In de afgelopen jaren is er in dit vakblad aandacht besteed aan veel verschillende formaties. Eén specifiek systeem passeerde echter nog niet of nauwelijks de revue: de 1:3:1:5:1-formatie, met twee vleugelspelers en drie aanvallende middenvelders.
Veldbezetting
Een formatie is nooit statisch, maar juist heel dynamisch. De bezetting op het veld wijzigt elke seconde. Bovendien krijgen spelprincipes bij veel teams een steeds meer nadrukkelijke rol in de keuzes die spelers in het veld maken. Desondanks hanteren (bijna) alle teams vaste basisformaties, om- dat ze vastigheid bieden in de manier van spelen. In de formatie 1:3:1:5:1 is er plek voor een keeper, drie centrale verdedigers, één controlerende middenvelder, twee vleugelspelers die de gehele zijkant bestrijken, drie aanvallende middenvelders en één centrumspits (afbeelding 1).


Tegen mandekking en +1 achterin
Sommige teams kiezen er verdedigend voor om koppeltjes te maken en achterin een overtal te behouden (afbeelding 2). Dat zou tegen 1:3:1:5:1 betekenen dat er wordt gekozen voor een 1:4:3:1:2-formatie, waarbij de backs aan de kant van de bal vroegtijdig doordekken op de vleugelspelers. De sleutel tegen zo’n tegenstander ligt vooral aan de zijkanten, omdat het in de as erg druk is en man-op-man staat. Door met de vleugelspelers wat verder uit te zakken, hebben zij wat meer tijd en ruimte. Dekt een back van de tegenpartij ver door, dan ligt de hoek open voor lopende mensen.


Trainingsvorm
Een trainingsvorm (afbeelding 3) die hierbij aansluit is een vorm waarin aan een zijkant een 3:2-situatie ontstaat. Een speler van het verdedigende team mag assisteren om hier 3:3 van te maken, maar dan is het in de as (het vak waar het doel staat) 3:2.


Meer weten?
Bovenstaand artikel bevat passages afkomstig uit De Voetbaltrainer 244. In die editie staat, naast het artikel over de 1:3:1:5:1-formatie, onder andere een interview met Heracles-trainer Frank Wormuth en een voorbereiding met Erwin van de Looi. VT244 is los na te bestellen in de webshop.