Dit stuk bevat passages uit een groter artikel uit De Voetbaltrainer 272.
Andreas Steiert is ‘Leiter Nachwuchsleistungszentrum’ bij de jeugdopleiding van het de laatste jaren zo succesvolle SC Freiburg. Bij de club in het zuidwesten van Duitsland waar ook de Nederlandse doelman Mark Flekken actief is, heeft men een bijzondere positie in de staf: de connection coach. Deze moet ertoe bijdragen dat spelers op een betere manier de overstap naar het eerste elftal kunnen maken. Steiert legt uit hoe dit in zijn werk gaat.
Oorsprong
‘We zijn als club voor een deel afhankelijk van onze opleiding. Dat past ook bij de cultuur van SC Freiburg: we willen spelers graag verder brengen in hun ontwikkeling. Dan kijk je steeds goed naar wat nodig is om die stappen voor spelers zo goed mogelijk te faciliteren. Tegelijkertijd zagen we circa vijf jaar geleden twee ontwikkelingen, die ons rechtstreeks geleid hebben naar deze nieuwe functie. We zagen in Zwitserland een heel interessant systeem. Daar stelt de bond aan de profclubs een coach verplicht die de transitie van jeugdspeler tot profspeler begeleidt. Ze noemen dat daar de Talent Manager. Die is op geen enkele wijze verantwoordelijk voor één specifiek team, maar is er voor de individuele begeleiding van spelers op weg naar het eerste elftal. Er is ook een specifieke beschrijving van wat die functie inhoudt, en de bond legt dat ook aan de clubs voor. Ik denk zelfs dat de bond de kosten van die coaches voor een deel voor zijn rekening neemt. We vonden het heel interessant en zijn erin gedoken om te kijken hoe dit werkte. Daarbij zijn we erin geslaagd om er ons eigen plan van te maken, want je moet niet zomaar een idee volledig kopiëren. Je moet altijd kijken of welke wijze het bij je eigen club past.

een R de spelers uit de directe omgeving (regio), met een S de spelers die van verder weg gescout zijn.
Competenties
‘Wat we in elk geval erg belangrijk vinden, is eigen spelerservaring op het hoogste niveau. Daarom zou ikzelf bijvoorbeeld minder geschikt zijn. Ik weet niet hoe het is om drie weken achter elkaar op de bank te belanden terwijl ik vind dat ik zou moeten spelen. Ik weet niet hoe het is om voor 35.000 toeschouwers in de laatste minuut een strafschop te nemen. Het hebben van ervaring op het hoogste niveau is wat ons betreft echt wel van elementair belang. Een ander element dat cruciaal is, is empathie. Begrijpt de coach in welke situatie een speler zich bevindt, kan hij zich daarin inleven? Op welke wijze kan ik verbinding met zo’n speler maken, vertrouwt hij mij? Wat is de manier waarop ik hem het beste kan helpen op zijn weg richting het eerste elftal? Het gaat er niet zozeer om dat je al je trainersdiploma’s hebt of tien jaar voor de groep hebt gestaan. Natuurlijk kan dat in zekere zin wel helpen, maar het hoeft niet altijd doorslaggevend te zijn en is voor ons zeker geen absolute voorwaarde. Hoe werkt het in onze club, wat is onze visie en hoe brengen we die over? Daar gaat het om.’
Werkzaamheden in de praktijk
‘Heel veel komt aan op communicatie tussen alle partijen. Je kunt je voorstellen dat er regelmatig overleg is tussen de trainer-coaches en de connection coach. Die laatste kan op zijn beurt op alle mogelijke manieren contact hebben met de speler. Hij is ook regelmatig bij de trainingen aanwezig. Echter, hij kan natuurlijk niet tijdens een oefening het veld op stappen en zeggen: stop, ik wil nu met speler X een praatje hebben. Zo werkt dat niet. Hij kan wel op het moment dat er een onderbreking is om van oefening te wisselen of iets te drinken, kort met de speler spreken. Hij kan dan kort ingaan op bepaald gedrag of een bepaalde actie van die speler. Dat gebeurt óók bij het eerste elftal! In feite heeft de connection coach verder helemaal niets te maken met de inhoud van de training. Maar hij let sterk op de getalenteerde spelers die hij begeleidt, en kan tijdens die breaks iets met die speler doen. Maar altijd individueel, nooit met een groep. Tactische zaken die het team betreffen, komen dan ook nooit aan de orde.’