Dit stuk bevat passages uit een groter artikel uit De Voetbaltrainer 271.
Louis van Gaal eindigde zijn laatste persconferentie in Qatar onder meer met de uitspraak dat hij een goede, hechte groep achterlaat, maar zonder vleugelaanvallers van internationaal topniveau, die een man kunnen passeren. Na de poulefase van het WK poneerde Arsène Wenger al de stelling dat juist die positie van doorslaggevend belang zou zijn in de resultaten van het toernooi. In dit artikel kijken we samen met specialist Paul McGuinness uitgebreid naar de positie van de vleugelaanvaller tijdens de teamfunctie aanvallen.


Paul McGuinness is een oud-prof uit Engeland en was jarenlang trainer bij onder meer ‘zijn club’ Manchester United. Via zijn twitterkanaal analyseert hij geregeld interessante momenten in voetbalwedstrijden, waarbij hij een goed oog voor detail tentoonspreidt. Hij hanteert daarbij zijn eigen referentiekader teneinde gestructureerd naar voetballen te kunnen kijken. Met hem kijken we naar meer dan 20 videofragmenten van Bukayo Saka (Engeland) en Kylian Mbappé (Frankrijk).
Roofdier


Paul McGuinness: ‘Voor een aanvaller gebruik ik graag de metafoor van de cheeta met al haar eigenschappen (zie afbeelding, red.). Een aanvaller moet een hongerig roofdier zijn met de onderstaande eigenschappen, die vanzelfsprekend nauw aan elkaar verbonden zijn door allerlei dwarsverbanden. Een roofdier is voortdurend op zoek om de beste uitgangspositie te krijgen om te krijgen wat het wil. Het maakt daarvoor een hele trukendoos open.
• Scannen: voortdurend om je heen kijken, ook snel over je schouder, op zoek naar relevante informatie. Dan weet je hoe het ‘staat’ om je heen en kun je je eigen positie en acties aanpassen.
• Positiekiezen: waar stel je jezelf op, in relatie tot teamgenoten en tegenstanders? En de optimale positie verandert eigenlijk iedere seconde. Wil je bijvoorbeeld graag in de rug van de tegenstander lopen? Misschien wel bewust buitenspel tot het moment dat je daadwerkelijk wordt aangespeeld.
• Timing: kies het juiste moment voor je actie. Allerlei factoren moeten op het goede moment gecombineerd worden tot een juiste handeling met en nog veel vaker zonder bal.
• Beweging: voetballers zijn voortdurend in beweging. Wat is de kwaliteit van je voetenwerk? Soms wandel je, soms trek je een sprint. Denk ook aan verandering van richting: voorwaarts, zijwaarts, achterwaarts.
• Bedriegen: houd je intenties zo lang mogelijk verborgen voor je tegenstander. Een neutrale lichaamshouding helpt daarbij. Noem het zelfs ‘ongeïnteresseerd’, of beter gezegd ‘quasi ongeïnteresseerd’ want je wilt het natuurlijk uitbuiten!
• Techniek: de gereedschapskist met alle technische vaardigheden waar een speler uit kan putten. Denk aan de techniek van de eerste aanname, de dribbel, de pass, de voorzet of de afwerking.’
Hoe Paul McGuinness de positie van flankaanvaller analyseert, is in maar liefst 19 subthema’s te lezen in het artikel in de WK-special De Voetbaltrainer 271. Ook zijn 3 videofragmenten hiervan opgenomen in de Mediatheek.


Al 40 jaar is De Voetbaltrainer hét vakblad voor de toegewijde trainer/coach. Het magazine komt acht keer per jaar uit en bevat 80 pagina’s vol interviews met toptrainers, voetbal oefenstof en analyses.