Dit stuk bevat passages uit een groter artikel uit De Voetbaltrainer 263.
Roberto Martínez is in België met iets moois bezig. Daarbij is er niet alleen aandacht voor het winnen van de wedstrijd van vandaag, maar er wordt ook en vooral gewerkt aan de lange termijn. Het was alweer drie jaar geleden dat we hem voor het laatst spraken, vlak voor het WK in Brazilië. De vragen voor het gesprek van nu pasten niet op één A4’tje. De bondscoach van de Rode Duivels schrok er niet van. Integendeel. ‘Het levert vast iets moois op, kom maar op!’
Verdedigen met overal 1:1-situaties
In het voetbal van landenteams moet je als coach prioriteiten stellen als het gaat om de tijd die je hebt met je spelers. We hadden in 2017 oefenwedstrijden nodig om specifieke zaken uit te proberen. Ik wilde zien hoe spelers situaties in ondertal zouden oplossen. Vaak is er binnen voetbal sprake van een verdedigend overtal en moet je vooral goed onderling communiceren om de ruimtes te bespelen. Samenwerken dus. Nu wisten we dat Mexico in een ‘klassieke’ 1:4:3:3 zou komen met flankaanvallers en graag de gehele breedte van het speelveld gebruikte. Wij zouden vanuit onze 1:3:5:2 geregeld in ondertal komen, waarvoor in eerste instantie voetbaltechnische oplossingen gezocht moesten worden (zie afbeelding 1). Daarnaast konden de spelers elkaar óók helpen door nadrukkelijke onderlinge communicatie vanuit situaties die niet altijd even voorspelbaar waren.

Trainingsintensiteit
In mijn beginjaren als voetbaltrainer bereidde ik mijn trainingen voor vanuit mijn eigen perspectief. Ik kon na afloop als het ware ‘afvinken’ of ik al mijn geplande trainingsonderdelen had afgewerkt. Tegenwoordig denk ik over trainingen na vanuit het perspectief van de speler. Iets wat ik graag ook aan andere coaches zou willen meegeven: bekijk altijd hoe de boodschap zo goed mogelijk aankomt bij je spelers. Eerst individueel, maar uiteindelijk moet het wel allemaal bij elkaar komen binnen het team. Iedereen komt vanuit een andere, specifieke clubsituatie naar het trainingskamp van de Rode Duivels. Het is dus niet mogelijk om iedereen op dezelfde manier tegemoet te treden. Een zichtbaar vermoeide speler moet ik op dat moment niet lastigvallen met ‘tactische’ informatie, want de kans is klein dat het beklijft. Of het wordt verkeerd begrepen en uitgevoerd op het veld.
Psychologische factoren
Ik denk, net als voor het WK in 2018, dat de factor ‘winnaarsmentaliteit’ van doorslaggevend belang gaat zijn op het WK in Qatar. Ik beschouw mezelf als een tactische trainer en ik zou graag geloven dat je elke wedstrijd middels tactische elementen kunt controleren. Maar ik weet inmiddels wel beter. Tijdens een eindtoernooi zijn de fysieke gesteldheid en de tactische en technische vaardigheden van spelers belangrijk, maar het verschil wordt uiteindelijk gemaakt op psychologisch gebied. De winnaarsmentaliteit, weten hoe je moet omgaan met tegenslag of uitdagingen, hoe je je moet aanpassen in moeilijke situaties. Ik heb niet voor niets een psycholoog bij het nationale team gehaald (Jef Brouwers, red.). Hij kijkt goed naar de lichaamstaal van spelers. Bij het juichen, bij een wissel, in het veld en langs de kant. Hij bekijkt de uitspraken van spelers in de pers. Dat goed inkaderen kan ons helpen in ons werk.