelding 3). Ook verticaal bestaat het veld uit vier zones. De spelers moeten allen in de zone van de bal en het aangrenzende gebied zijn (afbeelding 4).

Bovenstaande artikel vormt een onderdeel van een langere analyse van het succesvolle verdedigen van Atlético Madrid in De Voetbaltrainer 231. Wil je acht keer per jaar een vakblad ontvangen met 84 pagina’s vol interviews, oefenstof en analyses? Abonneer je dan op ons vakblad. In de TrainingsPlanner zijn trainingsvormen van Simeone toegevoegd, in de Mediatheek vind je beeldmateriaal van de manier van verdedigen van Atlético.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.