‘Je moet altijd een plan hebben en alles draait om winnen.’ Heldere taal van hoofdtrainer Frederik D’Hollander, vlak voor de spelers van Zulte Waregem eind juni begonnen aan hun Bike&Run-teamactiviteit. De degradatie naar 1B is verwerkt en het doel voor komend seizoen is duidelijk: meteen promoveren naar 1A.
Zulte Waregem zette midden maart trainer Mbaye Leye aan de deur. Met nog vijf wedstrijden te spelen legde de op dat moment voorlaatste in de Jupiler Pro League zijn lot in de handen van Frederik D’Hollander. Geen onlogische keuze, want de 47-jarige D’Hollander was aan de slag bij Jong Essevee en had als speler en trainer al heel wat jaren op de teller bij de club. Zijn aanpak als hoofdtrainer was vanaf de eerste dag kristalhelder.
Frederik D’Hollander: ‘We hebben geprobeerd om de organisatie neer te zetten en heel realistisch te voetballen. Dat was meer vanuit de omschakeling omdat we snelle spelers hadden. We kozen voor een laag compact blok en wilden vooral minder doelpunten slikken. Het belangrijkste was dat we het geloof er terug in kregen. De spelers moesten geloven dat ze echt nog in 1A konden blijven en ze moesten vertrouwen hebben in de dingen waarop we trainden. Dat lukte al vanaf de eerste wedstrijd op Standard en bleef tot de laatste wedstrijd tegen Cercle Brugge. Het was ook zo dat de spelers wel al geleerd hadden om te incasseren. Ze lagen na een nederlaag niet telkens weer op de grond, maar ze moesten vooral opnieuw vertrouwen op de kwaliteiten van het team. We hebben een manier van werken ingevoerd waarbij we op donderdag in balverlies trainen. Aan de hand van videobeelden laten we de sterktes van de tegenstanders zien en bespreken dan wat wij daar in balverlies tegenover zullen zetten. Op vrijdag is het net andersom: wij gaan zo voetballen, want daar liggen de zwaktes van de tegenstrever. Het was een periode van vijf wedstrijden, een rollercoaster, maar we hebben wel – ondanks de degradatie – een goed gevoel gecreëerd.’

Emotioneel of rationeel
Het waren uw eerste stappen als hoofdtrainer. Wat leerde u uit die korte maar pittige periode?
‘Dat als je op een gestructureerde en georganiseerde manier werkt, je jouw spelers echt wel kunt doen geloven in een project en in een systeem. Je moet vooral uitgaan van jouw eigen idee. Ik kwam over van de jeugd en werkte altijd op een bepaalde manier. Diezelfde manier van werken heb ik gewoon doorgetrokken. Je moet als trainer niet veranderen en moet achter jouw welbepaalde visie blijven staan. Mijn visie? Belangrijk is dat je de zaken niet te moeilijk maakt en simpel voorstelt. “Daar liggen de ruimtes tegen deze tegenstander. Dit zijn de drie dingen die we gaan doen in balbezit en deze drie zaken verwachten we in balverlies.” Je koppelt dat aan beelden om het duidelijk te maken en om zo iedereen mee te krijgen in jouw verhaal. Dat is exact de weg die we dit seizoen ook zullen bewandelen. Het was voor mij spannend om te weten te komen of mijn manier van werken ook zou aanslaan op het hoogste niveau. Vanaf de eerste wedstrijdbespreking kreeg ik feedback van de spelers. Zij gaven aan dat het allemaal heel simpel en heel duidelijk was wat ik van hen vroeg. Het is zeer belangrijk geworden om spelers een bepaald houvast te geven. Voetbal bestaat uit heel veel chaos. De spelers moeten dus weten wat er kan en wat er moet. Hun persoonlijke taken, maar ook de taken van het team moeten duidelijk zijn. Het is makkelijker voor hen om daarop terug te vallen wanneer het even minder gaat. Als die structuur er niet is, dan blijft de speler in de chaos vastzitten. Bij een simpel en duidelijk plan is er nog ruimte genoeg om te freewheelen en creatief te zijn. Vertrekken vanuit een bepaald idee geeft je een basis waarop je altijd kunt terugvallen.
