Dit stuk bevat passages uit een groter artikel uit De Voetbaltrainer 260.
Stuart McClarty is werkzaam bij Leicester City als Youth Development Coach voor de leeftijdscategorie Onder 12 tot en met Onder 16. Dit seizoen focust hij zich op de Onder 15. Hij concentreert zich vooral op het aanvalsspel van de Engelse club en dan met name de omschakeling na balverovering. Tijdens een presentatie bij Football Webinars wordt hij gevraagd naar zijn visie over omschakeling, zijn eigen ontwikkelde theorie en de twee vormen van omschakelen: Progressive transitions en fast transitions. Met als uiteindelijke doel een completere speler te creëren: ‘Hoe meer je als speler kunt variëren, hoe gevaarlijker je wordt voor de tegenstander.’
Data
McClarty heeft jarenlang informatie verzameld over het omschakelen en bestudeerde het gedrag van spelers na balverovering. Daarbij viel hem direct één ding op: ‘Je ziet dat clubs bezig zijn met wat spelers moeten doen in balbezit en wat ze moeten doen als ze de bal verliezen’, zo start hij zijn verhaal. ‘Maar nadat ze de bal terug hebben gewonnen, ontstaat een probleem. Wat dán? Wat wordt er van de spelers verwacht? Welke keuzes heeft de speler? Voor dat specifieke schakelmoment is minder aandacht en ik denk dat het van essentieel belang is om daar juist veel aandacht aan te besteden. Coaches denken vaak vanuit balbezit, maar in veel gevallen moet je toch eerst de bal veroveren. En is de vraag: als je de bal verovert, wat doe je dan als team? Daar moet in de jeugdopleiding al aandacht voor zijn en daar moeten clubs de voorwaarden voor creëren.
Fast transitions en progressive transitions
Zoals McClarty het ziet, zijn er twee manieren van omschakelen. Hij noemt deze fast transitions en progressive transitions. ‘Fast transitions zijn snel, fel en heel direct’, legt hij uit. ‘Het is de variant die men vaak ziet. De ruimte is er en daar wordt direct gebruik van gemaakt met een gerichte lange pass. Meestal is dit wanneer de bal op eigen helft wordt veroverd en met een directe pass worden de aanvallers gelanceerd. Deze counter eindigt vaak al binnen tien seconden. Progressive transitions vinden vaak plaats op de helft van de tegenstander. De bal wordt al snel veroverd. Een lange pass is niet mogelijk, waardoor er korte passes aan te pas komen. Progressive transitions zijn meer technisch en vergen snel denken en een goed voetbalinzicht. Het draait meer om voetbalintelligentie en minder om de fysieke aspecten.
Trainbaar maken
De oefeningen die ik vaak gebruik zijn 7:7, 6:6 en 5:5. Daarmee kunnen de spelers onderzoeken waar de ruimte ligt en welke opties er zijn. Ook zijn er met een kleiner aantal spelers in het veld meer omschakelmomenten. Je start met het uitleggen van het gedrag van de spelers. Op het moment dat jouw team de bal wint, wat wordt er verwacht van welke speler en welke opties zijn er? Bij onderstaande trainingsvorm is het de bedoeling dat de keeper hoog op de rand van het zestienmetergebied staat. Daarmee wordt een lange bal eruit gehaald. Hierdoor worden de vier aanvallers aan het denken gezet. Het komt dan aan op voetbalintelligentie, snel nadenken en vooruit denken nadat de bal veroverd is.
