Als een jeugdspeler qua niveau boven zijn teamgenoten uitsteekt, wanneer is het dan een goed moment voor het vervroegd doorschuiven van zo’n speler naar een hogere leeftijdscategorie? Hoe bouw je zo’n overgang geleidelijk op? En waar moet je op letten als hij definitief de overstap maakt? Op deze kwestie laten jeugdtrainers Bas van Baar, Arjen Nijman en Wietse de Blois hun licht schijnen.
Vervroegd doorschuiven
‘Als trainer is het de uitdaging om in te schatten wat er nodig is om aan te sluiten bij de ontwikkelingsbehoefte van een speler, voor een zo optimaal mogelijke ontwikkeling’, zo vindt Arjen Nijman, trainer van De Graafschap Onder 14.
‘Bij de keuze voor vervroegd doorschuiven staat altijd de ontwikkeling van het individu centraal. Als een speler er klaar voor is om doorgeschoven te worden houden we dat niet tegen, ook niet als het team dat hij verlaat daardoor mindere resultaten haalt.’
Bas van Baar, trainer van NEC Onder 12, geeft aan dat ook de persoonlijkheid van een speler veel invloed heeft op die keuze. ‘Een speler die vervroegd doorschuift, staat bij zijn leeftijdsgenoten vaak hoog in de hiërarchie. Dat is een hogere leeftijdsgroep anders.’
En dus worden er andere dingen van hem gevraagd, zo geeft hij aan. ‘Het is een groot voordeel als een speler die je vervroegd doorschuift zelfstandig en assertief is en waar nodig zelf naar de trainer stapt om vragen te stellen. Bijvoorbeeld over de trainingstijden, een proefwerk dat nog staat ingepland of de andere manier van drukzetten in dat team.’
Belastbaarheid
Vervroegd doorschuiven betekent ook een hoop voor de fysieke belasting van zo’n speler. Wietse de Blois, trainer van SC Cambuur Onder 17, laat al zijn spelers na elke training daarom een cijfer geven voor de ervaren belasting. ‘Dat is een cijfer op een schaal van 6 tot en met 20. Ik kies bewust geen 1 tot en met 10, omdat spelers daarbij al een bepaalde associatie hebben en daardoor de tekst bij de cijfers (variërend van extreem licht tot extreem zwaar) niet goed lezen.’
Die beoordeling biedt De Blois informatie over zijn belastbaarheid. ‘Het cijfer dat spelers geven, vermenigvuldig ik met het aantal trainingsminuten. Een speler die afkomstig is uit een lager team geeft waarschijnlijk een hoger cijfer dan andere spelers. Zijn trainingsload is dus hoger, wat betekent dat we aanpassingen moeten doen in de duur van zijn trainingen en/of het aantal trainingen.’
Ouders betrekken
Bij de beslissing om een speler wel of niet door te schuiven, kunnen ouders een belangrijke rol spelen, vindt Van Baar. ‘Ik ben er voorstander van om de ouders te betrekken bij de beslissing om een speler al dan niet door te schuiven. Sommige clubs zullen dit misschien als een teken van zwakte zien, maar de ouders kennen een speler het best. Niet als voetballer, maar wel als persoon.’
Dat betekent niet dat ouders die keuze zelf maken. ‘Je hoeft de keuze niet bij ze neer te leggen, maar kunt wel de hele gang van zaken met ze bespreken: ‘We zijn van plan uw zoon eens in de week mee te laten trainen met de Onder 17. Wel zijn we benieuwd naar de manier waarop hij daar omgaat met het maken van fouten. Hoe kunnen we hem daar in uw ogen het best in begeleiden?’
Meer weten
Bovenstaande citaten komen uit De Voetbaltrainer 239, waar Van Baar, De Blois en Nijman nader ingaan op het vervroegd doorschuiven van jeugdspelers. In deze editie van het vakblad vind je tevens een lang interview met bondscoach Ronald Koeman. VT239 is los na te bestellen. Abonneer je je nu op vakblad De Voetbaltrainer, dan krijg je een magneetbord met tactische zones t.w.v. €49,95 cadeau. Voor een inkijkje in de vormgeving en kwaliteit van onze artikelen kun je het gratis voorbeeldmagazine downloaden.