Natuurlijk houd je naast jouw eerste plan altijd een tweede achter de hand voor als de tegenstrever jouw eerste zet heeft gecounterd. In Charleroi was dat leuk. Trainer Felice Mazzu haalde het na afloop op de persconferentie zelfs aan. Hij speelt altijd zijn systeem (1:3:5:2), maar wij dwongen hem om halverwege de eerste helft dat systeem toch om te gooien. Dan was het weer aan ons om daarop in te spelen aangezien de ruimte ergens anders lag. In de rust hebben we dat kunnen meegeven. Dat schaken – het puur tactische op wedstrijddagen – vind ik het leukste aan voetbal. Je kunt een plan hebben dat al na vijf minuten volledig onderuit gehaald is. Met de staf moet je daar dan op een rustige manier over praten. Het kan zijn dat je dan een minuut niet in de wedstrijd zit, maar ik teken het graag in mijn boekje en ga niet zomaar uit het hoofd iets doen. Snel tekenen en de sterktes en zwaktes benoemen. Die info geef je dan mee aan de leiders op het veld. Het kan dan zijn dat ik met de aanvallende spelers communiceer en dat mijn assistent Davy De Fauw het tegelijkertijd aan de verdedigende spelers overbrengt, zodanig dat iedereen op de hoogte is. Je hebt elf spelers op het veld en je moet beseffen dat er pakweg drie jongens bij zullen zijn die het moeilijk hebben om die info te begrijpen of er zich niet bewust van zijn. Je krijgt hen niet mee in dat rationele verhaal. Zij spelen puur op intuïtie. Je moet ze echt op emotie coachen. Daarom wil ik heel graag weten welk persoonlijkheidsprofiel mijn spelers hebben. Heel simplistisch: is hij meer een emotioneel intuïtief of meer een rationeel iemand? Als ik tegen een emotioneel intuïtieve speler met mijn rationele uitleg kom, dan is die dat binnen drie seconden kwijt. Die is meer bezig met de manier waarop ik die uitleg heb overgebracht. Als je tegen een rationeel iemand vooral op emotie coacht: “Komaan hé, je bent goed bezig!”, dan zal die aangeven dat hij een plan wil, want hij heeft taken nodig. Je kunt daar heel ver in gaan, maar als coach kun je je daar niet elke training in verdiepen. Je moet gewoon weten welke speler je voor je hebt. Als je dat weet, dan ben je al ver. Uiteraard geldt dit alles ook voor de stafleden. We hebben in onze burelen enkele kleine aanpassingen gedaan en je voelt dat de dynamiek goed zit. We bekijken nu bijvoorbeeld samen de trainingen. Sommige stafleden zaten voorheen in een ander lokaal. We hebben ervoor gezorgd dat iedereen nu samen in één ruimte zit. Iedereen moet zijn waarde en verantwoordelijkheden hebben.
Ik zou mezelf eerder omschrijven als een rationele coach die heel goed nadenkt en georganiseerd en gestructureerd werkt. Ik ga niet heel emotioneel worden en blijf eerder rustig. Het kan natuurlijk weleens dat ik als het fout gaat iets naar de scheidsrechter roep, maar ik zou me zeker niet de meest emotionele coach noemen. Ik vind dat je als coach rust moet uitstralen. Als je heel emotioneel bent, kun je volgens mij ook niet altijd helder nadenken.
