De prestaties van Willem II waren een groot deel van het seizoen 2018/2019 zo bijzonder dat trainer Adrie Koster werd genomineerd voor de Rinus Michels Award. Niet Koster maar Erik ten Hag werd de beste coach van het jaar, maar de nominatie zegt wel iets over wat de Zeeuw in korte tijd in Tilburg heeft neergezet. Ofschoon het resultaat aan de eindstreep toch nog wat tegenviel, respecteerde Koster de afspraak dat hij zijn werkwijze voor zijn collega-trainers uitgebreid zou toelichten. Typerend voor deze ervaren, sympathieke vakman.
‘In de voorbereiding proberen we alles te vertalen in voetbalvormen, waarin ook de conditionele aspecten en de krachttraining verwerkt zijn. Bij extensieve duurvormen richten we ons bijvoorbeeld op het krachtuithoudingsvermogen. Bij intensieve duurvormen kiezen we voetbalvormen met de nadruk op explosiviteit. We kunnen als staf een beroep doen op een stagiaire met veel kennis over GPS-systemen, die tijdens de trainingen alles monitort, ook met behulp van hartslagmeters. Op elk moment kunnen we zien welke speler wat meer of juist minder moet doen. Daar kunnen we ter plekke onze training op aanpassen. Na zoveel jaren ervaring als trainer zie ik meestal zelf wanneer ik gas moet geven of juist wat terugnemen. GPS- gegevens zijn een soort bevestiging of ik het goed heb gezien. Zo spannend is het eigenlijk niet. Belangrijk is dat je een speler uit het risicogebied probeert te houden waarin de kans op een blessure sterk toeneemt. Bij intensieve duurvormen kies ik graag voor vormen met veel omschakelmomenten, zoals in onderstaande trainingsvorm (zie tekening 1).’


Bij bovenstaande oefening hanteert Koster een aantal regels om de omschakelmomenten zo hoog als mogelijk te houden. Er wordt gestart vanuit een organisatie van 3:3 + 2K. De volgende regels zijn van toepassing:
- wordt er door een drie- of viertal gescoord, naast of over het doel geschoten, dan blijft het groepje van die poging staan. Het andere groepje wordt vervangen door een nieuw drie- of viertal
- heel snel omschakelen is vereist. Daarom mag het drie- of viertal dat aan de beurt is, met- een het veld in als er een doelpoging is gedaan. Je mag, als je het veld ingaat, pas scoren als je minimaal 1 keer de bal hebt overgespeeld naar een medespeler
- je mag niet terugspelen op de keeper, maar moet steeds de voetballende oplossing zoeken
- speelduur: 4 minuten (3:3) of 5 minuten (4:4).
- 4 series met een seriepauze van bijvoorbeeld 3 minuten, mede afhankelijk van waar je in de
zeswekencyclus zit - staat een drie- of viertal langer dan 1 minuut in het veld, dan fluiten we en wordt er gewisseld
- bij een inworp hervat de keeper van de andere partij het spel
Meer weten?
Adrie Koster bespreekt in VT242 uitgebreid over zijn voorbereiding en de oefenvormen die hij daarbij gebruikt. Deze is hier los te bestellen. In dezelfde editie is ook Arno Philips (Feyenoord) aan het woord over de voorbereiding en vertellen Martin Rafelt en Mario Despotovic over asymmetrische veldbezetting. Voor een abonnement kunt u hier terecht en ontvangt u een gratis tactiekbord t.w.v. € 49,95. Voor meer oefenvormen zoals in dit artikel kunt u terecht bij onze Trainingsplanner, waar meer dan 1.000 diverse oefeningen voor alle niveaus en alle leeftijden staan.