In De Voetbaltrainer 261 vertelt de complete technische staf van FC Groningen over hun werkwijze. In aanvulling op dat artikel in print gaat men hieronder in op het werken aan details.
Zoals al eerder bleek, gaat het in nabesprekingen veelal over de details. In dit artikel (in VT261, red.) kwam het uitstappen van El Hankouri, of het drukzetten van Dankerlui al naar voren. Ook is het verdedigen van een eentweetje, of het in bezit houden van een lange bal een item waar de technische staf van FC Groningen nadrukkelijk mee bezig is. Omdat het bovengenoemde niet in dezelfde mate voor alle spelers geldt, wordt ook hier maatwerk toegepast en gebruikt de staf de warming-up om accenten te leggen.
Alfons Arts: ‘Een mooi voorbeeld was tegen Sc Heerenveen in het seizoen 2019/2020. In dat duel wilden we er alles aan doen om te voorkomen dat onze backs in een 1:1 kwamen te staan tegen hun snelle vleugelspelers. In de warming-up van trainingen gingen we gericht aan de slag en brachten middenvelders en vleugelspitsen in situaties waarbij ze bijvoorbeeld Django Warmerdam konden helpen in het dubbelen. Een spits hoeft daar niet aan mee te doen, voor hem ziet de warming-up er anders uit. Het verdedigen van een eentweetje is ook een voorbeeld. Dus in de warming-up maken we groepjes en gaan aan de slag. Wat je veel ziet is dat de verdediger, op het moment dat er een eentweetje wordt gespeeld, blijft staan en naar de bal gaat kijken. Vanuit videoanalyse maar ook op het veld laten we aan spelers zien wat er gebeurt. Vervolgens maken we spelers in een warming-up, bewust of onbewust, weer duidelijk dat ze niet blijven staan maar juist terugstappen. Een pass- en trapvormpje (tekening 1, red.) is daar een voorbeeld van.’


Adrie Poldervaart: ‘Een ander voorbeeld is hoe we om willen gaan met een lange bal. Als een team drukzet en er wordt een lange bal gespeeld, zie je veel spelers die, ook op topniveau, de bal maar weer gewoon het middenveld in koppen. Wij willen echter proberen om die bal in bezit te houden. Dit kan door de bal op de borst aan te nemen, door naar de zijkant te koppen of door achterwaarts te koppen naar de keeper. Zoiets kun je trainbaar maken door middel van een partijtje voetvolley. Als je zoiets maar vaak genoeg terug laat komen, bijvoorbeeld als onderdeel van de warming-up (zie tekening 2, red.), dan ontstaat er in de wedstrijd een moment van herkenning.’
1: Een lange bal spelen, waarna die bal gericht gekopt wordt naar de medespeler die beweegt en om de bal vraagt.
2: Direct daarna voor de man komen, bij het inspelen van een tegenstander.
3: Daarna proberen een pass in het doeltje te voorkomen door middel van een sliding.