Ik volg de opleiding UEFA Pro License met o.a. Will Still en Steven Defour en tijdens de tweede les werden we in groepjes verdeeld op basis van ons persoonlijkheidsprofiel. We moesten discussiëren over bepaalde vormen en het was grappig om te zien dat we binnen ons groepje meteen op dezelfde golflengte zaten. Je steekt uiteraard veel op van die meer emotionele trainers omdat zij meer out of the box denken. Zij handelen meteen en nemen heel direct beslissingen, wat bij momenten goed kan zijn. Wij denken er eerst meer over na. Beide groepen hebben hun voor- en nadelen. Je kunt jouw persoonlijkheid niet veranderen. Zo moet ik geen emotioneel type proberen te worden omdat ik zo niet in elkaar zit. In mijn wedstrijdbespreking probeer ik die emotie wel te steken. De boodschap met de taken in balbezit en balverlies zal emotioneel gebracht worden, maar het is altijd een opgebouwd verhaal. Andere trainers kunnen misschien los uit de pols een speech geven die heel emotioneel is. Dat ga ik minder doen.’

Eind april viel het verdict: na achttien jaar in 1A degradeert Zulte Waregem. Op 16 juni hebben jullie de trainingen hervat. Hoe heeft u die periode overbrugd?
‘Tijd om alles te laten bezinken was er niet. We zijn meteen aan de slag gegaan. Op dag 2 zaten we al samen met Vossen en Vormer. Zij zijn belangrijke spelers/leiders die we zeker mee wilden hebben in ons verhaal, zodat er nog spelers hun wagonnetje konden aanhaken. Als die twee geloven in ons project dan trekken ze anderen ook over de streep. Zij hebben al heel veel meegemaakt in hun carrière en zijn heel tevreden bij Zulte Waregem. Dat zij voor een verlengd verblijf kozen, geeft vertrouwen aan de club en de sportieve staf. We gaven hun aan welke zaken we graag willen verbeteren en vroegen wat zij nog graag verbeterd zagen. Daar werd open over gecommuniceerd, maar dat blijft binnenskamers. Het ging over zaken binnen de sportieve staf die beter konden, zaken binnen de organisatie, enzovoort. Verder stond de maand mei in het teken van die kleine aanpassingen zoals de herinrichting van de bureauruimtes. Ondertussen ben je ook nieuwe spelers aan het bekijken. Een drukke maand dus, maar het was belangrijk dat we goed konden starten aan het nieuwe seizoen.
We hebben heel bewust gekozen om onze voorbereiding op te splitsen in twee delen. Het eerste deel duurde twee weken en was echt om voor- sprong te nemen. Iedereen heeft de bal gevoeld. We wisten dat er nog nieuwe spelers bij zouden komen, maar dat er ook spelers gingen vertrekken. De zaken die we in mei hebben uitgewerkt, konden we testen in dat eerste deel. Wat was er goed? Wat kon er beter? Iedereen – spelers en staf – wist perfect wat er vanaf de start van deel 2 op 10 juli van hem verwacht werd. De fysieke testen waren achter de rug. We weten namelijk waaraan we moeten werken en hebben onze eerste oefenwedstrijd tegen een lokale ploeg al achter de rug. Na deel 1 volgde een individueel programma waarbij de spelers het hoofd konden leegmaken. Deel 2 bestaat uit vijf weken waarbij we volle bak werken richting de competitie. Normaal zit je meestal in een voorbereiding van zes weken. Bij ons is het nu dus opgedeeld in twee, een en vijf weken. In deel 1 hebben we niet echt tactisch getraind. We hebben ons wel gefocust op spelers die dieplopen (zie trainingsvorm 1), agressief drukzetten in de eerste vijf à zes seconden na balverlies, enkele aspecten in de opbouw en de posities voor het doel. Allemaal simpele zaken die we dit seizoen steeds willen zien, zeker omdat we vrij dominant willen spelen.’
Omschakelen na de omschakeling
Van degradatievoetbal met een laag blok en focus op de tegenaanval gaan jullie dit seizoen naar dominant voetbal moeten overschakelen. Hoe pakt u dat aan?
