In De Voetbaltrainer 235 vertellen drie jeugdtrainers van De Graafschap over hun werkwijze bij diverse leeftijdsgroepen. Hieronder laten we ook Hoofd Opleiding Dennis te Braak aan het woord. Hij is sinds 2016/2017 Hoofd Opleiding bij De Graafschap en is coördinator van het Profplan. Een van de speerpunten binnen de opleiding is het snel toewerken naar wedstrijden van negentig minuten.
Dennis te Braak: ‘Kijkend naar belasting en belastbaarheid nemen we de wedstrijd van negentig minuten als uitgangspunt. Uiteindelijk leiden we onze spelers dáár voor op. In onze opleiding betekent dat concreet dat we spelers zo snel mogelijk naar die negentig minuten willen brengen, en dat begint al bij de jongere jeugd. Op trainingen, maar ook in wedstrijden, proberen we de negentig minuten te benaderen. De Onder 13 speelt een half uur per helft. Maar als we overeenstemming bereiken met een tegenstander, willen we toe naar een derde helft, dus naar drie keer 30 minuten. Door dat te doen kun je namelijk alle spelers een betere lichamelijke prikkel geven, want als het even kan, wordt er pas gewisseld zodra iemand echt vermoeid is. Zo hebben we in het verleden ook in de rust onze wisselspelers al eens 5:5 laten spelen tegen de wisselspelers van de tegenpartij. Ook een manier om aan het vergroten van speelminuten te komen.’
‘Wat je nu veelal ziet, is dat clubs spelers gedwongen wisselen, zodat iedereen min of meer hetzelfde aantal minuten maakt. Maar als je goed gaat kijken wat dat op termijn betekent, moet je de conclusie trekken dat te weinig spelers nog de volle minuten maken. In de lengte, dus kwantitatief, komen we tekort. En dat gaat ten koste van de kwalititeit. Juist die speelminuten zijn nodig om acties langer vol te houden en om beter te worden. De gedachte over langer willen spelen is op zich niet nieuw, maar we merken toch dat wij een van de aanjagers van dit idee zijn. De KNVB ziet er trouwens wel wat in, want met ingang van het nieuwe seizoen hebben ze het aantal speelminuten per helft bij de Onder 13 (van 30 naar 35) en bij de Onder 14 (van 35 naar 40) al verhoogd. Maar om eerlijk te zijn, gaat dat ons niet snel genoeg.’