Guy Martens (KRC Genk) over keepers op het WK

| Jelmer de Zwart | Trainersnieuws

Dit stuk bevat passages uit een groter artikel uit De Voetbaltrainer 271.

Wellicht nog meer dan in vorige edities van het WK was de keeper een veelbesproken positie tijdens het toernooi in Qatar. Niet alleen in Nederland, waar Andries Noppert een zeer verrassende keuze was. Keepers als Dominik Livakovic (Kroatië), Wojchiech Szczesny (Polen) en zeker de Argentijn Emiliano Martinez waren meer dan eens beslissend voor hun ploegen. Met Guy Martens, de keeperstrainer van KRC Genk, bespreken we een aantal belangrijke inzichten die tijdens het WK zijn opgedaan of zijn bevestigd.

Schoten pareren

‘Het was opvallend dat op het WK veel meer keepers in 1:1-situaties werkten met een zgn. large blok, een manier van schoten pareren waarbij de doelman dicht op de speler komt te staan en zich door zijn armen en benen zo wijd mogelijk te spreiden, zo breed mogelijk maakt. Het meest tot de verbeelding sprekende voorbeeld ervan was natuurlijk de enorme redding van de Argentijn Emiliano Martinez, in de laatste minuut van de verlenging toen de Fransman Randal Kolo Muani alleen voor hem kwam en scherp inschoot. Met die redding voorkwam hij de 4-3 voor Frankrijk en zorgde hij ervoor dat er een strafschoppenserie kwam. In zo’n 1:1-situatie kan de keeper in feite op vier manieren handelen. Dat is dus in de eerste plaats het large blok, daarnaast het small blok, vervolgens de vrije bal en tot slot het schot. Ik behandel hieronder het large blok en het small blok.’

keepers blok

Large blok

‘Het large blok ga je toepassen wanneer een speler alleen doorkomt, en je als keeper in staat bent om op twee tot drie meter afstand van hem te komen. Dit moet je doen door, zodra de speler erdoor is en geen van jouw medespelers hem nog kan achterhalen, zo snel mogelijk de afstand tussen jou als keeper en de aanvaller te verkleinen. Dan is het zaak met de benen zo ongeveer in een spagaat te komen en het lichaam zeker niet weg te draaien. Sterker nog, ook het hoofd wordt niet weggedraaid. De armen worden eveneens zo wijd mogelijk gespreid. Vroeger heette dit ook wel het vijfpuntsblok, met vijf ‘raakvlakken’: beide benen, beide armen en het hoofd.

Martinez liet dat dus in de finale zien, maar ook al eerder tegen Australië. Bij de stand 2-1 en een aandringend Australië in de laatste fase verijdelde hij op deze wijze een uitstekende schietkans, kort bij het doel. Hij is er fysiek, qua moed en lenigheid zeer geschikt voor om deze actie uit te voeren. Hij liet ook erg goed zien hoe je dat blok aanvallend uitvoert: je ziet bij hem dat hij op het laatste moment nog agressief naar de speler toe gaat, en niet ‘blokt om het blokken’.’

Small blok

‘Dit is ook een blok, maar de keeper staat nu veel dichter bij de aanvaller: eigenlijk maximaal één meter van hem verwijderd. Nu maakt de doelman zich niet zo breed mogelijk, maar hij sluit de ruimte tussen de benen af. Immers, wanneer hij heel dicht op de speler staat, is dit voor die aanvaller waarschijnlijk de enige ruimte om de bal voorbij hem te schieten. Ook hier geldt weer: zo snel mogelijk de afstand verkleinen. Wat je de laatste jaren wel regelmatig hebt gezien, is dat keepers in een small blok komen terwijl ze nog relatief ver van de aanvaller verwijderd staan. In dat geval is er te veel ruimte om tot een gericht schot te komen en kan de keeper beter niet voor deze actie kiezen.’

Gerelateerd
Trainersnieuws

Andries Jonker: ‘In 1:3:5:2 de meeste creativiteit op het veld’

Trainersnieuws

Marijn Beuker: Creëren en implementeren van een visie

Trainersnieuws

Thomas Ruesink: Opleiden in de Onderbouw