Dit stuk bevat passages uit een groter artikel uit De Voetbaltrainer 253.
Als onbetwist kampioen van België – slechts één nederlaag – én grote favoriet toch de uitgestelde beker- finale verliezen van Antwerp FC. Weg begeerde dubbel. De eerste drie competitiewedstrijden starten met twee nederlagen. Beroerder kon Club Brugge bijna niet aan de nieuwe competitie beginnen. Toch twijfelt hoofdtrainer Philippe Clement geen moment aan het laten doorgaan van onze afspraak voor dit openingsverhaal: ‘Niet alleen na winst maar juist na verlies moet je groot zijn.’
Voetbalvisie
‘Mijn voetbalvisie gaat vooral over hoe wij onze ploeg dominant laten spelen. Dat lukt als we veel in balbezit zijn. Geen balbezit om het balbezit, maar om snel iets te kunnen creëren als de tegenstander zich nog niet heeft kunnen formeren zoals dat team het graag wil. Mijn visie gaat over hoe we ruimtes voor onszelf creëren om tussen de linies te geraken. Vooral daarop trainen we hard. Niet binnen één maar meerdere formaties. Tot en met mijn periode bij Racing Genk ging ik meestal uit van 1:4:3:3. Daarmee werden we met Racing Genk kampioen van België. Dus startte ik ook zo bij Club Brugge. Totdat we concludeerden dat deze spelersgroep meer zou zijn gebaat bij 1:3:5:2. Dat resulteerde afgelopen seizoen ook in een overtuigend kampioenschap. Nu zijn we toe aan een volgende stap: kunnen variëren in formatie, afhankelijk van de tegenstander en wat er in een wedstrijd gebeurt.’
Een berg
‘Als de tegenstander het centrum helemaal afsluit, maak ik voor mijn spelers de vergelijking met een berg. Er zijn twee oplossingen om aan de andere kant te komen. Of je gaat over die berg heen, of je gaat eromheen. Maar als je erop knalt, is het voorbij. Dus als de tegenstander een blok in het centrum van de verdediging formeert, kun je of voor het creëren van ruimtes aan de zijkanten kiezen of proberen door de lucht een sterke kopper te bereiken, die de bal teruglegt op bijsluitende medespelers. Maar je probeert niet geforceerd door dat blok te breken. Bij welke keuzes je ook uitkomt, belangrijk is dat je je spelers kunt overtuigen dat de gekozen weg op termijn de juiste zal blijken te zijn.’
Voetbalvocabulaire
‘Bij mijn voetbalvisie hoort de laatste tijd ook de ontwikkeling van een tactisch voetbalvocabulaire. Korte termen (één woord) die ervoor zorgen dat er in het veld heel snel tactische keuzes kunnen worden aangegeven. Elke term is dus gekoppeld aan een andere spelsituatie. Die termen zijn allemaal in het Engels, want dat is onze voertaal in de kleedkamer en op het veld. Als we in ondertal zijn en de tegenstander aan een counteraanval begint, gebruiken we bijvoorbeeld de term ‘fall back’. Dan weten onze verdedigers dat ze remmend moeten wijken en achterwaarts moeten bewegen om het tempo eruit te halen, zodat medespelers de kans krijgen snel terug te komen. Met het roepen van dat ene woord weet dus elke speler wat van hem in die specifieke situatie wordt verlangd. Zo hebben we alle belangrijke wedstrijdsituaties gekoppeld aan een term. Dat is absoluut een verbetering van de coaching in het veld.’


Al 40 jaar is De Voetbaltrainer hét vakblad voor de toegewijde trainer/coach. Het magazine komt acht keer per jaar uit en bevat 80 pagina’s vol interviews met toptrainers, voetbal oefenstof en analyses.