Dit artikel hoort bij de EK-special van De Voetbaltrainer.
Ook in de opbouw vanaf de achterbal tegen een team dat hoog druk zet waren er een aantal interessante varianten te zien op EURO 2020. Neem bijvoorbeeld de opbouw van Spanje in de wedstrijd tegen Italië. De Italianen probeerden de Spanjaarden over de Spaanse rechterkant te laten opbouwen (zie afbeelding a). Zij deden dat door rechtsback Azpilicueta vrij te laten. De drie aanvallers van Italië positioneerden zich in de buurt van de overige drie Spaanse verdedigers. Wanneer Azpilicueta werd ingespeeld, stapte linksback Emerson door. Theoretisch gezien zou Italië hierdoor in staat moeten zijn om man op man te verdedigen aan de kant van de bal.

Hetgeen Spanje hier tegenover zette was effectief. De Spanjaarden bouwden op vanuit een 1:4:3:3 met de punt naar achter met een hoofdrol voor Dani Olmo als valse nummer 9 (zie afbeelding b).

Tegelijkertijd bleef rechtsbuiten Oyarzabal hoger op het veld staan tegen de zijlijn. Dit zorgde ervoor dat linker centrale verdediger Chiellini voor een keuze werd gesteld: doordekken op Olmo en Oyarzabal vrijlaten of in de zone blijven staan bij Oyarzabal en Olmo vrijlaten. Chiellini koos voor de laatste optie, waardoor Spanje met valse spits Olmo een 4:3-situatie creëerde aan de zijkant (zie afbeelding c). Daarin was Verratti verantwoordelijk voor zowel Olmo als Koke. Tel daarbij op dat Olmo richting de zijlijn bewoog uit de rug van de doorgestapte Emerson en het was voor Verratti nagenoeg onmogelijk om beide spelers te verdedigen.

Vervolgens ontving Koke de bal en werd Emerson voor hetzelfde dilemma gesteld (zie afbeelding d).

Onder druk van Verratti speelt Koke de bal terug op Azpilicueta, waarna Verratti richting Olmo beweegt (zie afbeelding e).

Dit geeft Koke voldoende ruimte om de bal wederom te ontvangen én open te draaien. Inmiddels zijn er vijf Italiaanse spelers richting de kant van de bal bewogen en kan Koke openen op de volledig vrijstaande Jordi Alba (zie afbeelding f). Een mooi voorbeeld van het creëren van een overtal aan één kant van het veld om de tegenstander te lokken en vervolgens te profiteren van de ruimte aan de andere kant.

Een ander aspect dat terugkwam op het EK is het gebruik van de keeper in de opbouw. Dit zorgt ervoor dat het opbouwende team een ‘extra’ speler heeft ten opzichte van teams die dat niet doen. Centrale verdediger Chiellini neemt de achterbal en speelt doelman Donnaruma in (zie afbeelding 5a).

Dit zorgt ervoor dat de Engelsen drie spelers nodig hebben om beide centrale verdedigers en de keeper onder druk te zetten. De tweede centrale middenvelders van Engeland zijn doorstapt richting die van Italië. Om ook druk te ontwikkelen op beide backs van Italië, moeten de wingbacks van Engeland doordekken (zie afbeelding 5b).

Engeland zette dus druk vanuit een 1:5:3:2/1:3:4:3. Door deze manier van druk zetten ontstond er veel ruimte tussen de centrale middenvelders en de centrale verdedigers van Engeland (zie afbeelding 5c).

Ondanks dat Jorginho wordt verzorgd naast het veld, lukt het Italië om Immobile in die ruimte te bereiken (zie afbeelding 5d).

Vervolgens sprint Chiesa in de vrijgekomen ruimte achter de doorgestapte linksback Shaw (zie afbeelding 5e).

Op die manier kan Italië, ondanks de man minder situatie, vanuit de achterbal tot een aanval komen door het gebruik van keeper Donnaruma.
Dit artikel hoort bij de EK-special van De Voetbaltrainer. Daarin gaan we onder meer in op de belangrijkste zaken rondom spelhervattingen tijdens het EK. De editie is ook los te bestellen. Liever direct abonnee worden? Dat kan hier, met alle voordelen vandien.