Het Nederlands Elftal speelde in de achtste finales van het WK tegen de Verenigde Staten. Oranje koos ervoor om, geholpen door de vroege voorsprong, achterover te leunen en vooral gevaarlijk te worden vanuit de omschakeling van verdedigen naar aanvallen. Provocerende pressie, noemde bondscoach Louis van Gaal dat eerder in De Voetbaltrainer. Hoe wordt deze omschakeling vormgegeven en wat kun je hier als trainer uit meenemen?
Er zijn grofweg drie zones van waaruit een tegenaanval opgezet kan worden vanuit een omschakelmoment. De bal kan laag op het veld veroverd worden. Dit is het gebied van de eigen achterlijn tot ongeveer halverwege de eigen helft. De bal kan in de middelste zone veroverd worden. Dit is grofweg het gebied van halverwege de eigen helft tot halverwege de helft van de tegenpartij. Tot slot kan de bal hoog veroverd worden. Dit is het gebied van halverwege de helft van de tegenpartij tot de achterlijn van de tegenstander.
Laag
Ten eerste kijken we hoe Nederland tot een tegenaanval komt na een balverovering laag op het veld. Verovert Oranje de bal laag op het veld, dan is dit meestal in de eigen zestienmeter. Er wordt bijvoorbeeld een voorzet of steekpass onderschept, waardoor een van de vijf verdedigers van Oranje in balbezit komt. Kenmerkend voor een balverovering in de laagste zone is dat de tegenstander vaak voorbereid is op balverlies en daardoor goed gegroepeerd staat. De eerste opdracht is dan ook om direct onder deze druk uit te spelen.
Het Nederlands Elftal laat hierin enkele opties zien. De eerste optie is om direct een langere pass te spelen richting een van de spitsen. Vaak is het Memphis die direct na balverovering gezocht wordt om de bal vast te houden, waarna andere spelers bijsluiten.

De tweede optie is voor de speler die de bal verovert om zelf onder de druk uit te dribbelen. Nederland gebruikt deze variant slechts één keer. Het voordeel van een dribbel is dat de speler die onder de druk uit dribbelt direct vrij is om de tegenaanval verder voort te zetten. Echter, het risico op balverlies is groter dan met de voorgaande optie.

Wanneer je als elftal onder de eerste druk uit bent, zijn er twee manieren om de tegenaanval verder voort te zetten. Je kunt de bal aan dezelfde kant houden om de tegenaanval daar verder voort te zetten. Je kunt er ook voor kiezen om juist de andere kant van het veld te zoeken om daar de aanval af te maken. Als het lukt om de andere kant te zoeken, dan leidt dit doorgaans tot meer gevaar aangezien daar vaak een 1:1 gecreëerd kan worden. Het uitvoeren van deze kantwissel is echter lastig, waardoor het er ook toe kan leiden dat de tegenaanval niet tot uiting komt.
Het Nederlands Elftal kiest er in de wedstrijd tegen de Verenigde Staten voor om de bal steeds aan dezelfde kant te houden om zo de tegenaanval op te zetten.

In de laatste fase van de tegenaanval is het dan de vraag welke spelers de opdracht hebben om bij te sluiten en in de zestienmeter te komen. Bij Oranje zien we hier duidelijke lijnen in. Gakpo en Memphis staan vaak al voorin, samen met een van de vleugelverdedigers. De vleugelverdediger aan de andere kant en Davy Klaassen komen vervolgens bijsluiten om aanspeelbaar te worden in de zestienmeter. Veel tegenaanvallen van Oranje ontwikkelen zich over de linkerkant, aangezien Memphis daar staat opgesteld om de bal vast te houden. Daarom is het Denzel Dumfries die vaak bijsluit vanaf de rechterkant.

Wil je met je team trainen op het omschakelen na een balverovering in de eigen zestien? Bekijk dan deze trainingsvorm in de Trainingsplanner waarbij er wordt omgeschakeld vanuit een voorzet.
Deze oefenvorm kan daarnaast gebruikt worden als je juist diepgang aan de contrakant wilt zien tijdens de omschakeling.
Midden
Verovert Nederland de bal halverwege het veld, dan is de speler die de bal verovert vaak meteen de vrije speler. Immers, de tegenstander staat verder uit elkaar en is niet in staat om direct druk te zetten na het balverlies. De speler die de bal verovert, kan daardoor meteen de vrije ruimte in dribbelen. Nederland kiest er in deze situatie voor, net zoals bij een verovering laag op het veld, dat de tegenaanval zich ontwikkelt over dezelfde kant als waar de bal veroverd is.

Oranje wil daarnaast zoveel mogelijk tempo houden in de counter. Spelers die met hun rug naar het doel van de tegenstander staan, laten daarom de bal direct vallen op een speler die onder hen komt, in plaats van zelf te gaan draaien met de bal.

Komt Oranje bij de zestienmeter van de tegenstander, dan zijn het ook nu de aanvallende middenvelder en de vleugelverdediger aan de andere kant die bijsluiten in de zestienmeter om de aanval af te maken.
In de tweede helft worden de ruimtes steeds groter. Dit zorgt ervoor dat Oranje geregeld een counter kan opzetten via de as. Nederland vindt vaak direct een vrije speler als de eerste druk van de VS omzeild wordt, waarna er 2:2/2:3/4:3-situaties ontstaan richting het doel van de tegenstander.

In de omschakeling ontstaan vaak dit soort chaotische situaties. De ene keer spelen de aanvallers 2:2, de andere keer staan ze in een 3:4 ondertal. Het kan daarom van belang zijn om je spelers voor te bereiden op dit soort situaties met gepaste oefenvormen.
Hoog
Als men (diep) op de helft van de tegenpartij de bal verovert, ben je relatief dichtbij het vijandelijk doel. Kansrijk dus, als je snel handelt. Het lukt Nederland tegen de USA slechts één keer om tot een tegenaanval te komen na een balverovering hoog op het veld. Gakpo verovert de bal en is zelf direct de vrije speler die een dribbel in kan zetten. Hij geeft de bal af aan Teun Koopmeiners die van afstand schiet. Memphis kan vervolgens bijna de rebound binnen koppen.

Nog meer weten over de omschakeling (a-v én v-a)? Bekijk dan de e-learning over omschakelen van de makers van De Voetbaltrainer.