Dit stuk bevat passages uit een groter artikel uit De Voetbaltrainer 276.
Jan van Loon was eind jaren negentig werkzaam in een KNVB-district en als zodanig een van de pioniers als het gaat om scholing voor Technisch Jeugdcoördinatoren, zoals Hoofden Opleiding destijds werden genoemd. Een krappe dertig jaar later zijn er opleidingen voor HO’en op diverse niveaus. Zelf was Van Loon onder meer werkzaam bij de KNVB in Zeist (Voetbalontwikkeling), PSV, Willem II, Arsenal, VfL Wolfsburg en FC Utrecht. Tegenwoordig werkt hij bij FC Bengaluru in India als Head of Coaching (HoC), een functie die hij ook bij zijn laatste clubs uitoefende. In De Voetbaltrainer 275 spraken we Jan van Loon onder meer over de valkuilen die hij bij voetbaltrainers herkent. De Head of Coaching als ontwikkelversneller.
Valkuilen (1)
‘Over het algemeen mag je aannemen dat alle voetbaltrainers het beste voorhebben met hun spelers. Toch kan het voorkomen dat ze in een valkuil stappen, hetgeen misschien wel voortkomt uit onzekerheid of onervarenheid. Ik denk dan aan:
- De schuld bij de spelers (of collega’s/club) leggen. Zodra dit gebeurt, kan er een uitermate negatieve sfeer ontstaan, die heel snel moet worden omgedraaid. ‘Ik heb hun al honderd keer verteld wat ze moeten doen, maar ze doen het niet.’ Trainingen verlopen niet op een prettige wijze, er is geen veilige omgeving en je hebt binnen de kortste keren de ouders aan de lijn.
- Er is geen connectie tussen coach en spelers. Hij zegt misschien wel zinnige dingen, maar zijn boodschap komt keer op keer niet aan bij zijn spelers. Dat is simpelweg te zien aan het spelersgedrag op het trainings- of wedstrijdveld.
- De automatische piloot. Sommige trainers hebben de neiging om een succesvolle training uit het verleden te herhalen om vervolgens enigszins passief toe te kijken, ‘want de training loopt’. Natuurlijk kun je zeggen dat de spelers vanwege deze herhaling meer eigenaarschap vertonen, want ze kunnen de oefening grotendeels zelfstandig uitvoeren. Maar dat wil nog niet zeggen dat je dan als trainer achterover kunt leunen. Juist dán kun je de diepte in gaan wat betreft de voetbalinhoud, of meer individueel coachen.
Valkuiken (2)
- Geen structuur in je conclusie richting de spelers na een training of wedstrijd. Als je boven de materie staat, dan laat je je niet leiden door incidenten, maar ken je nog de grote lijn of de accenten die je de spelers voorafgaande aan de training of wedstrijd meegaf. En daar moet je na afloop iets zinnigs over kunnen zeggen, zonder van hot naar her te springen.
- Voor mij is een red flag als een trainer mij enige weken niet opzoekt. Dan moet ik extra goed opletten. Op het moment dat ik dan een gesprek aanknoop, komt meestal vrij snel de aap uit de mouw. Vaak speelt er dan iets in het privéleven van een persoon. Het kan gaan over relaties, gezondheidsissues, keuzes die op de club worden gemaakt, de hypotheek, maar ook de interesse van een andere club zou een rol kunnen spelen. In dat laatste geval pleit ik voor openheid. Jij als trainer, maar ook je huidige club mogen daar trots op zijn, als jij een stapje kunt maken. Ik merkte altijd een grote opluchting als dit gewoon bespreekbaar werd.
- In een profclub moeten de trainers (bijna) dagelijks hun training voorbereiden, uitvoeren en evalueren. Het klinkt simpel, maar veel trainers houden zich daar niet aan. Met als gevolg dat er niet het maximale uit de trainingsdag gehaald wordt. Je kunt dan het beste zo snel mogelijk de vinger op de zere plek leggen, want anders blijven we herhalingen zien van trainingen die de trainer zelf wel prettig vindt en dan doe je je spelers tekort. Als jeugdtrainer bij een profclub moet je je dagelijks afvragen wie jij bent als trainer, waarom jij zo goed bent dat jij die training kunt geven en hoe zorg je ervoor dat het iedere dag opnieuw de beste training van het jaar wordt? Dit is waar het om gaat. Die anderhalf uur van de training moet hij top zijn. Dat verdienen de beste jeugdvoetballers die we in ons land hebben.
Valkuilen (3)
- Een belangrijke valkuil voor jeugdvoetbaltrainers die zelf bij dezelfde leeftijdsgroep werkzaam blijven terwijl hun team aan het eind van het seizoen doorgaat naar een oudere categorie: ‘Mijn volgende team bakt er helemaal niets van!’ Zij vergelijken het niveau van hun nieuwe team aan het begin van het seizoen met het vorige team aan het einde van het seizoen, maar dat is niet eerlijk. Ik ben het bij de meeste clubs wel tegengekomen. Een jeugdvoetbaltrainer moet elk seizoen opnieuw bekijken hoe hij het meeste kan halen uit zijn nieuwe spelersgroep.
- Elke zes weken houden trainers evaluatiegesprekken met spelers en eventueel ouders. Valkuil kan zijn dat de zogenaamde 10-minuten-gesprekken veel langer duren dan tien minuten en er achteraf onduidelijkheid heerst bij spelers en ouders over de inhoud.