Dit stuk bevat passages uit een groter artikel uit De Voetbaltrainer 264.
Veel trainers plannen hun trainingen aan de hand van de wedstrijd op zaterdag: wat ging er goed, waar kunnen we op voortborduren en wat ging er minder goed en moet verbeterd worden. De Voetbaltrainer kijkt een rondje Champions League en komt met enkele praktijkvoorbeelden.
De wedstrijd
Op 23 februari speelt Ajax in de achtste finale van de Champions League tegen Benfica. De Amsterdammers spelen de wedstrijd uiteindelijk met 2-2 gelijk. Benfica scoort het tweede doelpunt vanuit de omschakeling. Wanneer we de beelden bekijken zien we dat Ajax in eerste instantie aan het aanvallen is en met zes spelers in het zestienmetergebied van de tegenstander komt, waar het vervolgens de bal verliest (afbeelding 1).


In de situatie die daarop volgt probeert Edson Álvarez de tegenaanval te stoppen door middel van een sliding, maar hij wordt voorbij gespeeld (afbeelding 2). Benfica heeft vervolgens een 4:3-situatie richting het doel van Ajax waaruit de Portugezen weten te scoren.


De training
Stel dat je als trainer bovenstaande situatie observeert en hierop wilt gaan trainen, hoe zou je dat dan kunnen doen? Ten eerste moet je beslissen wat je precies wilt gaan trainen. In dit geval zou je bijvoorbeeld kunnen stellen dat je het omschakelen van het aanvallen naar het verdedigen op de helft van de tegenstander wilt verbeteren. Hieronder kun je zowel het direct drukzetten van de spelers rondom de bal als het organiseren van de restverdediging meenemen. Op basis van waar je de tegenaanval heen wilt hebben (of juist níét heen wilt hebben) kun je keuzes maken voor de manieren waarop de tegenpartij kan scoren.
De trainingsvorm
Een voorbeeld van een trainingsvorm: in deze situatie is ervoor gekozen om de backs weg te halen. Je zou er ook voor kunnen kiezen om juist een zijkant van het veld af te schermen wanneer de backs een belangrijke rol in de restverdediging spelen. Er is gekozen voor één grote goal met keeper in het centrum. Zo leg je de nadruk op het afschermen van de as. Je zou er ook voor kunnen kiezen om nog twee kleine doeltjes aan de zijkanten van het veld toe te voegen. Het grote doel in het midden levert twee punten op en de kleine doeltjes één punt. Op die manier moet de te coachen ploeg weer fanatieker omschakelen. Een laatste stap zou zelfs kunnen zijn om één (of zelfs meerdere) grote doelen zonder keeper neer te zetten. Dit zorgt ervoor dat de omschakeling zo goed moet zijn dat de tegenstander niet tot een diepe bal kan komen.




Al 40 jaar is De Voetbaltrainer hét vakblad voor de toegewijde trainer/coach. Het magazine komt acht keer per jaar uit en bevat 80 pagina’s vol interviews met toptrainers, voetbal oefenstof en analyses.