Timing van actie en veranderen van richting

| Jelmer de Zwart | Trainersnieuws

Dit stuk bevat passages uit een groter artikel uit De Voetbaltrainer 277.

Verdedigers, middenvelders, aanvallers: het kunnen veranderen van richting is hoe dan ook iets waar een speler in het veld mee te maken krijgt. Natuurlijk, veranderen van richting kan iedereen. Maar hoe doe je dat (technisch) en wanneer doe je dat (tactisch)? Binnen de aanvallende speelstijl van FC Den Bosch onder 13, getraind en gecoacht door Timo Schollaardt, komt het kunnen veranderen van richting steeds terug. Aan de hand van een oefenvorm legt hij uit hoe hij zijn spelers daarin sterker maakt.

Blauw en rood

Timo Schollaardt: ‘In deze vorm 1:1 gaat het dus om het veranderen van richting. Dit veranderen van richting is nodig om naar vrije ruimtes te komen. Om dit goed te trainen, gebruiken we een trainingsvorm (zie tekening). In deze vorm staat iedereen buiten het veld. Rood zijn de aanvallers, blauw de verdedigers. In het midden is een klein vak, waar de bal door blauw in gespeeld moet worden. De rode aanvaller ontvangt daarin de bal van blauw, en probeert te scoren in een van de vier doeltjes. De blauwe verdediger probeert, nadat hij ingespeeld heeft, de bal af te pakken en kan vervolgens scoren door met bal door een van de vier pylonenpoortjes te dribbelen.’

Aanname

‘Het is goed om van tevoren duidelijk te hebben waar je je op gaat richten, en wat je tegen je spelers gaat zeggen. In deze vorm komen heel veel zaken terug waar je als trainer iets mee kunt. In de eerste plaats wil ik het hebben over de aanname. Blauw speelt in op rood, maar wat doet die rode speler dan in zijn eerste aanname? Die is, zeker als je praat over het veranderen van richting, namelijk bepalend voor het vervolg. Is die aanname niet goed, dan zit de blauwe verdediger er direct bovenop. Maar als die eerste aanname zó is, dat de bal gelijk de ruimte in wordt geduwd, dan ontstaat er een situatie waarbij de aanname als het ware al de actie is. Spelers hebben, ervan uitgaande dat ze technisch goed genoeg onderlegd zijn, twee opties: óf ze nemen de bal zó aan dat ze gelijk de ruimte in kunnen dribbelen, óf ze houden de bal bij zich, wachten tot de verdediger eraan komt en zetten dán pas een actie in om naar de vrije ruimte te komen.’

Intentie

‘Bij FC Den Bosch willen we spelers leren om onvoorspelbaar te worden. We willen dus vooral niet dat spelers continu op één tempo dribbelen en passeren. Temporiseren doe je om verrassend te blijven en een zo optimaal mogelijke balcontrole te creëren. Bij een actie kijken we of een speler zijn lichaam tussen de bal en de tegenstander houdt. Aannemen, timing, explosiviteit, temporiseren, lichaamshouding. Het belangrijkste is de intentie van de technische handeling of de richtingverandering: waarom maakte je deze technische handeling? Of: met welke intentie veranderde je van richting? Waarom koos je voor dat moment (timing)? Die intentie, dáár letten we vooral op. En zolang de intentie van de speler goed is, kunnen we de speler nooit iets kwalijk nemen.’

Gerelateerd
Trainersnieuws

Marijn Beuker: Creëren en implementeren van een visie

Trainersnieuws

Thomas Ruesink: Opleiden in de Onderbouw

Trainersnieuws

Paul Nuijten: Trainen van voetbalgedragingen