‘We gaan met meer ruimte in de rug moeten voetballen. Daar gaan we vooral op trainen in dat tweede deel, zodra iedereen aanwezig is. Als je dominant bent, betekent dit dat je heel vaak in de final third zal komen. Daar gaan we oplossingen voor moeten aanreiken, maar aanvankelijk nog los van het systeem, want als er vier à vijf versterkingen komen, dan kan het zijn dat dat systeem er helemaal anders uitziet. Uiteraard heb ik mijn voorkeur qua profielen doorgegeven, maar dan nog ben je afhankelijk van het type speler dat zal komen. Is het een buitenlander die snel zal begrijpen wat we willen of niet? Dat zijn allemaal zaken die meespelen. Wij gaan ook niet naïef dominant voetballen. Ik ben niet de coach die het puur romantisch ziet en denkt dat zijn ploeg zich tot aan het zestienmetergebied zal ‘tikken’. Het moet bij mij heel efficiënt zijn. Als we er met drie passen kunnen staan, hebben we er geen zes nodig.
Ik vind tactische flexibiliteit heel belangrijk. Als we zien dat het ene systeem niet lukt, moeten we een ander achter de hand hebben. Bijvoorbeeld wanneer we een laag blok niet ontwricht krijgen, moeten we kunnen veranderen om toch ruimte te vinden. De spelers moeten daarvan op de hoogte zijn. In de oefenwedstrijd tegen Racing Waregem speelden we 1:4:3:3 en een week later tegen Club Brugge was dat 1:3:5:2. Het was interessant om te kijken hoe de spelers omgingen met die andere posities en taken. Je trekt daar sowieso lessen uit en dat is noodzakelijk in de voorbereiding. Tegen Racing Waregem viel het op dat we vanuit onze 1:4:3:3 toch weinig spelers voor doel hadden. Als je dominant wilt voetballen en je hebt weinig spelers voor het doel, dan heb je een probleem.
Op training verkies ik om daar heel wedstrijdgericht (zie trainingsvormen 2 en 3) aan te werken. Er gaat altijd vanuit positie gevoetbald worden. Je kunt spelen met de afstanden en het aantal verdedigers. Binnen het mogelijke laten we tegenwoordig de oefenvorm filmen met de drone. We willen dit jaar een database aanleggen. Met de dronebeelden kunnen we bijvoorbeeld meteen analyseren of de afstanden van de oefenvorm goed waren. Het zou leuk zijn als we binnen zes maanden heel wat trainingen hebben met de juiste beelden. Dan weten we wat werkt, met welke aantallen en afmetingen. Door het feit dat je die database hebt, moet je minder tijd steken in de voorbereiding wanneer je oefeningen wilt herhalen, een betere versie of variant wilt geven. Het is zo dat je in de final third ook veel creativiteit nodig hebt. Dat hangt bij ons af van spelers zoals Brüls en Vormer. Je kunt moeilijk trainen op die creativiteit. Je kunt het alleen ontwikkelen door hun de ruimte te geven om daarin fouten te maken. Je mag ze niet bestraffen als ze een actie zoeken en die mislukt. Wat voor mij heel belangrijk is, is dat we kunnen omschakelen na de omschakeling. Wij hebben balbezit, de tegenstander pakt de bal af en als wij de bal dan veroveren, moet het supersnel gaan. Zij staan dan uit positie. Ik noem dat de omschakeling na omschakeling. Je kunt het ook de tweede omschakeling noemen. Dat gaat voor mij de sleutel zijn in 1B. Wij gaan aanvallen en zullen de bal verliezen. Net op het moment dat de tegenstander denkt dat hij eronderuit kan voetballen, moeten wij bij balverovering dodelijk efficiënt zijn. Het mentale aspect speelt daar een grote rol in. Zulke vormen rond omschakeling geven we constant (zie trainingsvorm 4). Ik merkte al bij de jeugdploegen dat als het bij de spelers ingebakken is om niet te rouwen na balverlies, je heel veel ballen kunt veroveren binnen de eerste vijf à zes seconden. Iedereen heeft moeite om te voetballen als er geen tijd en ruimte is. Dan moet je de bal net terug kunnen veroveren.
