Vorig seizoen brak Groene Ster uit Heerlen alle clubrecords. Kampioen en promotie naar de Derde Divisie, winnaar van de Districtsbeker Zuid II en een bekerclash voor 3000 toeschouwers tegen SC Heerenveen. Ook dit seizoen gaat het crescendo: pas op de laatste zaterdag van oktober kwam er een einde aan de indrukwekkende reeks van 23 officiële duels zonder nederlaag. De woensdag daarna was het weer raak: Groene Ster stuntte door na penalty’s eredivisionist VVV Venlo in de KNVB Beker uit te schakelen. De Voetbaltrainer volgt de rest van het seizoen trainer Maurice Verbunt. Deel 1: een introductie en zijn aanpak tijdens de winterstop.
Onrealistisch
Maurice Verbunt: ‘Iedereen bij Groene Ster heeft de afgelopen maanden op een roze wolk geleefd: spelers, bestuur, sponsors, leden en andere supporters. Successen stapelden zich op. Juist dan moeten bestuur en trainer eendrachtig aan verwachtingsmanagement doen. Groene Ster heeft een lage begroting voor de Derde Divisie. Alleen op basis daarvan zou handhaving in dit eerste seizoen al een geweldige prestatie zijn. Het totale aanbod van sponsoren in Limburg is echter niet te vergelijken met de andere clubs in de Derde Divisie. Dat heeft uiteraard consequenties voor de selectie van de club. Maar omdat we dit seizoen na de eerste paar wedstrijden ook de ranglijst in de Derde Divisie aanvoerden en in de beker eredivisieclub VVV Venlo uitschakelden, werd binnen de club al over een nieuw kampioenschap gedroomd. Vooralsnog is dat onrealistisch.’


Extreem korte winterstop
‘Door het bekersucces hebben we dit jaar een extreem korte winterstop van anderhalve week. Op woensdag 18 december speelden we nog uit tegen AZ, gevolgd door een hersteltraining op vrijdag. En op 12 januari spelen we alweer een competitiewedstrijd tegen titelfavoriet O.S.S. ’20. Dat betekent dat we op vrijdag 3 januari weer op het trainingsveld staan. De groep zal zeker niet compleet zijn, omdat er spelers zijn die tot en met dat weekend de (ski)vakantie met hun gezin hebben gepland. Toch train ik op zondag ook. Dinsdag 7 januari wil ik hoe dan ook een oefenwedstrijd tegen een hoofd- of eersteklasser. Spelers die wat later zijn aangesloten, zullen dan een deel van de wedstrijd spelen. In die week voor de herstart van de competitie is ook de donderdagtraining verplicht. Maar deze keer zullen dus enkele spelers slechts met twee trainingen en een halve oefenwedstrijd aan de tweede seizoenshelft beginnen. Het bewaken van de juiste belasting is dan een nog grotere uitdaging.’
Trainingsaccenten
‘Ik houd me doorgaans redelijk strak aan de periodisering. De voorbereiding op de eerste competitiewedstrijd na de winterstop is nu zo kort dat we verplicht zijn versneld de stap van duur naar explosief en interval te maken. We kun- nen maar vier keer trainen in die periode.
- Bij de sprintvormen starten we met 6 x 60 meter (op 60%), met steeds 60 seconden rust tussen de sprints.
- Bij het positiespel beginnen we groot, bijvoorbeeld 8:8 in een ruimte van 40 x 30 meter. Van punt zestienmetergebied tot aan de middenlijn.
- Op vrijdag 3 januari zal zeker ook een grote partijvorm van 10:10 worden gespeeld.
- Daarna schakelen we sneller dan aan het begin van het seizoen over op 7 x 50 meter (op 70%) en 50 seconden rust.
- Uiteindelijk komen we in die opbouw uit bij sprints van 8 x 40 meter, 9 x 30 meter en 10 x 20 meter met steeds minder rust tussendoor. En voor de positie- en partijvormen bij steeds kleinere ruimtes.
- De testen op het veld zijn onderdeel van de training op zondag 5 januari. Daar reserveren we 30 tot 45 minuten voor. Aansluitend zal het in het tweede deel van die training meteen al wat explosiever worden.
- Na de oefenwedstrijd op 7 januari wordt de verplichte donderdagtraining op 9 januari vooral ingevuld door 3:3 en 2:2 partijvormen, korte positiespelletjes in de kleine ruimte en de 10 x 20 meter sprints. Dat luistert heel nauw qua belas- ting, want de conditionele prikkel mag drie dagen voor de wedstrijd niet te groot worden.
- Vrijdag 10 januari zal in het teken staan van een tactische training in de aanloop naar de wedstrijd tegen O.S.S. ’20, twee dagen later.’


Al 40 jaar is De Voetbaltrainer hét vakblad voor de toegewijde trainer/coach. Het magazine komt acht keer per jaar uit en bevat 80 pagina’s vol interviews met toptrainers, voetbal oefenstof en analyses.