Dit stuk bevat passages uit een groter artikel uit De Voetbaltrainer 273, met onder andere een special over de jeugdopleiding van Vitesse.
Van de tekentafel naar het trainingsveld: eenmaal bepaald dat de maandagen anders ingedeeld worden voor de Middenbouw, rest de transfer naar de praktijk. Middenbouwtrainers Richard van der Lee (Onder 15) en Mitchel Jansen (Onder 13) vertellen hoe dat wordt vormgegeven. De nadruk ligt op het zelfstandig maken van de jeugdspeler: ‘Jeugdspelers die eigenaar zijn van hun eigen ontwikkeling, komen doorgaans verder dan spelers die dit minder goed beheersen.’
Samenstelling trainingen
Richard van der Lee: ‘Voorts kijk ik sterk naar het team waar de speler uit komt. Krijg ik een speler uit de Onder 13, dan is die vaak nog meer bezig met motorische vaardigheden en balvaardigheid. Zit er een speler bij uit mijn eigen Onder 15, dan zie je dat we daar al veel meer bezig zijn met positieontwikkeling en het werken in linies. In die groepen kunnen we ook aanvallers en verdedigers goed samen laten trainen, en dan voor vormen kiezen waarin ze tegenover elkaar komen te staan. Meestal zijn we dan ook met meer dan één trainer. Dan kan het voorkomen dat de ene trainer zich specifiek richt op de aanvallers, de andere op de verdedigers. Maar wel met een groep waarin de fysieke verschillen klein zijn. Het zijn groepjes van circa acht spelers. Dat brengt voor ons trainers met zich mee dat we enorm veel individuele aandacht kunnen schenken aan spelers.’
Veel mogelijkheden
Mitchel Jansen: ‘Het feit dat de trainers uit de oudere categorieën zich ook actief bemoeien met de trainingen, spreekt zeker de spelers uit de Middenbouw enorm aan. Deze trainers zijn hier fulltime in dienst en zij trainen op maandagochtend met de Onder 16, Onder 18 en Onder 21. In de middag ondersteunen zij bij de Middenbouw en worden ze op hun specifieke eigen ervaring ingezet. Er staan dus meerdere trainers op één groep. Dat geeft veel mogelijkheden.’

Inhoud trainingen bij Vitesse
Mitchel Jansen: ‘Als ik kijk naar verdedigers die je laat trainen met en tegen aanvallers, dan zullen we vaak in eerste instantie vaardigheden trainen. Vervolgens zet je ze tegenover elkaar. Je kunt dan denken aan vormen als 2:1 en 3:2. Veel groter kunnen we het niet maken, want de groepjes zijn doorgaans niet groter dan pakweg acht tot tien spelers. Een week later train je wellicht minder in weerstanden, zoals afwerken of kaatsen vanuit een spits. Denk ook aan passeerbewegingen. Bij middenvelders kijk je meer naar passing en kijkgedrag, om maar een paar voorbeelden te geven. Zij zullen vaak wat minder in weerstand trainen.’

Al 40 jaar is De Voetbaltrainer hét vakblad voor de toegewijde trainer/coach. Het magazine komt acht keer per jaar uit en bevat 80 pagina’s vol interviews met toptrainers, voetbal oefenstof en analyses.