De ploegen die in 1B verzeild raken, hebben het door het nieuwe format – de kampioen en vice-kampioen promoveren sowieso en mogelijk nog een derde ploeg uit 1B na play-offs – opnieuw iets makkelijker om te promoveren. Die teams, waaronder wij, hebben dus meer perspectief. Wij willen gaan voor plaats 1, dat is duidelijk, maar er is misschien net iets minder druk omdat we weten dat plaats 2 ook nog voldoende is. Voor ons maakt dat echter niet uit, want wij mikken vol op plaats 1. Het is belangrijk dat we goed beginnen aan het seizoen. Zeker omdat we weten dat het echt heel sterk leeft bij de supporters. Wij moeten die vibe kunnen aanhouden.’
Trainingsvorm 1: 10:10 lijnvoetbal

Organisatie en inhoud
• 8+2:8+2.
• Van beide teams staan twee kaatsers aan de korte zijdes.
• Scoren door jouw kaatsers aan te spelen en vervolgens met de bal over de lijn te dribbelen.
Coaching
• ‘Zorg voor lopers.’
• ‘Altijd druk op de bal.’
• ‘Zoek de derde man.’
Methodisch
• Bij de vervolgstap kan er enkel een punt gemaakt worden door te kaatsen op een derde man die dan over de lijn dribbelt.
Trainingsvorm 2: Passvorm als warming-up

Organisatie en inhoud
• Bij variant 1 (zwarte lijnen) speelt blauwe speler 1 in naar 2, die een gerichte aanname doet achter de mannequin/kegel en met twee keer raken speelt op de derde speler. Die laatste neemt de bal aan en trapt met de andere voet.
• Bij variant 2 (rode lijnen) is de gerichte aanname van de tweede rode speler voor de mannequin/kegel en na het inspelen vraagt hij de kaats van 3 om deze daarna diep te sturen.
• Bij variant 3 (gele lijnen) komt 2 opnieuw voor de mannequin/kegel, maar speelt hij nu 3 aan in de loop nadat die een kruisbeweging maakte.
Coaching
• ‘Strakke pass.’
• ‘Aannemen één voet, spelen/trappen met de andere voet.’
• ‘Snelheid in de actie.’
Trainingsvorm 3: 4:2 + 2

Organisatie en inhoud
• Twee spelers van de verdedigende (rode) ploeg spelen naar elkaar. Na vier passen spelen ze de middenvelder van de blauwe ploeg in. Deze draait door en speelt op een smal veldje 4:2. De twee rode spelers schakelen om en zetten negatieve druk. Verdedigers kunnen scoren in de minidoeltjes. Aanvallers moeten snel hun overtal
zien uit te spelen.
Coaching
• ‘Verzorg de snelheid van de pass en de eerste controle van de bal.’
• ‘Snelheid in de actie.’
• ‘Loopacties zonder bal.’
Trainingsvorm 4: 7:7:7 + 2K

Organisatie en inhoud
• In een vak van 32 bij 35 meter wordt 7:7:7 + 2K gespeeld. Het veld wordt in tweeën verdeeld door een middenlijn. Op de helft waar de bal is, speelt de ploeg in balbezit met 7 spelers en de keeper tegen 4 verdedigers die jagen en drie lijnverdedigers. De ploeg in balbezit probeert de bal naar de andere helft te krijgen, waar het derde team van 7 spelers staat en de andere doelman. Pakken de verdedigers de bal af dan
scoren ze in het grote doel. Het team dat de bal verliest, gaat jagen.
Coaching
• ‘Schakel om.’
• ‘Geen rouwmoment.’
• ‘Juiste keuze aan de bal.’
Dit artikel is verschenen in De Voetbaltrainer 275.