Jord Roos, trainer van NEC onder 15 en hoofdtrainer van DIO’30, heeft een heldere visie op omgaan met spelers. Uiteindelijk is het doel van elke trainer om tot optimale ontwikkeling van spelers en uiteindelijk resultaten te komen. Maar je aanpak werkt vaak niet bij elke speler en elke groep even goed. Hoe kan een trainer, veelal door een individuele benadering, een groep dusdanig beïnvloeden dat er optimaal gepresteerd wordt? Uiteraard zijn er verschillende manieren om dat te doen. Jord Roos gebruikt daarvoor Transactionele Analyse (TA).
Transactionele Analyse
Transactionele analyse is een model dat bestaat uit analyseren van een persoon en toepassen van techniek. Het toepassen van techniek helpt bij het voeren van gesprekken met bestuursleden, het team en individuele spelers. Aan de hand van dit model analyseert Jord Roos zijn gesprekspartner en past hij zijn stijl aan. Het doel hiervan is de communicatie zo effectief mogelijk te laten verlopen.
TA onderscheidt in de kern een drietal zogenaamde ego’s: Ouder, Volwassene en Kind (Zie afbeelding 1). Ieder mens bezit aspecten van al deze ego’s. Dit onderstreept dat het ene ego niet per se beter is dan het andere, elke egotoestand heeft voor- en nadelen. Twee van deze egomodellen zijn op te delen in twee varianten, waardoor per saldo vijf verschillende types ontstaan.


1. Kritische Ouder
Dit egomodel heeft een aantal normen als basis. Voorbeelden van de Kritische Ouder kunnen zijn: grenzen en eisen stellen en op zijn rechten staan. Dat geeft duidelijkheid. Aan de andere kant zal hij vaak autoritair zijn en oordelend zijn. Dit kan leiden tot het kleineren van de gesprekspartner.
2. Voedende Ouder
De Voedende Ouder heeft eerder bepaalde waarden als uitgangspunt. Hij zal bijvoorbeeld geruststellend, aanmoedigend en beschermend zijn. Het zal vaak ook betekenen dat hij betuttelend te werk gaat, de ander klein en afhankelijk houdt.
3. Volwassene
De Volwassene baseert zijn mening op logica en ratio. Hij is een logisch denkend en realistisch persoon, die zijn mening toetst aan de huidige situatie en de werkelijkheid. Hier staat tegenover dat hij soms oneindig doordenkt en niet echt tot beslissingen komt.
4. Aangepast Kind
Het Aangepast Kind handelt op basis van zijn eigen verwachtingen en die van anderen. Dit houdt in dat het gehoorzaam, geduldig en tolerant is. Maar het is vaak ook passief, klagend en afhankelijk.
5. Vrij Kind
Het Vrije Kind baseert zijn handelen op behoeften en gevoelens. Vanuit deze behoeften is het creatief en spontaan. Tegelijkertijd vertoont dit egomodel bijvoorbeeld vaak eigenwijs, slordig en storend gedrag.
Reageren vanuit een egotoestand
Afhankelijk van de situatie en de speler handelt een trainer vanuit een van de vijf egotoestanden. Op die manier probeer je het beste uit je spelers te halen. Het TA-model helpt inzicht te krijgen in wat het voorkeursgedrag is van een speler. Als je weet hoe een speler reageert op elk van de egotoestanden, pas je je als trainer hierop aan. Immers, het effect van je keuze betreft niet alleen één speler, maar het hele team. Als je jezelf hierin traint, kun je snel op een natuurlijke en effectieve manier reageren.’
Bovenstaande tekst bestaat uit passages uit een interview met Jord Roos in De Voetbaltrainer 241. In die editie komen verder onder meer Erwin van de Looi (Jong Oranje), de korte ingooi en de keepersopleiding van KRC Genk aan bod. VT241 is los na te bestellen in de webshop.
Nieuw: een boek over trainen op spelprincipes. Een korte theoretische introductie, gevolgd door 100 pagina’s oefenstof! Daarin worden tien principes uitgewerkt.