Dit stuk bevat passages uit een groter artikel uit De Voetbaltrainer 270.
Marink Reedijk was jeugdtrainer bij Ajax en West Bromwich Albion alvorens hij assistent-trainer werd bij KSV Roeselare. Op dit moment maakt hij deel uit van de technische staf van Vitesse, waar hij vorig seizoen met name verantwoordelijk was voor de dode spelmomenten. Voor De Voetbaltrainer legt hij uit hoe hij invulling geeft aan corners, vrije trappen en ingooien.
Manier van spelen
‘Nadat ik ben aangesteld als trainer voor de dode spelmomenten ben ik begonnen met kijken naar de speelwijze. Ik wil op globaal niveau weten wat de manier van spelen is. Bij Vitesse was dit toen vooral een bepaalde agressiviteit, directer spelen counterpressing. De manier van spelen heeft namelijk weer invloed op hoe je de standaardsituaties neemt. Een team dat opbouwt van achteruit met veel korte passes zal de standaardsituaties anders benaderen dan een team dat een meer directe speelwijze hanteert. Het team dat van achteruit opbouwt zal wellicht comfortabeler zijn bij het spelen van een korte corner, terwijl het team dat directer speelt gewend is aan het direct drukzetten op een tweede bal.’
Individuele kwaliteiten
‘Ik ga vervolgens op zoek naar specifieke individuele kwaliteiten binnen het elftal. Voor mij zijn er vier essentiële kwaliteiten waar ik de organisatie op baseer bij aanvallende corners. Ten eerste, wie kan er echt goed koppen binnen het elftal? Ik kijk daarbij ook vanuit welke zone iemand het beste kopt. Sommige spelers kunnen heel goed vanaf de eerste paal een bal doorkoppen, andere spelers zijn beter in het direct op doel koppen vanuit het midden van het doel. Ten tweede, wie durft de bal ook daadwerkelijk aan te vallen? Vervolgens, wie is betrouwbaar in het blokken, bijvoorbeeld van de keeper van de tegenstander? Tot slot, wie is betrouwbaar in het uitvoeren van zijn taak? Zeker dit laatste punt is erg belangrijk.’

Bezetting
‘De bezetting voor de tweede bal is hier ook onderdeel van. Wie heeft bijvoorbeeld de kwaliteiten om de bal direct op doel te schieten? Tot slot zoek ik spelers die de kwaliteiten hebben om de restverdediging te organiseren. Spelers die daar staan, moeten over genoeg leiderschapskwaliteiten beschikken om dat neer te kunnen zetten en over genoeg snelheid om een tegenstander af te remmen als hij in de omschakeling uitbreekt. Daarnaast is natuurlijk de trap van de speler die de corner neemt doorslaggevend. Wat voor soort trap heeft hij? Op basis van die trap moet je natuurlijk de hele variatie maken. Maximilian Wittek en Eli Dasa namen bij ons vorig jaar bijvoorbeeld de corners. Zij beschikken over verschillende goede trappen, maar zij hebben ook een bepaalde trap die lastiger voor hen is. Ik let er dan op dat we die zone minder aanvallen.’